Digitaal thema-artikel: Kom dan en volg Mij
Vraag ze naar je droom
Hoe onze hemelse Vader ook met ons communiceert, het is belangrijk om te bedenken dat Hij wíl communiceren.
Foto van de Salt Laketempel, Kimberly Willett Hayes
Toen Cecilia Betancourt met de voltijdzendelingen in Tijuana (Mexico) in contact kwam, was ze niet echt geïnteresseerd in hun boodschap. Ze wilde liever bewijzen dat ze ongelijk hadden.
‘Ik wilde mijn standpunt bewijzen – dat ik wist wat ik geloofde en dat wat ze me ook zouden leren, niet klopte’, zegt Cecilia. Ze was zo op haar gelijk gefocust dat ze tijdens de eerste drie gesprekken niet veel leerde.
‘Maar wat ik me wel herinner, is de vierde les’, zegt ze. ‘Die vierde les veranderde mijn hart.’
In dat gesprek, waarin het onderhouden van de geboden centraal stond, hoorde Cecilia van tempels en de leer van het eeuwig huwelijk en het gezin.1
‘Toen ze me een afbeelding van de Salt Laketempel lieten zien, fluisterde de Geest me in: “Vraag ze naar die droom die je had toen je klein was.”’ Cecilia herinnerde zich een kamer die ze in haar droom had gezien en vroeg de zendelingen: ‘Staan er stoelen in een bepaalde volgorde in de tempel?’
‘Ja’, antwoordden de zendelingzusters.
‘Is er een kussen of zoiets waar iemand achter staat?’ vroeg Cecilia.
De zendelingen vroegen zich af hoeveel informatie ze moesten geven, keken elkaar verwonderd aan en zeiden: ‘Ja.’
‘Kleden mensen zich in de tempel in het wit?’ vroeg Cecilia.
‘Ja’, zeiden de zendelingen.
Toen vroeg Cecilia: ‘Is er achter de persoon die in het midden van de kamer staat, iets lichts en wits waarin ik niet mag binnengaan?’
‘Ja’, antwoordden de zendelingen opnieuw.
‘Op dat moment’, zei Cecilia, ‘zei iets tegen me: “Dit is de plek die je in je droom hebt gezien.” Toen begon ik te huilen. Ik kon me niet inhouden. Een van de zusters zei: “Cecilia, wil je je op de doop voorbereiden?” De Geest was zo sterk dat ik ja zei.’
Nachtvisioenen
De meeste dromen zijn uiteraard niet zo veelbetekenend of levensveranderend als de kinderdroom van zuster Betancourt. Maar uit de Schriften blijkt dat dromen een manier zijn waarop onze hemelse Vader zijn kinderen voorbereidt, waarschuwt en informatie geeft.
Toen Jozef uit Egypte bijvoorbeeld nog jong was, droomde hij dat zijn ouders en broers zich voor hem neerbogen (Genesis 37:9). Die droom werd op wonderbaarlijke wijze vervuld nadat Jozef door ‘de Geest van God’ (Genesis 41:38) de droom van overvloed en hongersnood had uitgelegd (zie Genesis 41), heerser in Egypte werd (zie Genesis 41:40–43), en het gezin van zijn vader redde (zie Genesis 45).
Andere voorbeelden uit de Schriften zijn Daniëls uitleg van Nebukadnezars droom, die ‘in een nachtvisioen’ (Daniël 2:19) tot Daniël kwam. Daniël zei tegen de koning: ‘Er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal’ (Daniël 2:28).
In het Nieuwe Testament verscheen een engel van de Heer aan Jozef in een droom en zei: ‘Wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest’ (Mattheüs 1:20). In een volgende droom zei de engel tegen Jozef: ‘Neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar, totdat ik het u zal zeggen; want Herodes zal het Kind zoeken om Het om te brengen’ (Mattheüs 2:13).
Nadat de wijzen het Christuskind hadden aanbeden, werden ze ook ‘door een aanwijzing van God in een droom gewaarschuwd om niet terug te keren naar Herodes’ (Mattheüs 2:12).
In het Boek van Mormon zei Lehi tegen zijn familie: ‘Ik heb een droom gehad; of met andere woorden, ik heb een visioen gezien’ (1 Nephi 8:2; zie ook 1 Nephi 1:16).
Ouderling David A. Bednar van de Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Openbaringen komen op verschillende manieren tot ons, bijvoorbeeld door middel van dromen, visioenen, gesprekken met hemelse boodschappers en inspiratie.’2
Ouderling Richard G. Scott (1928–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat dromen met geïnspireerde communicatie over het algemeen met een heilig gevoel gepaard gaan.
‘De Heer maakt gebruik van mensen voor wie we veel respect hebben om waarheid in een droom te onderwijzen, omdat we hen vertrouwen en naar hun raad zullen luisteren’, voegde ouderling Scott toe. ‘Het is de Heer die ons onderricht door de Heilige Geest. Niettemin kan Hij het in een droom begrijpelijker voor ons maken en zullen we er meer voor openstaan als het onderricht komt van iemand die we liefhebben en respecteren.’3
Hoe onze hemelse Vader ook met ons communiceert, het is belangrijk om te bedenken dat Hij wíl communiceren.
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Sinds ik als president van de kerk geroepen ben, heeft de Geest mij herhaaldelijk beklemtoond hoe bereidwillig de Heer is om zijn gedachten en wensen bekend te maken. Het voorrecht om openbaring te ontvangen, is een van de grootste gaven van God aan zijn kinderen.’4