Laat drie groepsleden het volgende script voorlezen:
Sage: Hallo, ik ben Sage. Ik denk erover na om een eigen bedrijf te beginnen. Dus ik ben maar eens rond gaan kijken wat andere mensen aan het doen zijn. Zo heb ik dit stel ontmoet, Omar en Anna. Wat voor bedrijf hebben jullie?
Omar: We zijn een jaartje geleden begonnen met ons bedrijfje voor mobiel olie verversen.
Anna: We kunnen alle aanvragen bijna niet bijhouden.
Omar: In garages rekenen ze meestal 29,95 euro voor een olieverversing. We dachten dat we met een iets lagere prijs wel veel klandizie naar ons konden toehalen.
Anna: En we gaan naar onze klanten toe. Ze hoeven niet in een stinkende wachtkamer te zitten en oude tijdschriften te lezen. We gaan rechtstreeks naar hun werkplek toe of waar hun auto zich ook bevindt.
Sage: Tjonge, dat is lekker makkelijk. Jullie hebben geen garage, dus die kosten ook niet. Verdienen jullie goed?
Omar: We betalen onszelf een beetje en we maken 3% tot 4% winst op elke klus.
Anna: We hebben ook overwogen om andere diensten aan te bieden, zoals steenslagreparaties en ruitenwisserbladen vervangen, dat soort dingen.
Omar: We hebben alleen niet genoeg ruimte in ons busje. En hoe dan ook, we willen geen lening afsluiten om voor die dingen te betalen, totdat iemand ze bestelt.
Anna: We willen onze uitgaven beperkt houden.
Sage: Bedankt voor het babbeltje. Ik vraag me af: is dit een bedrijf dat ik zou willen hebben?
Laat twee groepsleden het volgende script voorlezen.
Vivek: Ik zit hier met Antonio …
Antonio: Hallo.
Vivek: Antonio is van plan om een bedrijf te beginnen.
Antonio: Schoenen repareren. Er is geen schoenmakersbedrijf in onze buurt, dus ik heb in de zomer in een andere plaats gewerkt en het vak geleerd.
Vivek: Tjonge, wat goed. En je hebt kennelijk een lijst met alle materialen en gereedschappen die je nodig hebt.
Antonio: Ja. Allerlei spul.
Vivek: Oké. Lees me de lijst eens voor.
Antonio: Een winkeltje, een mooie werkbank en stoel, drie emmers lijm, leer, rubberen zolen, een stofmasker, een nieuwe naaimachine, borden en een bestelwagen.
Vivek: Dat is een hele waslijst!
Antonio: Tja, dat heb ik allemaal nodig.
Vivek: En wat gaat het je allemaal kosten, denk je?
Antonio: Ik weet het niet zeker, maar waarschijnlijk rond de 20.000.
Vivek: Oké. Ik denk dat we je kosten voor de duidelijkheid in twee categorieën kunnen opsplitsen: variabele kosten en vaste kosten.
Antonio: Waarom? Wat is het verschil?
Vivek: Wel, alle materialen die je gebruikt om een schoen te repareren, zijn variabele kosten.
Antonio: Dus lijm, zolen en leer.
Vivek: Dat klopt. Die kosten zijn variabel omdat je niet elke maand dezelfde hoeveelheid werk verzet. Als je veel schoenen repareert, zul je meer geld aan lijm, zolen en leer uitgeven. Als je minder werk hebt, geef je minder geld aan lijm, zolen en leer uit. En dan zijn er nog variabele kosten waar de meeste mensen niet aan denken: je tijd. Je moet er rekening mee houden hoe lang je erover doet om één paar schoenen te repareren.
Antonio: Oké. En wat zijn vaste kosten?
Vivek: Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen. Je moet ervoor betalen, hoeveel of hoe weinig schoenen je ook repareert.
Antonio: Dus de werkbank, de borden en de bestelwagen – daar betaal ik hoe dan ook voor. Ik doe er dus verstandig aan om mijn vaste kosten zo laag mogelijk te houden.
Vivek: Precies. Je wilt dure langlopende verplichtingen vermijden. Alle vaste kosten moet je hoe dan ook elke maand weer ophoesten. Hoeveel ga je vragen om een paar schoenen te repareren?
Antonio: Zestig. Dat lijkt me een aardige winst op te leveren.
Vivek: We moeten wel rekening houden met de kosten van de zolen, het leer, de lijm en je tijd.
Antonio: Alle variabele kosten.
Vivek: Inderdaad. En dan moet je de vaste kosten er ook nog bij optellen. Kijk nog eens naar je lijst?
Antonio: Ik heb het idee dat ik er wat af moet halen.
Vivek: Laten we zeggen dat je met alle vaste kosten op je lijst op zo’n 18.000 uitkomt. Je zou minstens 300 paar schoenen moeten repareren om je vaste kosten te dekken. En dat dekt dan niet eens je variabele kosten – leer en lijm, plus je eigen tijd aan het werk.
Antonio: Driehonderd paar alleen al om de vaste kosten te kunnen betalen?
Vivek: Nee, eigenlijk niet. Je hebt nog wat andere vaste kosten die je niet hebt meegeteld. Denk aan de benzine en reparaties aan je bestelwagen, de maandelijkse huur en nutsvoorzieningen.
Antonio: Dat tikt snel aan. Zou het niet slimmer zijn om mijn bedrijf alleen op variabele kosten te baseren?
Vivek: Zoveel mogelijk, ja. Laten we nog eens naar je lijst kijken. Stel dat je vanuit je garage gaat werken. Dan heb je geen extra huurlasten. En in plaats van een busje te kopen, kun je materialen ook met je eigen auto ophalen en vervoeren.
Antonio: Tjonge. Kijk eens hoeveel ik bespaar! Maar komen klanten wel naar me toe als ik geen winkeltje heb?
Vivek: Dat ligt aan jou. Om te beginnen moet je ze misschien met wat creatieve marketing zien te bereiken. Je moet je bedrijf een kans geven om te slagen. Als je uitgaven de pan uit rijzen, zul je het zeker niet redden.
Antonio: Maar de schoenenreparatiewerkplaats waar ik in de zomer heb gewerkt, had al die machines en een winkeltje.
Vivek: En hoe lang heeft hij daar naartoe gewerkt?
Antonio: O, ik heb geen idee.
Vivek: Ik denk dat hij klein begonnen is en heeft gezorgd dat hij vanaf het begin geld verdiende. Toen zijn bedrijf groeide, kocht hij van een percentage van de winst nieuwe machines en een winkeltje.
Antonio: Hij heeft dus nooit schulden gehad?
Vivek: Dat klopt. Waarschijnlijk wist hij zijn kosten slim te beheersen. Hij zal zijn tijd en de materiaalkosten tot zijn variabele kosten hebben gerekend. En hij zal ook voor genoeg winst hebben gezorgd om zijn lage vaste kosten te dekken.
Antonio: Ik heb wel een paar dingen nodig om aan de slag te kunnen.
Vivek: Uiteraard. Het komt er vooral op aan dat je zuinig en vindingrijk bent. Koop gerust gebruikte materialen voor wat je nodig hebt. Overweeg zelf dingen te bouwen, te lenen als dat zinvol is, of zelfs vrienden om hulp te vragen. Onthoud dat je al het geld dat je uitgeeft in je eigen zak had kunnen stoppen.
Antonio: Ik snap het.
Vivek: Nog één ding. Ik heb een paar laarzen die een nieuwe zool nodig hebben.
Antonio: Daar kan ik wel voor zorgen! Maar je kunt ook iets voor mij doen.
Vivek: Zeg het maar.
Antonio: Je moet al je vrienden vertellen dat ik goed werk lever.
Vivek: Juist!