Liahona
Zwakke dingen sterk maken
Februari 2024


‘Zwakke dingen sterk maken’, Liahona, februari 2024.

Zwakke dingen sterk maken

Nephi laat zien hoe we moeten handelen naar de belofte van de Heer dat Hij zal ‘maken dat zwakke dingen sterk voor [ons] worden’ (Ether 12:27).

Nephi bidt

Illustratie, Dan Burr

Net als veel andere mensen heb ik het soms moeilijk om te geloven dat ik iets waard ben en dat God echt van mij houdt. Ik vraag me af hoe mijn toekomst eruitziet en of de beloofde zegeningen wel zullen komen. Ik maak me zorgen of ik mijn zwakheden kan overwinnen om te worden wie God wil dat ik ben. Soms raak ik de moed kwijt, en staan de zwakke dingen in mijn leven het geluk dat ik bij mijn Heiland kan vinden in de weg.

Maar als ik in de Schriften lees, zie ik dat profeten het ook moeilijk hadden om te geloven dat ze het evangelie konden prediken (zie Mozes 6:31), dat ze geliefd en gekend waren (zie Mosiah 24:10–12; Leer en Verbonden 121:1, 6), dat ze hun ellende konden overwinnen (zie Mosiah 24:15–16; Leer en Verbonden 3:1–3, 9–10), en dat ze een belangrijke rol speelden in het plan van onze hemelse Vader (zie Mozes 1:19–20; Abraham 1:4, 16–19; Geschiedenis van Joseph Smith 1:10–20). Ik put hoop uit hun verhalen. Als ik de Heer zoek, kan ik me op alle moeilijkheden voorbereiden en ze overwinnen. Ik weet dat ik tegenslagen en verdriet zal ondervinden, maar ik kan door mijn Heiland meer leren, doen en worden.

Zwakheden

Hoewel het sterfelijk leven een gave is, krijgen we wel met legio zwakheden te maken. Als we onze zwakheden erkennen en ons verootmoedigen, kunnen we onze ‘zwakheid’ – die vaak de vorm van hoogmoed, luiheid of zelfs koppigheid aanneemt – dankzij de Heer overwinnen en dichter tot Hem komen (zie Ether 12:27–28). Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘God [zal] ons onze fouten en tekortkomingen tonen. Maar Hij zal ons ook helpen om zwakte in sterkte te veranderen.’1

Het deed Nephi verdriet toen zijn familieleden toegaven aan hun zwakke, sterfelijke aard (zie 1 Nephi 2:18; 15:4; 2 Nephi 4:13; 5:1). Maar Nephi betreurde ook zijn eigen zwakheden. Hoewel hij de Heer liefhad, sprak Nephi over de ‘zonden die mij zo gemakkelijk overvallen’ (2 Nephi 4:18), waardoor hij in zonde zuchtte, weende en wegkwijnde (zie vers 19, 26, 28). Hij voelde zich omsingeld door de herinneringen aan zijn zonden en dat deed hem pijn (zie vers 17–19).

Maar hij bleef niet ‘in het dal van smarten talmen’, hij liet zijn ‘vlees’ niet ‘verteren’ en liet zijn ‘kracht’ niet ‘verminderen’ (vers 26). Hij koos ervoor om op de Heer te vertrouwen en een beter mens te worden. Toen Nephi ervoor koos om zonde en de daardoor veroorzaakte pijn te verzaken, vond hij nieuwe kracht: hij verheugt zich, vertrouwt op God, verblijdt zich, en vindt verlossing en redding (zie vers 15–20, 26–34). Nephi vond vreugde in Jezus Christus. Ik weet dat we allemaal vreugde in de Heiland kunnen vinden. Als we volgens zijn evangelie leven, worden ‘zwakke dingen sterk’ (Ether 12:27).

Sterke punten

Als we leren wie we als kinderen van God zijn, kunnen we onze waarde zien en de Geest in ons leven brengen. Nephi begreep dat. Nadat hij uitgebreid had opgesomd wat hij verkeerd had gedaan, besefte hij dat hij geliefd en belangrijk was, en dat God hem kende. Door dat besef ging hij zich het volgende voornemen, en hij hield zich daar ook aan:

‘Ontwaak, mijn ziel! Kwijn niet langer weg in zonde. Wees verblijd, o mijn hart, en geef niet langer plaats aan de vijand van mijn ziel.

‘Wees niet wederom vertoornd. […] Verminder mijn kracht niet. […]

‘Verblijd u, […] en roep de Heer aan en zeg: O Heer, ik zal U voor eeuwig loven. […]

‘O Heer, wilt U mijn ziel verlossen? Wilt U mij bevrijden uit de handen van mijn vijanden? Wilt U maken dat ik sidder bij het verschijnen van de zonde? […]

‘O, Heer, ik heb op U vertrouwd, en ik zal eeuwig op U vertrouwen’ (2 Nephi 4:28–31, 34).

‘Het geschiedde dat ik, Nephi, de Heer, mijn God, vaak aanriep. […]

‘En wij onderhielden nauwgezet de gerichten, de inzettingen en de geboden van de Heer in alles. […]

‘En de Heer was met ons’ (2 Nephi 5:1, 10–11).

Net als Nephi kunnen wij meer aan door Jezus Christus. President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft dat proces als volgt samengevat: ‘Wie zijn zwakheid niet ziet, maakt geen vooruitgang. Het besef van uw zwakheid is een zegen, omdat het u nederig houdt en u aanspoort om u tot de Heiland te wenden. De Geest troost niet alleen. Hij bewerkstelligt door de verzoening ook een verandering in uw aard. Dan worden zwakke dingen sterk.’2

We kunnen er vandaag voor kiezen om een toegewijder discipel van Jezus Christus te worden, om door Hem een nieuw mens te worden. Als we onze zwakheden erkennen, gaan we net als Nephi nederig aan onze hemelse Vader om hulp vragen zodat we die zwakheden kunnen overwinnen. Door de Heer kunnen we onze zwakheden en twijfels overwinnen, ontdekken wat we waard zijn, en meer begrip ontwikkelen. Ik heb niet alle wijsheid in pacht, en soms krijg ik het nog moeilijk, maar ik vertrouw erop dat de Heer mij zal bijstaan, en dat Hij mij zal helpen mijn zwakheden te overwinnen en kracht op te doen.

De auteur woont in Idaho (VS).