Liahona
De blijvende vreugde van een evangelieleven
Februari 2024


‘De blijvende vreugde van een evangelieleven’, Liahona, februari 2024.

De blijvende vreugde van een evangelieleven

Blijvende vreugde is het gevolg van volharden in het evangelie van Jezus Christus en anderen helpen hetzelfde te doen.

Adam en Eva met de hof van Eden op de achtergrond

De hof van Eden, Grant Romney Clawson; Vertrek uit de hof van Eden, Joseph Brickey

In Lehi’s profetische leringen over het begin van het menselijk leven op aarde staat beknopt wat het doel van ons leven is. In de hof van Eden leefden Adam en Eva in een staat van onschuld. Als zij in die toestand waren gebleven, zouden zij ‘zonder vreugde’ zijn geweest, ‘want zij kenden geen ellende; zonder goed te doen, want zij kenden geen zonde’ (2 Nephi 2:23). Lehi legde dan ook uit dat ‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben’ (2 Nephi 2:25; zie ook Mozes 5:10–11).

Doordat we in een gevallen wereld opgroeien, leren we het verschil tussen goed en kwaad door wat ons wordt geleerd en uit eigen ervaring. We ‘proeven het bittere, opdat [we] het goede zullen weten te waarderen’ (Mozes 6:55). Vreugde valt ons ten deel als we het bittere verwerpen en het goede steeds meer koesteren en vasthouden.

Vreugde vinden

Omdat Hij volmaakt van ons houdt, wil onze hemelse Vader ons graag zijn volmaakte vreugde geven – nu en in de eeuwigheid. Dat was vanaf het begin in alles zijn drijfveer, waaronder zijn glorierijke plan van geluk en het offer van zijn eniggeboren Zoon om ons te verlossen.

God probeert ons geen vreugde of geluk op te leggen, maar Hij leert ons hoe we het ons eigen kunnen maken. Hij vertelt ons ook waar we geen vreugde moeten zoeken: ‘Goddeloosheid heeft nooit geluk betekend’ (Alma 41:10). Door zijn geboden openbaart onze hemelse Vader ons het pad naar vreugde.

President Russell M. Nelson zei het zo:

‘Dit is de grote waarheid: hoewel de wereld erop aandringt dat status, bezittingen, populariteit en lichamelijk genot geluk brengen, doen ze dat niet! Dat kunnen ze niet! Ze brengen niets meer dan een uitgehold surrogaat voor de “gezegende en gelukkige toestand” van hen die “de geboden van God onderhouden” [Mosiah 2:41].

‘Het is veel vermoeiender om geluk te zoeken in oorden waar u het nooit zult aantreffen! U kunt beter het juk van Jezus Christus op u nemen en het geestelijke werk doen waarmee u de wereld overwint. Dan zal Hij, en Hij alleen, zijn macht aanwenden om u boven de invloed van deze wereld uit te tillen.’1

We vinden blijvende vreugde dus in het onderhouden van Gods geboden, en die maken op hun beurt deel uit van het evangelie van Jezus Christus. De keuze is aan ons. Als we uit zwakheid een tijdlang de geboden niet onderhouden, kunnen we ons nog steeds herpakken, het bittere verwerpen en opnieuw het goede nastreven. De liefde van God ziet zonde niet door de vingers – dan zou de barmhartigheid de gerechtigheid bestelen – maar door zijn verzoening biedt Jezus Christus ons verlossing van zonde:

‘Amulek [zei] dat de Heer stellig zou komen om zijn volk te verlossen, maar dat Hij niet zou komen om hen in hun zonden te verlossen, maar om hen van hun zonden te verlossen.

‘En Hem is macht gegeven door de Vader om hen van hun zonden te verlossen op grond van bekering; daarom heeft Hij zijn engelen gezonden om de boodschap te verkondigen van de voorwaarden van bekering, die voert tot de macht van de Verlosser, tot redding van hun ziel’ (Helaman 5:10–11; cursivering toegevoegd).

Jezus heeft gezegd:

‘Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.

‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden’ (Johannes 15:10–11).

Dat voelde Lehi in zijn droom toen hij de vrucht van de boom des levens proefde, die de liefde van God voorstelt. Hij zei: ‘Toen ik van de vrucht daarvan nam, vervulde zij mijn ziel met een buitengewoon grote vreugde’ (1 Nephi 8:12, zie ook 11:21–23).

Lehi openbaarde ook een tweede manier waarop we vreugde in ons leven kunnen brengen toen hij zei: ‘Daarom begon ik ernaar te verlangen dat mijn gezin […] ook van [de vrucht] zou nemen’ (1 Nephi 8:12).

een hand legt een vrucht in een andere hand, met een boom op de achtergrond

Achtergrond: Boom des levens, Kazuto Uota

Andere mensen helpen om vreugde te vinden

Net als het volk van koning Benjamin worden we ‘met vreugde vervuld’ als we vergeving van onze zonden ontvangen en ‘gemoedsrust’ hebben (zie Mosiah 4:3). En we voelen vreugde als we onszelf wegcijferen en familieleden en andere mensen helpen diezelfde vreugde en gemoedsrust te vinden.

Als jonge man dacht Alma vreugde te vinden in alles wat met het evangelie van Jezus Christus in strijd is. Nadat een engel hem had terechtgewezen, maakte hij de grote sprong van ‘het bittere’ naar ‘het goede’ door zich ‘welhaast tot stervens toe’ te bekeren (Mosiah 27:28) en dankzij de overvloedige genade van de Heiland. Jaren later verklaarde Alma hartstochtelijk aan zijn zoon Helaman:

‘En o, wat een vreugde, en wat een wonderbaar licht zag ik; ja, mijn ziel werd vervuld met een vreugde die even buitengewoon was als voordien mijn pijn. […]

‘Ja, en vanaf die tijd tot zelfs nu toe heb ik onophoudelijk gearbeid om zielen tot bekering te brengen; om hen ertoe te brengen de buitengewone vreugde te smaken die ik heb gesmaakt. […]

‘Ja, en nu zie, o mijn zoon, de Heer schenkt mij een buitengewoon grote vreugde in de vrucht van mijn arbeid;

‘want zie, dankzij het woord [het evangelie van Jezus Christus] dat Hij mij heeft meegedeeld, zijn velen uit God geboren, en hebben gesmaakt zoals ik heb gesmaakt’ (Alma 36:20, 24–26).

Een andere keer getuigde Alma:

‘Dit is mijn roem: dat ik wellicht een werktuig in de handen van God mag zijn om de een of andere ziel tot bekering te brengen; en dat is mijn vreugde.

‘En zie, wanneer ik zie dat velen van mijn broeders werkelijk boetvaardig zijn en tot de Heer, hun God, komen, dan is mijn ziel met vreugde vervuld’ (Alma 29:9–10).

Daarna vertelde Alma over de allesoverheersende vreugde die hij voelde toen andere mensen zielen tot Christus brachten:

‘Maar ik verheug mij niet alleen in mijn eigen succes, integendeel, mijn vreugde is nog overvloediger wegens het succes van mijn broeders [de zonen van Mosiah], die naar het land Nephi zijn geweest.

‘Zie, zij hebben buitengewoon hard gearbeid, en hebben veel vrucht voortgebracht; en hoe groot zal hun beloning zijn!

‘Welnu, wanneer ik denk aan het succes van dezen, mijn broeders, wordt mijn ziel in vervoering gebracht, en als het ware zelfs van het lichaam gescheiden, zo groot is mijn vreugde’ (Alma 29:14–16).

We kunnen dezelfde vreugde ervaren als we anderen liefhebben met ‘de reine liefde van Christus’ (Moroni 7:47; zie ook vers 48), de herstelde waarheid met hen delen en hen uitnodigen om zich bij Gods verbondsvolk te voegen.

de Heiland in Gethsémané

O mijn Vader, Simon Dewey

Vreugde in beproeving

We hoeven niet bang te zijn dat de beproevingen en moeilijkheden waar we in dit leven ongetwijfeld mee te maken krijgen, onze vreugde in de weg zullen staan of weg zullen nemen. Alma’s onbaatzuchtige dienstvaardigheid kwam hem soms duur te staan. Hij werd gevangengezet, leed honger en dorst, werd geslagen en met de dood bedreigd, en werd herhaaldelijk uitgelachen en verworpen. Maar dat werd allemaal ‘verzwolgen door de vreugde in Christus’ (Alma 31:38). Misschien maakte Alma’s lijden de daaropvolgende vreugde eens zo zoet.

President Nelson herinnert ons eraan dat vreugde een rol speelde in het lijden van de Heiland: ‘Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen’ (Hebreeën 12:2).

‘Denk daar eens over na! Om de meest verschrikkelijke ervaring te doorstaan die ooit op aarde was doorstaan, richtte onze Heiland Zich op vreugde!

‘En welke vreugde werd Hem in het vooruitzicht gesteld? Dat was zeker de vreugde dat Hij ons kon reinigen, genezen en sterken; de vreugde van boete doen voor de zonden van allen die zich zouden bekeren; de vreugde van onze terugkeer naar huis mogelijk maken om rein en waardig bij onze hemelse Ouders en familie te leven.

‘Als we ons richten op de vreugde die onze dierbaren of wij zullen krijgen, hoeveel kunnen we dan niet doorstaan dat nu overstelpend, pijnlijk, eng, oneerlijk of gewoon onmogelijk lijkt?’2

Blijvende vreugde is het gevolg van volharden in het evangelie van Jezus Christus en anderen helpen hetzelfde te doen. Blijvende vreugde vloeit ons toe als we in Gods liefde blijven, zijn geboden onderhouden, en de genade van de Heiland ontvangen. Op het evangeliepad is er zowel vreugde onderweg als bij de thuiskomst. Het evangelie van Jezus Christus is het pad van dagelijkse vreugde.