2022
Het aangezicht van God in onze vijanden zien
Maart 2022


‘Het aangezicht van God in onze vijanden zien’, Liahona, maart 2022.

Het aangezicht van God in onze vijanden zien

Deze lessen uit het boek Genesis over het oplossen van conflicten kunnen ons een patroon voor ons eigen leven verschaffen.

twee paar handen aan het touwtrekken

Illustraties, David Green

Als conflictbemiddelaar heb ik veel wijsheid opgedaan over het oplossen van conflicten door naar het voorbeeld en de leringen van Jezus Christus in het Nieuwe Testament te kijken. Maar het Nieuwe Testament is niet het enige Schriftuurlijke boek dat me in mijn werk geholpen heeft. Het Oude Testament bevat ook enkele verrassend diepzinnige inzichten waar we iets aan hebben als we in een destructief conflict verwikkeld zijn.

Wat is een destructief conflict? Daar is sprake van als we problemen met anderen niet gezamenlijk tot een oplossing kunnen brengen, en daardoor anderen of onszelf schade berokkenen.

Destructieve conflicten brengen een angst voor pijn met zich mee, in aanloop tot het conflict en als gevolg ervan, evenals de angst om niet geliefd of gezien te worden zoals we zouden willen, en de angst om geen oplossing te vinden voor de problemen waaronder we gebukt gaan. Als we die angst toestaan, voelen we ons niet meer in staat om onze problemen op te lossen. We ervaren dan vaak gevoelens van wanhoop, schaamte of hulpeloosheid.

Dergelijke conflicten voelen voor de meeste mensen als een bedreiging aan. Daarom gaan we vaak over tot negatieve conflictstijlen, zoals vermijden, toegeven of overtroeven om het conflict uit de wereld te helpen. Helaas werken die oplossingen bij destructieve conflicten niet echt.

Zeker, we moeten twist mijden (zie 3 Nephi 11:29). Maar we mogen de mensen met wie we onenigheid hebben nooit mijden, afschrijven of aanvallen. We doen er beter aan om de mensen met wie we onenigheid hebben te leren liefhebben. Dat vraagt om de toepassing van naastenliefde, de reine liefde van Christus, jegens onze vijanden (zie Moroni 7:47).

Jezus zei dat het makkelijk is om de mensen lief te hebben die ons liefhebben. Hij zei ook: ‘Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten’ (Mattheüs 5:44). De Heiland vraagt ons lief te hebben zoals Hij liefheeft en volmaakt te worden zoals Hij volmaakt is (zie Johannes 13:34; 3 Nephi 12:48). Dat houdt onder meer de bereidheid in om anderen ook lief te hebben als die liefde riskant lijkt. We aarzelen wellicht, omdat we gevaar van nature uit de weg gaan. Maar als we besluiten om mensen lief te hebben die ons pijn kunnen doen, zetten we onze angst opzij en raken we met naastenliefde vervuld.

Dergelijke liefde vereist dat we conflicten onverschrokken tegemoet treden. We stellen ons dan open voor de mensen met wie we onenigheid hebben, waarbij we ‘geduldig [en] vriendelijk’ zijn, ‘niet [ons] eigen belang’ zoeken, ‘niet verbitterd’ worden en ‘geen kwaad’ denken. Die naastenliefde ‘bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. De liefde vergaat nooit’ (1 Korinthe 13:4–5, 7–8). We tonen die naastenliefde zonder de garantie dat de andere partij hetzelfde zal doen.

Liefde stelt ons in staat om onze broeders en zusters met wie we onenigheid hebben zo duidelijk te zien, dat hun noden en verlangens even belangrijk voor ons zijn als de onze, hoe zij ook tegen ons aankijken. We doen er alles aan om oplossingen te vinden die met hun én onze behoeften overeenstemmen.

Twee verhalen uit het Oude Testament zijn goede voorbeelden van die liefde.

Ezau en Jakob

Ezau en Jakob ontmoeten elkaar

Ezau en Jakob omhelzen elkaar, Robert T. Barrett

In Genesis 25 krijgen we te maken met een familieruzie tussen twee broers, Ezau en Jakob, de zoons van Izak. Ezau verkocht zijn erfdeel aan Jakob voor een kom linzensoep (zie Genesis 25:30–31). Later deed Jakob op aanwijzing van zijn moeder alsof hij Ezau was, om Izaks laatste zegen vóór diens dood te ontvangen (zie Genesis 27:6–29).

Ezau haatte Jakob en wilde zijn broer doden. Jakob zocht toevlucht bij zijn oom Laban. (Zie Genesis 27:41–45.) Uiteindelijk kreeg Jakob problemen met zijn oom en moest hij naar huis terugkeren (zie Genesis 31). Jakob wist dat hij Ezau onder ogen moest komen, die een groter leger had. Hij vreesde voor zijn leven en het leven van zijn dierbaren (zie Genesis 32:7–8).

Op de dag dat ze elkaar zouden treffen, stuurde Jakob een overvloed aan geiten, kamelen, koeien, schapen en ezels als geschenk vooruit. Vervolgens maakte hij zeven keer een buiging terwijl hij naar zijn broer toeging. Ezau reageerde anders dan Jakob verwacht had. Ezau huilde, omhelsde zijn broer en zei dat de geschenken niet nodig waren.

Jakob was geraakt door de liefde van Ezau en antwoordde:

‘Nee toch, als ik toch genade in uw ogen gevonden heb, neem het geschenk uit mijn hand dan aan, want ik heb uw aangezicht gezien alsof ik het aangezicht van God zag, en u bent mij goedgezind geweest.

‘Aanvaard toch mijn geschenk, dat u gebracht is, omdat God mij dit in Zijn genade geschonken heeft, en omdat ik alles heb. Hij drong zo aan dat hij het aanvaardde’ (Genesis 33:10–11).

Drie noodzakelijke elementen om in vrede te leven

Jakob belichaamde hier een patroon van liefde dat in mijn beleving de doeltreffendste poging tot verzoening is met hen die wij onrecht hebben aangedaan of die ons onrecht hebben aangedaan.

In Psalmen 85:11 staat hoe verzoenende partijen zich dienen op te stellen: ‘Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar.’ Jakob en Ezau voldeden als vredestichters aan deze voorwaarden in Psalmen.

Jakob en Ezau hadden moed nodig om trouw te blijven aan het feit dat ze broers en geen vijanden waren. Er kwam goedertierenheid aan te pas om elkaar te vergeven. Er kwam ook gerechtigheid bij kijken, de soort gerechtigheid die goedmaakt wat wij of anderen verkeerd hebben gedaan: Jakob bood Ezau een deel aan van waar hij mee gezegend was. Die drie elementen zorgden ervoor dat ze in vrede konden leven.

Dat patroon kunnen wij ook volgen.

Als we in een destructief conflict verwikkeld zijn, kan onze angst voor het conflict en voor anderen ons verlammen. Of we maken de zaken er door onze handelwijze erger op, niet beter. We houden onszelf vaak voor dat we de destructieve spiraal toch niet kunnen doorbreken, wat we ook proberen. We gaan er cynisch van uit dat mensen toch niet zullen veranderen.

Maar Jakob is ook in dat opzicht een lichtend voorbeeld. Jakob ging de angst voor zijn broer en voor de onenigheid tussen hen niet uit de weg. Hij vond op dat moment ‘onsbehoud’ belangrijker dan ‘zelfbehoud’. Hij ging dus naar zijn broer toe en bood hem zijn trouw en genoegdoening aan voor wat hij hem misdaan had. Het hart van Ezau, dat er eens op uit was om Jakob te doden, werd verzacht. Het werd met goedertierenheid en vrede vervuld. Jakob vond een manier om zijn vijand lief te hebben en zag daarbij ‘het aangezicht van God’ naar hem terugkijken.

Ondanks de angst of onrust die we wellicht bij deze aanpak van onenigheid voelen, is die veel doeltreffender om nader tot elkaar te komen dan wat dan ook. Christelijke liefde schept ruimte, waardoor we de mensen met wie we moeite hebben werkelijk zo gaan zien dat wij en zij erdoor veranderen.

Jozef en zijn broers

Jozef van Egypte en zijn broers verzoenen zich

Jozef van Egypte, Michael T. Malm

Een generatie na Jakob zien we nog een krachtig voorbeeld van liefde in Jakobs zoon Jozef.

Jozef wordt als jongen door zijn afgunstige broers als slaaf verkocht. Jozefs broers hadden het gevoel dat hun vader Jozef voortrok, en dat hij het lievelingetje was. Jozef leed erg onder de kwaadwilligheid van zijn broers. Hij zag zijn familie jarenlang niet, eindigde als slaaf en zat zelfs een tijd in de gevangenis. Uiteindelijk hielp de Heer hem over zijn tegenspoed heen en werd hij een machtig heerser in Egypte. (Zie Genesis 37–45.)

Zijn broers leden ook en kwamen in een periode van hongersnood uitgehongerd en ten einde raad naar Egypte. Toen ze voor Jozef stonden, herkenden ze hem niet en smeekten ze om hulp.

Jozef had het volste recht om zijn broers in de gevangenis te werpen en gerechtigheid te eisen. Dat verdienden ze. Maar hij verkoos genade. Hij vergaf ze, hij hield van ze.

Hij zei: ‘Kom toch dichter bij me! En zij kwamen dichterbij. Toen zei hij: Ik ben Jozef, jullie broer, die jullie naar Egypte verkocht hebben.

‘Maar nu, wees niet bedroefd en laat jullie ogen niet in toorn ontvlammen omdat jullie mij hiernaartoe hebben verkocht, want God heeft mij vóór jullie uit gezonden tot behoud van jullie leven’ (Genesis 45:4–5).

Jozef vergaf zijn broers niet alleen, maar zag ook een constructieve bedoeling in hun onenigheid. Hij zag in dat Gods hand in alles was en dat, ondanks het leed dat ze allemaal verduurd hadden, ‘God mij vóór jullie uit [heeft] gezonden, om voor jullie een overblijfsel veilig te stellen op aarde, en jullie door een grote uitredding in leven te houden’ (Genesis 45:7).

handen met slap touw

Nogmaals, ook wij kunnen een dergelijk patroon aanleren als we inzien dat de pijn van conflicten onze familie en gemeenschap uiteindelijk ten goede kan komen als we samen aan een oplossing werken.

We krijgen allemaal met conflicten te maken. Dat zal pijn doen. Soms heel erg. Ik ben altijd onder de indruk van de pijn die anderen voelen als ze in conflicten verwikkeld raken, vooral met dierbaren. Maar die pijn en angst hoeven niet het einde van het verhaal te zijn.

We kunnen ervoor kiezen om conflicten en de mensen met wie we onenigheid hebben anders te gaan zien, zoals Jozef dat deed. We kunnen besluiten om boosheid, wrok en verwijten los te laten en onze vijanden te omarmen.

We kunnen liefde boven angst verkiezen en – net als Jakob, Ezau, Jozef en zijn broers – gaan inzien dat onze vijanden onze broeders en zusters zijn. Laten we ernaar streven ons met hen te verzoenen, zodat ook wij het aangezicht van God kunnen zien.