‘Wij zijn geroepen om goed te doen’, Liahona, juni 2024.
Wij zijn geroepen om goed te doen
We bouwen het koninkrijk van God op door anderen te dienen, ons licht omhoog te houden en voor godsdienstvrijheid pal te staan.
Gideon herkende valse leer toen hij die hoorde. Hij had die eerder gehoord van koning Noach en zijn priesters – priesters die ‘zich in de hoogmoed van hun hart verhieven’ en die ‘in hun luiheid en in hun afgoderij en in hun hoererijen onderhouden [werden] door de belastingen die koning Noach zijn volk had opgelegd’ (Mosiah 11:5–6).
Erger nog, koning Noach had de profeet Abinadi ter dood gebracht en geprobeerd Alma en zijn bekeerlingen uit te roeien (zie Mosiah 17; 18:33–34). Gideon nam zich stellig voor de koning tegen te houden om een eind aan die goddeloosheid te maken. Hij spaarde de koning alleen vanwege een Lamanitische invasie (zie Mosiah 19:4–8).
Gideon gaf de priesters van Noach later terecht de schuld voor het wegvoeren van 24 Lamanitische dochters. Hij merkte op dat Abinadi’s profetie tegen het volk in vervulling was gegaan, omdat ze hadden geweigerd zich te bekeren (zie Mosiah 20:17–22). Hij droeg bij aan de bevrijding van het volk van Limhi, dat door de Lamanieten geknecht was (zie Mosiah 22:3–9).
Toen Gideon ouder was, werd hij weer geconfronteerd met hoogmoed en goddeloosheid. Hij stond toen voor Nehor, die priesterbedrog onder het volk had ingevoerd. Nehor drukte ‘zwaar […] op de kerk’ en probeerde het volk te misleiden (zie Alma 1:3, 7, 12; zie ook 2 Nephi 26:29).
De moedige Gideon gebruikte het woord van God als wapen en vermaande Nehor wegens zijn goddeloosheid. Nehor viel Gideon boos aan en doodde hem met zijn zwaard (zie Alma 1:7–9). Dat was het einde van het leven van ‘een rechtvaardig man’ die ‘veel goeds onder dit volk’ had gedaan (Alma 1:13).
In deze laatste dagen krijgen wij volop kansen om net als Gideon ‘een werktuig in de handen van God’ (Alma 1:8) te zijn. Dat doen we door ‘van nut’ (Mosiah 22:4) te zijn voor anderen, pal te staan voor rechtschapenheid, en bedreigingen van onze vrijheid om God te aanbidden en dienen te weerstaan. Als we Gideons getrouwe voorbeeld volgen, kunnen wij ook veel goeds doen.
Vereen u in dienstbetoon
‘Als volgelingen van [de Heiland] proberen we God en onze naasten over de hele wereld lief te hebben’, heeft het Eerste Presidium gezegd. ‘De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen wil graag anderen tot zegen zijn en behoeftigen helpen. We zijn gezegend dat we de mogelijkheid, de middelen en de wereldwijde contacten hebben om deze heilige taak uit te voeren.’1
Ik ben dankbaar voor het onzelfzuchtige dienstbetoon en het dienstbetoon van kerkleden in onze tempels en in wijken, gemeenten en ringen. Ik ben ook dankbaar dat kerkleden in talloze maatschappelijke organisaties en onderwijs- en liefdadigheidsinstellingen werkzaam zijn. Zij voeren jaarlijks duizenden humanitaire projecten uit, waarbij ze miljoenen uren vrijwilligerswerk doen in bijna tweehonderd landen en territoriums.2
Een van de manieren waarop de kerk in verschillende landen dienstbetoonmogelijkheden uitbreidt, is door middel van JustServe.org. JustServe.org wordt gesponsord door de kerk, maar is beschikbaar voor iedereen die anderen tot zegen wil zijn. JustServe verbindt ‘de behoefte aan vrijwilligers in de gemeenschap met beschikbare vrijwilligers’ die ‘het leven van leden van de gemeenschap verbeteren’.3
De kerk en haar leden slaan ook de handen ineen met dienstbetoonorganisaties over de hele wereld. Dankzij haar leden was de kerk in 2022 de grootste bijdrager van bloeddonaties aan het Rode Kruis. Daarnaast heeft de kerk onlangs een donatie van 8,7 miljoen dollar aan het Rode Kruis gedaan.4
De kerk werkt ook samen met organisaties om in verschillende gebieden over de wereld in schoon water en sanitaire voorzieningen te voorzien. In 2022 nam de kerk aan 156 van dergelijke projecten deel.5 We werken bovendien samen met andere instanties die Gods kinderen in nood verlichting bieden.6
President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Als we de handen ineenslaan om de behoeftigen te dienen, zal de Heer onze harten verenigen.’7
Houd uw licht omhoog
Als discipelen van de Heiland zijn we onze naasten ook tot zegen als we onze verbonden nakomen en een christelijk leven leiden. In het Boek van Mormon staat dat ‘het volk van de kerk’ niet alleen voor rechtschapenheid moet kiezen, maar ook zijn rechtschapen stem moet laten horen als het wil dat de Heer het beschermt en voorspoedig maakt (zie Alma 2:3–7, zie ook Mosiah 29:27). De Heer verwacht van ons dat we ons geloof en onze overtuigingen uitdragen en ons licht omhooghouden. ‘Zie, Ik ben het licht dat u omhoog zult houden’ (3 Nephi 18:24).
President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘We dienen onze Heiland niet goed als we de mens meer vrezen dan God. […] We [zijn] geroepen om de normen van de Heer te vestigen, niet om die van de wereld te volgen.’8
Of het nu op school, op hun werk, in hun vrije tijd, op vakantie, op een date of online is, de discipelen van de Heer schamen zich niet ‘om de naam van Christus op zich te nemen’ (Alma 46:21). Door onze woorden en werken getuigen wij dat God leeft en dat wij zijn Zoon volgen.
‘Ons geloof staat niet los van de rest van ons leven, of zou in ieder geval niet los moeten staan. Geloof is niet alleen voor in de kerk, het is niet alleen voor thuis, het is niet alleen voor op [school]’, heeft Paul Lambert, een kerklid dat expert is op het gebied van godsdienstig pluralisme, gezegd. ‘Het is voor alles wat u doet.’9
We weten niet welke uitwerking ons getuigenis, ons goede voorbeeld en onze goede daden op anderen kunnen hebben. Maar als we pal staan voor deugd en het licht van de Heiland omhooghouden, gaan mensen dat zien en zullen we hemelse steun ontvangen.
Sta pal voor godsdienstvrijheid
Het priesterbedrog van nu, met steeds wereldser wordende samenlevingen die gelovigen onderdrukken, verschilt niet zo veel van dat in de tijd van het Boek van Mormon. De stem van hen die zich verzetten tegen de essentiële rol van godsdienst in openbare en politieke sferen wordt steeds luider. Secularisten en overheden, waaronder veel scholen en universiteiten, dwingen bepaald gedrag af, en stimuleren onzedelijkheid, atheïsme en moreel relativisme.
Aanvallen op godsdienstvrijheid zullen slagen als we niet opkomen voor onze godsdienstrechten. Ik heb onlangs gezegd: ‘Als kerk werken wij samen met andere religies om mensen van alle godsdiensten en geloofsovertuigingen en hun recht om hun overtuigingen uit te spreken, te beschermen.’10
Er is in de hemel oorlog gevoerd over onze morele keuzevrijheid. Om onze keuzevrijheid te behouden, moeten we onze godsdienstvrijheid voortdurend beschermen.
Krachtig godsdienstig geloof sterkt en beschermt gezinnen, gemeenschappen en landen. Het bevordert gehoorzaamheid aan de wet, respect voor leven en bezit, naastenliefde, eerlijkheid en zedelijkheid – deugden die noodzakelijk zijn voor een rechtvaardige, vrije en beschaafde samenleving. We hoeven ons nooit voor ons geloof te verontschuldigen.
Ons zendingswerk, ons plaatsvervangende werk in de tempel, onze inspanningen om het koninkrijk van God op te bouwen en ons geluk vereisen dat we pal staan voor geloof en godsdienstvrijheid. We kunnen die vrijheid niet verliezen zonder andere vrijheden te verliezen.
De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Het is vrijheidsliefde die mijn ziel inspireert – burgerlijke en godsdienstige vrijheid voor de hele mensheid.’11 Godsdienstvrijheid zal ook onze ziel inspireren als we de raad van kerkleiders opvolgen:
-
‘Blijf op de hoogte van kwesties van algemeen belang en spreek u vervolgens moedig en beleefd uit.’12
-
‘Erken dat de erosie van godsdienstvrijheid een grote uitwerking zal hebben op onze mogelijkheden om in kracht en evangeliekennis toe te nemen, door heilige verordeningen gezegend te worden en op de Heer te vertrouwen om zijn kerk te leiden.’13
-
‘Verhef uw stem en bevestig dat God bestaat en dat zijn geboden aangeven dat er absolute waarheden zijn.’14
-
‘Vecht wetten aan die onze vrijheid van godsdienstbeoefening beperken.’15
-
‘Ga de wereld in om goed te doen, geloof in de almachtige God op te bouwen en anderen gelukkiger te maken.’16
-
Bestudeer de bronnen op religiousfreedom.ChurchofJesusChrist.org en religiousfreedomlibrary.org/documents.
We bouwen het koninkrijk van God op door te dienen, ons licht omhoog te houden en voor godsdienstvrijheid pal te staan. Moge de Heer ons zegenen bij onze inspanningen om ‘veel goeds’ te doen voor ons gezin, onze gemeenschap en ons land.