Liahona
Onwrikbaarder in het geloof in Christus
Augustus 2024


‘Onwrikbaarder in het geloof in Christus’, Liahona, augustus 2024.

Kom dan en volg Mij

Helaman 3

Onwrikbaarder in het geloof in Christus

Hoe kunnen we voldoende geloof in Jezus Christus voor goede en slechte tijden ontwikkelen?

Afbeelding
man en vrouw lezen samen aan tafel

In het derde hoofdstuk van Helaman lezen we over een periode van ‘blijvende vrede’ (Helaman 3:23) en ‘buitengewoon grote voorspoed in de kerk’ (Helaman 3:24). Duizenden lieten zich dopen en ‘de zegeningen die over het volk waren uitgestort’ waren zo talrijk ‘dat zelfs de hogepriesters en de leraren bovenmatig verbaasd waren’ (Helaman 3:25).

Helaas werden enkele ‘mensen die beweerden tot de kerk van God te behoren’ (Helaman 3:33) hoogmoedig en begonnen ze hun medeleden te vervolgen (zie Helaman 3:34). ‘Nu was dat een groot kwaad, dat ertoe leidde dat het ootmoedigste deel van het volk grote vervolgingen te verduren kreeg en veel ellende moest doorworstelen’ (Helaman 3:34).

Ik kan me voorstellen dat dit vooral voor de nederige leden van de kerk pijnlijk was. Een paar jaar eerder had het volk immers zij aan zij gevochten om een Lamanitische aanval te verijdelen (zie Helaman 1). Maar deze keer kwamen de beproevingen van binnenuit. De vervolgers waren mensen met wie zij hadden gesproken, gebeden, geleerd en aanbeden.

Hoe reageerde ‘het ootmoedigste deel van het volk’ te midden van al dat leed? Waardoor konden ze het verdragen dat ze ironisch genoeg vervolgd werden door hen die ooit beweerd hadden medediscipelen van Christus te zijn?

Het antwoord staat in Helaman 3:35: ‘Niettemin vastten en baden zij dikwijls, en werden steeds sterker in hun ootmoed, en steeds onwrikbaarder in het geloof in Christus, waardoor hun ziel met vreugde en vertroosting werd vervuld, ja, zodat hun hart gereinigd en geheiligd werd, welke heiliging tot stand kwam door de overgave van hun hart aan God’ (cursivering toegevoegd).

Laten we eens bedenken hoe wij, net als de heiligen in de tijd van Helaman, ‘steeds onwrikbaarder in het geloof in Christus’ kunnen worden nu we samen, in de woorden van president Russell M. Nelson, ‘een van de meest gecompliceerde tijden van de wereldgeschiedenis’, een tijd van ‘weergaloze moeilijkheden’ doormaken.

Afbeelding
Laman en Lemuel tillen Nephi op

Twee voorbeelden van Nephi’s geloof

De Schriften staan vol ervaringen van mannen en vrouwen die ondanks de beproevingen van hun tijd steeds onwrikbaarder in het geloof in Christus werden. Denk bijvoorbeeld aan Nephi’s gelovige reactie op twee ervaringen die het uiterste van hem vergden. Ze waren aanvankelijk vrijwel hetzelfde, maar brachten uiteindelijk hun eigen moeilijkheden met zich mee.

Toen Nephi en zijn broers met Ismaël en zijn gezin uit Jeruzalem terugkeerden, kwamen Laman, Lemuel en anderen in opstand (zie 1 Nephi 7:6–7). Nephi riep hen tot bekering en smeekte hen de Heer indachtig te zijn (zie 1 Nephi 7:8–15). Laman en Lemuel werden kwaad op Nephi en bonden zijn handen en voeten met koorden vast, en lieten hem in de wildernis achter om te sterven (zie 1 Nephi 7:16).

Hoe hartverscheurend het gedrag van zijn broers ook moet zijn geweest en ondanks de angst die hij moet hebben gevoeld, koos Nephi ervoor om onwrikbaar in het geloof in Christus te blijven. Hij bad tot de Heer ‘en zei: O Heer, wil mij, naar mijn geloof in U, uit de handen van mijn broers bevrijden; ja, geef mij kracht dat ik deze banden waarmee ik ben gebonden, mag verbreken’ (1 Nephi 7:17).

Nephi’s gebed werd onmiddellijk en op wonderbaarlijke wijze verhoord! ‘De banden van [zijn] handen en voeten werden losgemaakt, en [hij] stond voor [zijn] broers en sprak […] tot hen’ (1 Nephi 7:18). Nephi’s hart moet met dankbaarheid voor de Heer zijn vervuld omdat Hij hem had bevrijd.

Dit was echter niet de laatste keer dat Laman en Lemuel hun broer met koorden vastbonden. De keer daarna verliep Nephi’s bevrijding aanzienlijk anders dan de eerste keer en moest Nephi opnieuw zijn onwrikbaarheid in zijn geloof in Christus bewijzen.

Toen ze vele jaren later de zee naar het beloofde land overstaken, gedroegen Laman en Lemuel en de zoons van Ismaël zich met ‘buitengewone ruwheid’, en vergaten ze de macht van de Heiland waardoor ze op hun reis waren gezegend (zie 1 Nephi 18:9). Nephi riep hen opnieuw tot bekering, en Laman en Lemuel werden wederom kwaad op hem (zie 1 Nephi 18:10). Net als de vorige keer grepen ze Nephi beet en bonden hem met sterke koorden vast (zie 1 Nephi 18:11–12).

Wat dacht Nephi toen hij weer met koorden werd vastgebonden? Wat zouden wij gedacht hebben als we ons weer in deze benarde situatie zouden bevinden? Misschien zouden wij hebben gedacht:‘Ik heb dit eerder meegemaakt! Ik weet wat ik moet doen. Als ik tot de Heer bid, zal Hij me onmiddellijk en op wonderbaarlijke wijze bevrijden.’ We weten niet wat Nephi dacht. We weten wel dat deze twee ervaringen op zich vergelijkbaar waren. Dat gold echter niet voor het onmiddellijke resultaat. Deze keer werd Nephi niet onmiddellijk uit de handen van zijn broers bevrijd. In plaats daarvan moest hij door hun toedoen vier dagen lang lijden (zie 1 Nephi 18:14–15).

Nephi herinnerde zich zijn eerdere ervaring en bad misschien vol vertrouwen dat hij meteen bevrijd zou worden. Toen die bevrijding op zich liet wachten, had Nephi ontmoedigd kunnen raken en had zijn geloof door twijfel kunnen verzwakken. De uren en dagen kropen voorbij en zijn pijn werd erger. De toenemende last van die ontmoediging en twijfel had Nephi’s geloof de das om kunnen doen. Hij had kunnen klagen over de vraag waarom hij niet bevrijd was. Had hij nu niet meer geloof – een rijper en meer ontwikkeld geloof – dan de eerste keer dat hij was vastgebonden? Was zijn geloof niet gegroeid door krachtige ervaringen met de Liahona, zijn gebroken boog en een schip dat op aanwijzing van de Heer was gebouwd?

In plaats van ontmoedigd te raken of te twijfelen, bleef Nephi onwrikbaar in zijn geloof. Zijn geloof was niet gebaseerd op de timing of methode van zijn bevrijding, en niet afhankelijk van de verwachte uitkomst. Zijn geloof was niet voorwaardelijk. Nephi’s geloof was stevig in Jezus Christus verankerd – ongeacht de omstandigheden. Door dat geloof kon hij deze woorden schrijven: ‘Niettemin vertrouwde ik op mijn God en ik loofde Hem de gehele dag; en ik morde niet tegen de Heer wegens mijn ellende’ (1 Nephi 18:16).

Merk op dat Nephi dankzij zijn onwrikbare geloof in Christus troost in zijn ellende kon vinden en ondanks zijn pijn met liefde voor God werd vervuld. Hij was de verpersoonlijking van wat zijn broer Jakob later zou prediken:

‘Vertrouw op God met een onwrikbaar gemoed en bid tot Hem met buitengewoon groot geloof, en Hij zal u in uw ellende vertroosten, en Hij zal uw zaak bepleiten. […]

‘Hef uw hoofd op en neem het aangename woord van God aan en vergast u aan zijn liefde; want dat mag u, als uw gemoed onwrikbaar is, voor eeuwig doen’ (Jakob 3:1–2; cursivering toegevoegd).

Afbeelding
Beeld uit een Bijbelvideo van Jezus Christus die bij een bron zit

Wij kunnen in geloof voortgaan

Zowel Nephi als de heiligen in de tijd van Helaman bieden ons de hoop dat we met de hulp van de Heer onwrikbaar in ons geloof in Christus kunnen worden. Terwijl u dit leest, vraagt u zich misschien af of die hoop ook op u van toepassing is. Laten we allemaal troost en moed uit deze woorden van onze geliefde profeet, president Nelson, putten:

‘De Heer vergt geen volmaakt geloof om ons toegang tot zijn volmaakte macht te geven. Maar Hij vergt wél van ons dat we geloven. […]

‘De Heiland is het dichtste bij u als u vol geloof een berg beklimt.’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De meesten van ons bevinden zich momenteel ergens op een continuüm van sociaal gemotiveerde deelname aan evangelierituelen aan de ene kant tot volledig ontwikkelde toewijding aan de wil van God, zoals Christus, aan de andere kant. Ergens op dat continuüm komt het goede nieuws van het evangelie van Jezus Christus in ons hart en neemt bezit van onze ziel. Het gebeurt misschien niet ineens, maar we moeten ons allemaal in de richting van die gezegende toestand voortbewegen.’

Mogen wij te midden van de unieke beproevingen en moeilijkheden van deze tijd ons voor eens en altijd voornemen om voor geloof in Jezus Christus te kiezen, een geloof dat in goede en in slechte tijden voldoende is. Mogen wij werken, vasten en bidden om onwrikbaarder in het geloof in Christus te worden, en met een vastberaden geest zijn vertroosting in onze beproevingen ontvangen en ons voor eeuwig aan zijn liefde vergasten.

Daarom wil ik van de waarachtigheid van president Nelsons bijzondere getuigenis getuigen: ‘Welke vragen of problemen u ook hebt, het antwoord is altijd in het leven en de leringen van Jezus Christus te vinden.’

Afdrukken