2022
Drie makkelijke (en ongedwongen) manieren om anderen over het evangelie te vertellen
Maart 2022


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Drie makkelijke (en ongedwongen) manieren om anderen over het evangelie te vertellen

Ik durfde vroeger niet over het evangelie te praten omdat ik bang was voor afwijzing, maar door enkele ervaringen ben ik gaan inzien hoe makkelijk het kan zijn.

groepje jongvolwassenen

Toen ik jong was, was ik altijd erg bang om mijn vrienden over het evangelie te vertellen.

Maar toen ik mijn zendingsoproep kreeg, wisten al mijn schoolvrienden dat ik na de diploma-uitreiking naar Spanje zou gaan, hoewel de meesten niet precies wisten waarom. Dus ik maakte gebruik van hun vragen om ze meer over het Boek van Mormon, wat ik als zendeling zou doen en Jezus Christus te vertellen.

Uiteindelijk gaf ik vóór het eind van het jaar vijf exemplaren van de Boek van Mormon aan mijn beste vrienden en zelfs aan een paar leerkrachten op school. Hoewel mijn hart van angst bonsde als ik erover vertelde, voelde ik me daarna altijd enthousiast en energiek door de Geest.

Uit die ervaring heb ik geleerd dat ons getuigenis van het evangelie van Jezus Christus geven niet krampachtig, beangstigend of zelfs onaangenaam hoeft te zijn. In feite zijn er veel manieren waarop we op natuurlijke wijze kunnen delen wat er in ons hart leeft met betrekking tot onze liefde voor het evangelie, of dat nu persoonlijk of virtueel is. Omdat ‘het Evangelie van Christus […] een kracht van God tot zaligheid’ (Romeinen 1:16) is, kun je het vol vertrouwen, moedig en nederig uitdragen.

Hier zijn enkele ideeën op grond van mijn ervaringen en de Schriftteksten waar ik iets aan had.

1. Wees echt

Toen ik op zending in Barcelona was, wandelden mijn collega en ik eens langs ons kerkgebouw en zagen toen een jonge vrouw op ons af komen. We kregen de ingeving om met haar te praten, dus spraken we haar aan met de vraag of ze ons kerkgebouw wel eens had gezien. Ze zei dat ze Maya heette (alle namen zijn veranderd), en ik nodigde haar uit om de volgende vrijdag met andere jongvolwassenen naar een spelletjesavond te komen. Dat vond ze goed.

Ik herinner me nog dat Maya en Alicia, een vriendin van ons die pas lid van de kerk was, op de spelletjesavond samen plezier hadden. Alicia was een heel goede vriendin voor Maya. Ze vroeg naar haar familie, haar interesses en haar geloofsovertuiging, en raakte in de loop der tijd goed met Maya bevriend. We kwamen meer te weten over haar godsdienstige achtergrond en haar toewijding aan God Ze toonde ook belangstelling in de manieren waarop we met God kunnen communiceren.

Mijn collega en ik, Alicia en de rest van de wijk leerden Maya steeds beter kennen, en bleven haar uitnodigen en liefde tonen. Na een tijdje voelde ze de Geest van het herstelde evangelie van Jezus Christus en besloot ze zich te laten dopen. We hielden geduld en broederlijkheid in gedachte (zie Leer en Verbonden 4:6). Ik weet dan ook dat de oprechte vriendschappen die Maya ondervond haar beslissing hebben beïnvloed.

2. Bid om zendingskansen te herkennen

Na mijn zending verhuisde ik van Guatemala naar de Brigham Young University in Utah (VS). Ik was verdrietig en een beetje ontmoedigd omdat ik naar een plek verhuisde waar ik waarschijnlijk niet veel kansen zou krijgen om anderen over het evangelie te vertellen. Dus bad ik vurig om iemand te vinden die de waarheid moest horen.

Na een paar weken maakte ik na de kerk een wandeling en zag ik een lange man op de campus naar posters kijken. Ik had onmiddellijk het gevoel dat ik met hem moest praten. Ik was zenuwachtig omdat ik mijn Engels nog aan het bijschaven was en geen idee had wat ik moest zeggen. Ik liep langs hem heen, maar keerde me om en stelde mezelf voor in het vertrouwen dat mijn hemelse Vader me zou helpen (zie Leer en Verbonden 100:5–6).

We hadden een goed gesprek. Hij vertelde dat hij geen lid van de kerk was, maar dat hij zich als student verbaasde over het dienstbetoon dat de kerk voor mensen doet. Ik kon niet geloven dat ik op de campus van de BYU met een niet-lid sprak! We wisselden telefoonnummers uit. Uiteindelijk stelde ik hem aan meer leden van de kerk voor en leerde hij meer over het evangelie.

De man werd geen lid van de kerk, maar door die ervaring merkte ik dat God ons zal helpen om de kansen om ons heen aan te grijpen, als we het verlangen hebben anderen tot zegen te zijn (zie Leer en Verbonden 4:3). Dus nu bid ik niet om zendingsmogelijkheden – ik bid dat ik oog mag hebben voor de zendingskansen die voor me liggen.

3. Betoon anderen de volmaakte liefde van Christus

Toen ik ging trouwen, kwam Maria, een naast familielid van mij, op bezoek. Maria had eerder besloten de kerk te verlaten om een relatie met een andere vrouw aan te gaan. Ik ben het niet eens met al haar keuzes, maar ik houd van Maria en respecteer haar keuzevrijheid, dus ik heb geprobeerd een goede relatie met haar te onderhouden.

Toen Maria en Kristen op bezoek kwamen, kreeg ik de kans om ze allebei een priesterschapszegen te geven. Ze zochten namelijk naar leiding in verband met bepaalde moeilijkheden in hun leven. De Heiland reageerde vaak op het geloof van hen die zich buiten het verbond bevonden of zijn geboden niet onderhielden (zie Mattheüs 8:5–13; Markus 7:24–30; Lukas 7:36–50). Hoewel ik niet zeker wist wat ik ging zeggen, kleedde ik me netjes en bereidde ik me voor om Gods macht door mij heen te laten vloeien.

Tijdens de zegens kreeg ik de ingeving om zowel Maria als Kristen specifieke raad te geven en bepaalde beloften te doen. Ik zal nooit de sterke Geest vergeten die we allemaal voelden. Ik denk dat het ons allemaal ten goede heeft veranderd.

Door onze liefde voor elkaar kan ik mijn gevoelens over het evangelie met Maria delen op een manier die ze van een ander misschien niet accepteert. Liefde maakt ons geschikt om zijn werk te doen en deuren te openen om zijn evangelie uit te dragen, door zijn hulp bij ons werk uit te nodigen (zie Leer en Verbonden 4:5). Met volmaakte liefde bracht de Heiland de vrouw bij de bron leringen bij, ook al had ze gezondigd en was ze Samaritaanse (zie Johannes 4). Ze voelde de liefde en leringen die Hij haar vertelde en werd door zijn boodschap voorgoed veranderd.

Zelfs als onze uitnodigingen om het evangelie na te leven niet worden aanvaard, kan het delen van Gods liefde een blijvende invloed op anderen hebben.

We kunnen anderen moedig helpen om tot Christus te komen

Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over zendingswerk gezegd:

‘Vertrouw op de Heer en zijn wonderen. Weet dat het niet uw verantwoordelijkheid is om mensen te bekeren. Dat is de taak van de Heilige Geest. Het is uw taak om te vertellen wat u in uw hart voelt, en in overeenstemming met uw overtuiging te leven.

‘Raak dus niet ontmoedigd als iemand de evangelieboodschap niet onmiddellijk aanvaardt. […]

‘Het is een zaak tussen die persoon en onze hemelse Vader.

‘Het is uw taak om God en uw naasten, zijn kinderen, lief te hebben.

‘Geloven, liefhebben, doen.

‘Volg dat pad, dan zal God door middel van u wonderen verrichten om zijn dierbare kinderen te zegenen.’1

Als onze liefde voor anderen groter is dan onze angst voor afwijzing, zien we de prachtige zegeningen van Christus zich ontvouwen wanneer we ons best doen om Israël te vergaderen. Door die barrières die ik als tiener moest doorbreken, kreeg ik een sterk getuigenis van het belang van zendingswerk. We kunnen anderen op natuurlijke, bescheiden, eenvoudige manieren uitnodigen om tot Christus te komen, vooral door ze te leren kennen, hulp te bieden en lief te hebben.

Niet al mijn inspanningen om te vertellen wat er in mijn hart leeft, hebben tot iemands bekering geleid. Ik besef echter wél dat ik, als ik de moed heb om het evangelie uit te dragen, anderen help om een stap richting Christus te zetten. Daarnaast maak ik sprongen vooruit op mijn eigen reis op het verbondspad. Tenslotte kunnen we meer geluk en zegeningen vinden als we proberen meer op Jezus te lijken en anderen tot Hem te brengen.