Liahona
De algemene conferentie bijwonen – een balsem uit Gilead voor mijn gebroken ziel
Juni 2024


Digitaal thema-artikel

De algemene conferentie bijwonen – een balsem uit Gilead voor mijn gebroken ziel

De auteur woont in Colorado (VS).

Na het verlies van mijn moeder waren de goedheid, muziek en gedeelde wijsheid die ik tijdens de algemene conferentie meemaakte mij tot zegen.

Afbeelding
Rabbijn Joe en ouderling Carpenter tijdens de algemene conferentie

Broederlijke begroeting: ouderling Matthew L. Carpenter van de Zeventig (rechts) en rabbijn Joe Charnes (links) tijdens de algemene oktoberconferentie 2019.

Foto met dank aan Michael Law.

Anderhalve week voor de algemene oktoberconferentie in 2019 moest ik samen met familieleden en vrienden afscheid nemen van mijn lieve moeder, Eudie Charnes. Mijn hart was gebroken, bedroefd en leger dan leeg. De lieflijkheid van Eudie, de prachtvrouw die ze was, was er eenvoudigweg niet meer. Ik kon haar niet meer vasthouden, omhelzen of voeden – haar niet meer zegenen, voor haar zingen, met haar huilen of bidden. Het leven en licht dat mij het leven had geschonken, was gestorven. Haar weldaad was weg en voorbij. Toen is ook een deel van mij gestorven, een deel diep vanbinnen, dat ik niet meer terug kan krijgen. Ze stierf genadevol, omarmd door geloof, in de liefdevolle armen van haar dierbare familieleden: van mijn vrouw, Sarah; van onze dochter, Yael; en van mij, haar zoon die nu moederloos is.

We waren allemaal bij elkaar, maar toch helemaal alleen – elk alleen in ons persoonlijke verlies, maar verenigd in ons gezamenlijke verlies. En die broze saamhorigheid die we met elkaar deelden, werd gesterkt en bijeengehouden door de goedheid en aanwezigheid van twee heiligen der laatste dagen uit onze omgeving: broeder Mike Law en zijn eeuwige, celestiale huwelijkspartner, zuster Debbie Law, uit Colorado (VS). Hun nederige hart stroomde over van een liefde die alleen beschreven kan worden als geïnspireerd uit de hemel, en we zijn eeuwig dankbaar voor het licht van hun schragende aanwezigheid tijdens onze wandeling door de duisternis en wanhoop van de dood.

In die tijd, slechts twee dagen na de begrafenis van mijn moeder, werd mijn wanhopige roep om hulp beantwoord – in de vorm van een eenvoudig telefoontje en aanbod van mijn dierbare vriend, broeder Mike Law. Zoals altijd nam hij contact op om te zien hoe het met me ging, in mijn verlies op deze lange en eenzame lijdensweg.

Terwijl we met elkaar spraken, merkte ik een onzekere ondertoon in Mikes stem toen hij vroeg: ‘Joe, ik weet dat het antwoord waarschijnlijk nee zal zijn, maar zou je naar de algemene conferentie willen gaan, als ik kaartjes kan krijgen?’ Mijn antwoord was eenvoudig, onmiddellijk en direct: ‘Mike, ik zou eigenlijk nergens anders willen zijn.’

Dat waren mijn woorden, vrienden; dat waren mijn woorden – woorden gezongen in plechtig gezang en plechtig verdriet. Ik wist gewoon dat de algemene conferentie dat gewijde moment van genadige verheffing voor mijn hart zou zijn. Ik wist dat de ruimhartige armen van de heiligen der laatste dagen onvoorwaardelijk en liefdevol zouden worden uitgestrekt – en dat hun liefdevolle hart gewoon niet zou falen.

Tijdens de algemene conferentie glimlachen de mensen gewoon vanuit hun hart. Zij begroeten vanuit hun hart en ze stralen vanuit hun hart. Er gaat een onuitgesproken taal van hun hart uit. Hun aanwezigheid zegt hallo. Gewoon daar aanwezig zijn zegt hallo. Gewoon daar aanwezig zijn voelt als een omhelzing.

Dat was de balsem die mijn gekwetste ziel nodig had – die hartverwarmende balsem, die gevoelde goedheid in de algemene conferentie. Daarom was de algemene conferentie werkelijk de genezende balsem uit Gilead die mijn ziel nodig had.

En dat is een algemene waarheid van jullie geweldige geloof. Wijze, liefdevolle, inspirerende goedheid is de lijfspreuk van de heiligen der laatste dagen; het is een symbool en erfgoed van jullie geloof. Als het aloude adagium waar is dat ‘de hoogste vorm van wijsheid goedheid is’, dan is de algemene conferentie een ontmoetingsplaats voor enkele van de wijste mensen op aarde.

Jullie zijn ‘een licht voor de natiën’ en een licht voor mijn hart. Dank je, Mike, dat je gehoor geeft aan de ingevingen van je hart. Dankzij jouw toewijding om mijn gemoedsrust te herstellen, zingt het hemelse koor: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar’ (Mattheüs 25:23).

De heerlijkheid van de algemene conferentie ging verder met muzikale wijsheid. En ik leg nadruk op muzikale wijsheid, niet slechts mooie muziek. Alle heilige lofzangen zijn werken van poëtische en melodische schoonheid die onze ziel inspireren en verheffen. Maar lofzangen zijn ook diepgaande overpeinzingen, om vanuit het hart over na te denken en te bidden. De tekst ervan is bedoeld om ons te leiden, om ons heilige en goddelijke wijsheid bij te brengen. Van de heerlijkheid van muzikale wijsheid gaan we naar de heerlijkheid van de wijsheid zelf, als heiligen en wijzen klaarstaan om ons leven vanuit de ziel te verlichten. In wat alleen maar beschreven kan worden als een reeks grootse wijsheidsoffers, schenken mannen en vrouwen met een wijs en heilig hart de mensheid een schilderachtige rondleiding door wat heilig is, waarbij ze een wereld van waar licht aanbieden en onthullen.

Ik sluit af met enkele laatste woorden van heerlijkheid. Ze gaan over een engelachtige zuster, studente aan de Brigham Young University (BYU), die me met woorden vanuit het diepst van haar ziel heeft gezegend. Ik herhaal haar woorden vaak en denk erover na.

Op de glorieuze maandag na de algemene conferentie had ik het voorrecht om op de BYU–Provo een lezing van hoogleraar David Seely over het oude Israël bij te wonen. Na een openingsgebed om ons hart open te stellen voor het hemelse, zowel van boven als vanbinnen, bespraken we eerst onze gedachten over de algemene conferentie en de inspirerende invloed ervan. Nadat ik enkele persoonlijke overpeinzingen over het ervaren van die goddelijke momenten had gedeeld, zei een engelachtige zuster: ‘Bedankt dat u mij herinnert aan de schoonheid van mijn geloof.’ Tot op de dag van vandaag weerklinken haar woorden nog steeds in mijn binnenste.

Tot jou, lieve zuster, van wie ik de naam niet ken, en tot alle heiligen der laatste dagen, zeg ik dank jullie. Dank voor de schoonheid van jullie geloof. Dank dat je mij aan de schoonheid van geloof hebt herinnerd. Dank dat je me hebt geïnspireerd en me eraan hebt herinnerd om mijn eigen geloof beter na te leven en beter te uiten. Dank dat je me hebt herinnerd aan het prachtige potentieel dat geloof kan voortbrengen en tot bloei kan brengen. Jullie geloof is waarlijk een ‘licht voor de natiën’ en een helder stralende ster in mijn hart.

Jullie weg is een weg van melodie en een weg van melodieuze genade. Het is een melodie die trouwe volgelingen inspireert om een dienend leven te leiden, in liefdevolle bediening, met liefdevolle hulp aan allen. Dat is jullie gave, dat is jullie zegen, en dat is jullie heerlijkheid als heiligen der laatste dagen.

De algemene conferentie is algemene heerlijkheid. Ik zegen je in alles wat je doet, als je gehoor geeft aan de oproep: ‘Ga heen en getuig.’ ‘God zij met u tot w’u wederzien.’

Sjalom.

Afdrukken