Liahona
Een verandering van hart: ‘kunt u nu zo gestemd zijn?’
Juni 2024


Kom dan en volg Mij

Alma 5

Een verandering van hart: ‘kunt u nu zo gestemd zijn?’

Blijvende bekering is mogelijk als we de Heer en zijn goedheid aan ons indachtig zijn.

Alma de jonge stelde het volk in de stad Zarahemla deze diepzinnige vragen:

‘Bent u geestelijk uit God geboren? Hebt u zijn beeld in uw gelaat ontvangen? Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden? […]

‘En nu zie, ik zeg u […]: Indien u een verandering van hart hebt ondergaan, en indien u gestemd was het lied van de verlossende liefde te zingen, zou ik willen vragen: Kunt u nu zo gestemd zijn?’ (Alma 5:14, 26.)

Ik ben opgegroeid in de wijk Ogden 1 in Ogden (Utah, VS). Toen ik een jaar of 9 was, vroeg onze bisschop (mijn vader) aan het begin van de getuigenisdienst alle aanwezigen om hun getuigenis te geven. De bijeenkomst verliep zoals mijn vader had gevraagd. Bijna alle aanwezigen stonden op en gaven hun getuigenis.

kerkgebouw in Ogden (Utah, VS)

Het kerkgebouw waar ouderling Hales als kind naar de wijk Ogden 1 ging.

Foto’s ter beschikking gesteld door de auteur

Dat was een bijzondere gebeurtenis voor mij. Elk getuigenis was eenvoudig, duidelijk en gericht op waarheden over de Heiland en zijn evangelie. Naar mijn idee voelde iedereen een onmiskenbare uitstorting van de Geest. Ik had ongetwijfeld eerder de Geest gevoeld, maar die dag was de Geest op een bijzondere manier aanwezig. Ik voelde een krachtig getuigenis van de waarheid van het evangelie. Na al die jaren ben ik deze ervaring, waarbij ik de eenheid in de wijk en de liefde van de Heiland voelde, nooit vergeten.

Wat onze eerste ervaringen met het ontvangen van een bevestigend getuigenis van de waarheid van het evangelie van Jezus Christus ook waren, we kunnen er veel baat bij hebben onszelf af te vragen: ‘[Kan ik] nu zo gestemd zijn?’ en dan de nodige aanpassingen te doen.

Weten we nog wat we ervoeren en voelden toen we het evangelie van Jezus Christus aanvaardden en besloten Hem te dienen en zijn geboden te onderhouden? Voelen we nog steeds ‘Gods Geest […] als vuur en als vlammen’1 in ons branden? Zijn we nog steeds enthousiast in ons discipelschap?

Gedenken en ons bekeren

In het Boek van Mormon krijgen we vaak de raad om te gedenken. Waarom? Omdat we door geestelijke ervaringen en gevoelens te gedenken vaak meer kracht krijgen om zonde te vermijden en toegewijd op het verbondspad te blijven.

Het Boek van Mormon moedigt ons ook aan om ons te bekeren. Toen Alma had gezien dat het volk zich moest bekeren, sprak hij over de zegeningen van vergeving die door de verzoening van de Heiland beschikbaar zijn. Hij bracht daarop deze boodschap van hoop, die ook nu op ons van toepassing is:

‘Zie, [de Heiland] nodigt alle mensen uit, want de armen van barmhartigheid zijn naar hen uitgestrekt, en Hij zegt: Bekeer u, en Ik zal u aannemen.

‘Ja, Hij zegt: Kom tot Mij en u zult nemen van de vrucht van de boom des levens; ja, u zult vrijelijk eten en drinken van het brood en de wateren des levens;

‘ja, kom tot Mij en breng werken van gerechtigheid voort, en u zult niet worden omgehakt en in het vuur geworpen. […]

‘Zie, ik zeg u dat de goede herder u roept; ja, en met zijn eigen naam roept Hij u, welke de naam van Christus is’ (Alma 5:33–35, 38).

God en onze naasten liefhebben

Alma zette zijn onderwijs voort met de vraag of het volk van hoogmoed en afgunst was ontdaan (zie Alma 5:28–29). Hij vroeg ook:

‘Is er iemand onder u die de spot drijft met zijn broeder, of die hem met vervolgingen overstelpt?

‘Wee zo iemand, want hij is niet gereed, en de tijd is nabij dat hij zich moet bekeren of hij kan niet worden gered!’ (Alma 5:30–31.)

President Russell M. Nelson heeft ons verteld dat het onze plicht is om anderen liefdevol en respectvol te behandelen, zonder veroordelend en onvriendelijk te zijn. Hij heeft gezegd:

‘Zoals in het Boek van Mormon staat, […] nodigt de Heiland ons “allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; […] allen zijn voor God gelijk” (2 Nephi 26:33). […]

‘Toen een spottende Farizeeër [de Heiland] uitdaagde om het grootste gebod in de wet te noemen, was de reactie van de Heiland zeer gedenkwaardig en kort. Hij sprak waarheid die tot een vreugdevol leven leidt. Zijn opdracht was om bovenal God lief te hebben met heel ons hart en dan onze naasten als onszelf lief te hebben (zie Mattheüs 22:35–39).’2

Daarnaast maken Alma’s woorden ons op krachtige en heldere wijze duidelijk dat we de armen en behoeftigen niet de rug toe mogen keren (zie Alma 5:55). We moeten juist hen te hulp komen die ons nodig hebben. Dat is essentieel voor ons, zodat we vergeving van onze zonden kunnen behouden (zie Mosiah 4:16–26) en de verandering kunnen blijven voelen die de Heiland in ons hart heeft teweeggebracht.

Toegewijd zijn aan persoonlijke godsdienstige gebruiken

In ons sterfelijk leven moeten we door geloof wandelen. Soms kunnen we ons ergeren. Familieleden en mensen met wie we omgaan, kunnen ons teleurstellen. We voelen ons weleens moe, zwak, uitgeput en in alles verleid. Omstandigheden in deze wereld kunnen ons doen afvragen of ‘de duivel lacht en zijn engelen juichen’ wegens onze benarde toestand (3 Nephi 9:2). Gezien dergelijke situaties en beproevingen, vooral in deze laatste dagen, kan ons enthousiasme om het evangelie na te leven afnemen als we niet toegewijd zijn.

Maar we kunnen fundamentele godsdienstige gebruiken volgen om onszelf te beschermen, ook als we het moeilijk hebben. Die persoonlijke godsdienstige gebruiken zijn essentieel om ons geloof te versterken, verleiding te weerstaan en onze geestelijke ervaringen indachtig te zijn. Ze helpen ons om geestelijk te groeien en Satans tactieken te overwinnen.

Het getuigenis van twee hedendaagse profeten over de zegeningen van twee van deze persoonlijke godsdienstige gebruiken zijn noemenswaardig:

President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft getuigd:

‘Een van de belangrijkste dingen die u […] kunt doen, is u verdiepen in de Schriften. Onderzoek ze ijverig. Vergast u aan de woorden van Christus. Raak bekend met de leer. Bekwaam u in de beginselen die erin staan. Er zijn weinig andere bezigheden die u […] meer tot zegen zullen zijn. Er zijn weinig andere manieren om meer inspiratie op te doen. […]

‘Als leden en gezinnen zich geregeld en consequent in de Schriften verdiepen, […] zullen getuigenissen groeien. Toewijding zal toenemen. Gezinnen zullen versterkt worden. Persoonlijke openbaring zal ons toevloeien.’3

Tijdens de instructiebijeenkomst voor leidinggevenden rond de algemene oktoberconferentie van 2019 heeft president Nelson gezegd: ‘Aan het eind van de oktoberconferentie van vorig jaar, heb ik de leden aangespoord regelmatig de tempel te bezoeken. Waarom? Omdat de aanvallen van de tegenstander exponentieel toenemen, zowel in intensiteit als in verscheidenheid. Het is nog nooit zo belangrijk geweest om geregeld in de tempel te zijn. Ik heb toen beloofd, en ik herhaal nu, dat zij die geregeld een afspraak met de Heer maken om naar zijn heilige huis te gaan en zich aan die afspraak houden, wonderen zullen meemaken.’4

De zegeningen van een veranderd hart

Alma moedigde het volk van Zarahemla aan om de gevangenschap van hun voorouders te gedenken. Hij spoorde ze aan om de ‘barmhartigheid en lankmoedigheid’ van de Heer jegens hun vaderen indachtig te zijn en te gedenken ‘dat Hij hun ziel uit de hel heeft bevrijd’ (Alma 5:6). Het hart van hun vaderen was door de verdiensten, barmhartigheid en genade van Jezus Christus veranderd (zie Alma 5:7; zie ook 2 Nephi 2:8). Dat zijn zegeningen waar ook wij aanspraak op kunnen maken als we de Heer en zijn goedheid indachtig zijn.

Als ik terugdenk aan die unieke vasten-en-getuigenisdienst uit mijn jeugd, aan de gevoelens die ik toen had en aan de zaadjes van getuigenis die de Heilige Geest toen in mijn hart zaaide, wil ik nu een beter mens zijn. Als we de raad van Alma opvolgen door onze eigen geestelijke ervaringen indachtig te zijn, onze godsdienstige gebruiken trouw na te leven en nederig na te denken over alles wat de Heiland voor ons heeft gedaan, versterken we ons vermogen om onze verbonden na te komen en dichter tot Hem te komen.

jongvolwassenen in een kerkgebouw tijdens een activiteit

Jongvolwassenen in het kerkgebouw van de wijk Ogden 1 tijdens een activiteit. Ouderling Hales’ moeder (rechterzijde, derde rij, uiterst links) en vader (rechterzijde, tweede rij, uiterst rechts) woonden de activiteit vóór hun huwelijk in oktober 1949 bij.

Noten

  1. ‘Gods Geest brandt in ’t harte’, Lofzangen, nr. 2.

  2. Russell M. Nelson, ‘NAACP Convention Remarks’ (toespraak gegeven in Detroit [Michigan, VS] op 21 juli 2019), newsroom.ChurchofJesusChrist.org.

  3. Ezra Taft Benson, ‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, 81.

  4. Russell M. Nelson, instructiebijeenkomst voor leidinggevenden rond de algemene conferentie, 2 oktober 2019; met toestemming gebruikt.