‘Kinderen in de kracht van relaties en dienstbetoon onderwijzen’, Liahona, juni 2024.
Kinderen in de kracht van relaties en dienstbetoon onderwijzen
Als we onze kinderen aanleren om anderen in hun familie, in de kerk en in de gemeenschap te helpen, leggen we het fundament voor toekomstig geluk door ze nu al waar geluk te laten ervaren.
Ik noemde onze 7-jarige dochter vroeger altijd mijn geheime wapen. Toen ik bisschop was, wilde ik mijn kinderen bij mijn dienstbetoon betrekken. Door haar mee te nemen wanneer ik wijkleden bezocht, kon ik meer tijd met haar doorbrengen, maar gingen er ook vaak deuren open die eerder gesloten waren. Het is moeilijk om de bisschop weg te sturen als zijn lieve 7-jarige dochter naar je glimlacht. Dat deed de wijkleden goed, maar ik denk dat het voor mijn dochter ook goed was. Ze zag niet alleen hoe haar vader anderen liefhad en diende, maar leerde al op jonge leeftijd dat zij ook anderen kon liefhebben en dienen. En ze werd er nog blij van ook.
We willen allemaal dat onze kinderen gelukkig worden. We willen dat ze een vreugdevol leven met liefdevolle relaties leiden. Maar de wereld waarin we leven maakt dat vaak moeilijk. Veel hedendaagse invloeden moedigen onze kinderen aan om meer met zichzelf bezig te zijn. Ze krijgen vaak de boodschap dat ze pas gelukkig zijn als ze op hun eigen voordeel letten.
De sociale wetenschappen tonen aan dat prosociaal gedrag de sleutel tot een gelukkig leven is. ‘Prosociaal’ is een duur woord dat deze lering van de Heiland beschrijft: we vinden onszelf (en waar geluk) door onszelf in liefdevol dienstbetoon te verliezen (zie Mattheüs 10:39).
Maar er heerst een epidemie van eenzaamheid die iedereen in de samenleving treft, van kinderen tot jongvolwassenen tot senioren. Veel mensen zijn op sociale media meer dan ooit met anderen verbonden. Maar helaas zijn ze ook meer vervreemd van echte relaties dan ooit tevoren.1
Hoe kunnen we onze kinderen dan duidelijk maken dat betekenisvolle relaties en zinvol dienstbetoon meer vreugde opleveren?
Dienstbetoon met hun primaire identiteit in verband brengen
Ouders moeten hun kinderen laten weten wie ze zijn. Voor veel mensen is identiteit iets dat ons scheidt en verdeelt. In plaats van onze identiteit als onderdeel van Gods gezin voor ogen te houden, kiezen veel mensen voor etiketten die medeleven met en zorg voor anderen ontmoedigen.
Geen wonder dat president Russell M. Nelson beklemtoont hoe belangrijk het is om onze belangrijkste identiteit te kennen en prioriteit te geven:
‘Wie ben je?
‘Eerst en vooral ben je een kind van God.
‘Ten tweede ben je, als lid van de kerk, een verbondskind. En ten derde ben je een discipel van Jezus Christus.’2
Als we onszelf op de eerste plaats als kinderen van God beschouwen, beseffen we dat ieder van ons een ‘goddelijke aard en bestemming’ heeft.3 Dat wil zeggen dat onze fundamentele aard goddelijk is en dat we het potentieel hebben om meer op God te gaan lijken. Hij heeft gezegd: ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). Alles wat God doet, doet Hij om ons lief te hebben, te zegenen en te verhogen. ‘Hij doet niets, tenzij het voor het welzijn van de wereld is’ (2 Nephi 26:24).
God weet veel beter dan wij wat er nodig is voor geluk. Is het dan verwonderlijk dat we tegen onze eeuwige aard ingaan wanneer we een egocentrisch leven leiden? Dan voelen we een gebrek aan zingeving en geluk. Zij die ‘zich tegen de aard van God gekeerd [hebben, bevinden] zich in een staat die in strijd is met de aard van het geluk’ (Alma 41:11). Onze eeuwige aard maakt het onmogelijk om geluk te vinden in een egocentrische, onrechtvaardige levenswijze (zie Helaman 13:38).
Door onze ware identiteit als kinderen van God voor ogen te houden, beseffen we dat we werkelijk broeders en zusters zijn. Als we onze ware identiteit kennen, gaan we dienstbetoon en relaties meer waarderen. Dan beseffen we dat we ‘samenwerken met de Almachtige om het doel van het eeuwige heilsplan te bereiken’, zoals ouderling John A. Widtsoe heeft gezegd.4 Wij ‘treuren met hen die treuren; ja, en vertroosten [hen] die vertroosting nodig hebben, en [treden] te allen tijde […] als getuige van God op’ (Mosiah 18:9).
Onze kinderen waardering voor relaties en dienstbetoon bijbrengen
Als ouders kunnen we onze kinderen leren om gelukkig te zijn door ze waardering voor relaties bij te brengen. Niemand kan zonder positieve relaties echt gelukkig zijn. God wist dat, dus volgens zijn volmaakte plan plaatst Hij ons in een gezin, in een wijk of gemeente, en in een gemeenschap. Hij weet dat we dit nodig hebben om te leren liefhebben en dienen zoals Hij. Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘President Russell M. Nelson heeft ons gevraagd om “meer hoffelijkheid, etnische en rassenharmonie, en wederzijds respect te betrachten”. Dit houdt in dat we elkaar en God liefhebben, elkaar als broeders en zusters accepteren, en dat we een waar Zionsvolk zijn.’5
Bedenk hoe krachtig het besef voor onze kinderen kan zijn dat God ons niet alleen gebiedt om voor elkaar te zorgen, maar ook aanbiedt om daarbij met ons samen te werken. God laat ons dit dienstbetoon niet alleen doen. Hij belooft met ons te wandelen: ‘U zult in Mij verblijven en Ik in u; daarom, wandel met Mij’ (Mozes 6:34). Ons leven verandert als we in liefdevol dienstbetoon met God wandelen. Lees maar wat Henoch met Gods hulp kon bereiken en hoe belangrijk relaties voor de opbouw van Zion zijn. Dat krachtige voorbeeld kunnen wij volgen (zie Mozes 6–7).
Als we onze kinderen aanleren om anderen in hun familie, in de kerk en in de gemeenschap te helpen, leggen we het fundament voor toekomstig geluk door ze nu al waar geluk te laten ervaren. We helpen ze om meer op God te gaan lijken en zo de vreugde te ervaren die uit een goddelijk leven voortvloeit.
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat we, als we een christelijk karakter ontwikkelen, ons vanzelf in liefdevol dienstbetoon op anderen richten.6 Satan weet dat en wil liever dat we ons op onszelf richten. Maar we kunnen onze kinderen duidelijk maken dat liefdevol dienstbetoon veel doeltreffender is voor ons geluk dan met onszelf bezig zijn. Deze oude spreuk gaat nog steeds op: ‘Help de boot van uw broeder naar de overkant, en zie, die van u bereikt de oever.’7
Hoe? Betrek God erbij en ‘til uit stand’
We kunnen beginnen met onze gezinsgebeden om onze kinderen te leren anderen als broeders en zusters te zien. In onze gezinsgebeden vragen we God al jaren om onze familie te zegenen. Met ‘familie’ bedoelen we (en bidden we specifiek voor) ons eigen gezin (ouders en kinderen), andere familieleden, onze wijkfamilie en onze buurtfamilie. We wilden dat onze kinderen de mensen die God om ons heen heeft geplaatst als familie zouden zien.
Daarna staan we op en proberen we de mensen voor wie we bidden van dienst te zijn. We betrekken onze kinderen bij liefdevolle relaties met hun tantes, ooms, neven, nichten en grootouders. Onze kinderen hielpen ons bijvoorbeeld de laatste paar jaar van haar leven voor mijn lieve moeder te zorgen. We deden het beslist niet perfect, maar alle moeite heeft wel degelijk iets betekend.
In veel opzichten is dit niet meer dan ‘tillen uit stand’, in de woorden van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen.8 Vaak worden moeilijke doelen haalbaar als we beginnen waar we zijn en doen wat we kunnen. Ons eigen gezin, onze kerk en onze gemeenschap bieden veel mogelijkheden om onze kinderen de vreugde van zinvol dienstbetoon te laten ervaren.
De vreugde van verbondsrelaties
U hebt misschien gemerkt hoe vaak onze kerkleiders zeggen dat het belangrijk is om op het verbondspad te blijven. Het verbondspad is meer dan een verzameling regels. De verordeningen die we ontvangen en de verbonden die we sluiten, zijn Gods manier om ons met Hem en elkaar te verbinden, zodat we meer op Hem gaan lijken. Dat draait niet alleen om het eerste grote gebod om God lief te hebben, maar ook om het tweede grote gebod, namelijk elkaar liefhebben. Als we onszelf verliezen in dienstbetoon, gaan wij en onze kinderen onze ware identiteit ontdekken.