Liahona
Ik hou van dat lied
Augustus 2024


‘Ik hou van dat lied’, Liahona, augustus 2024.

Onder heiligen der laatste dagen

Ik hou van dat lied

De woorden van een lievelingslofzang herinnerden mijn moeder eraan dat we mensen in nood moeten helpen.

Afbeelding
vrouw met een huilend meisje

Illustratie, Katy Dockrill

Mijn moeder, Dorothy Candland Woodruff (inmiddels overleden), moest op een middag in Regina (Saskatchewan, Canada) zijn, maar had haar vlucht gemist. Daarom werd ze omgeboekt, met tussenstops in Colorado (VS) en Calgary (Alberta, Canada). Ze zou pas rond middernacht aankomen. Gefrustreerd begon ze aan haar reis.

Haar tweede vlucht was vol en luidruchtig. Ze probeerde wat werk te doen toen een meisje aan de andere kant van het gangpad begon te huilen. Ze zeurde tegen haar moeder, die een baby vasthield. De vader van het meisje zat voor mijn moeder met een ander kind van ongeveer vijf jaar.

De moeder van het meisje praatte zachtjes tegen haar dochter, maar het kind ging steeds harder huilen.

‘Die ouders hadden hun kinderen duidelijk niet op de reis voorbereid’, zei mijn moeder toen ze ons later over haar ervaring vertelde. Ik zal de les die volgde in haar eigen woorden vertellen:

‘Uiteindelijk droeg de moeder haar huilende dochter naar het toilet. Kort daarna kwam de moeder met het meisje terug, dat nog steeds in tranen was – stille tranen, merkte ik dankbaar op. Ze ging zitten en hield haar dochter in haar armen, terwijl ze haar teder heen en weer wiegde. Toen hoorde ik haar zachtjes “Ik ben een kind van God” zingen.

‘Verbaasd keek ik op van mijn werk omdat ik het lied herkende. Ik zag het gezin in een ander licht. Toen de moeder uitgezongen was, legde ik mijn hand op haar schouder en zei: “Ik hou van dat lied.”

‘Met tranen in haar ogen zei ze: “Het was het lievelingslied van mijn zevenjarige zoon. We brengen hem naar onze familiebegraafplaats in Montana. Hij is gisteren door een vreselijk ongeluk om het leven gekomen. We missen hem allemaal enorm.”

‘Ik werd door schaamte overspoeld. Ik had dit lieve gezin geoordeeld, zonder me af te vragen hoe ik had kunnen helpen. De woorden van het lied maakten me duidelijk dat zij, al dan niet lid van de kerk, kinderen van God waren, en dat ik hen in hun nood had moeten helpen.

‘Ik was ineens nederig gestemd. De rest van onze reis bespraken we met veel tranen gevoelens, emoties en ervaringen die ons allebei dierbaar waren. We namen afscheid als goede vriendinnen die in de jaren daarna via brieven in contact met elkaar bleven.’

Afdrukken