‘Zou ik weggaan?’, Liahona, maart 2022.
Onder heiligen der laatste dagen: Gelovige vrouwen
Zou ik weggaan?
Toen ik op een ZHV-activiteit beledigd werd, moest ik een besluit nemen.
Geënsceneerd
Toen ik pas lid van de kerk was, maakte een ZHV-leidster grapjes over komische situaties. Opeens begon ze in het bijzijn van iedereen grapjes over mij te maken. Ik voelde me ongemakkelijk en beledigd.
Mijn eerste gedachte was om niet meer naar de wijk te gaan. Ik sloeg mijn Schriften open in de hoop enige troost te vinden. Ik stuitte op een vers waarin Jezus mensen vroeg die zich aan zijn leringen stoorden: ‘Wilt u ook niet weggaan?’ (Johannes 6:67.)
Ik antwoordde meteen in mezelf: ‘Nee, ik ga niet weg!’
Ik belde de ZHV-presidente op. Zij raadde me aan om de zuster te bellen die grapjes over me gemaakt had. Zo gezegd, zo gedaan. Ik legde die zuster uit hoe ik me voelde. We kwamen tot de slotsom dat humor prima is, maar dat we in het bijzijn van een groep mensen geen grapjes moeten maken over iemand die we niet kennen. We bespraken ook dat we met nieuwe wijkleden rekening moeten houden.
Ik bleef die wijk bezoeken terwijl ik in die stad woonde. Ik heb na mijn bekering tot het evangelie veel mooie momenten meegemaakt.
Ik heb veel aan deze woorden van onze kerkleiders gehad om over beledigingen heen te stappen:
‘Als iemand iets zegt of doet waar we aanstoot aan kunnen nemen, moeten we ons ten eerste niet laten beledigen, en vervolgens onder vier ogen, eerlijk en open met die persoon praten.’1
‘Ik beloof u dat als u ervoor kiest om geen aanstoot te nemen […], u [de] liefde en goedkeuring [van de Heiland] zult voelen.’2
Ik ben dankbaar dat ik de kerk na een kwetsende opmerking niet vaarwel heb gezegd. Ik ben dankbaar dat ik lid van de herstelde kerk ben. Daar doe ik kracht op om trouw op het pad van discipelschap voort te gaan. Ik waardeer het advies van profeten en apostelen. Zij leren ons hoe we met onze broeders en zusters in het evangelie moeten omgaan.
Ik kan trouw blijven en ervoor kiezen om geen aanstoot te nemen. Ik kan me inzetten om zelf meer op Christus te gaan lijken en zijn liefde en goedkeuring te voelen.
Zal ik weggaan? Nee. Ik heb een getuigenis dat dit de herstelde kerk van Jezus Christus op aarde is, die de ‘woorden van eeuwig leven’ heeft (Johannes 6:68).