Zelfredzaamheid
13: Verklarende woordenlijst


‘Aanhangsel’, Mijn bedrijf beginnen en uitbreiden om zelfredzaam te worden (2017)

‘Aanhangsel’

Verklarende woordenlijst

acceleratorEen organisatie die gedurende een bepaalde periode geld, kantoorruimte, mentorschap of andere ondersteuning aan een nieuw bedrijf biedt. In ruil daarvoor krijgt de accelerator een klein aandeel in het nieuwe bedrijf.

activaItems, materiële of immateriële, die een bedrijf bezit of beheert en die in de toekomst voordeel zullen opleveren. De waarde van de totale activa van een bedrijf wordt in een balansoverzicht vermeld.

afschrijvingEen boekhoudmethode waarbij de waarde van een activum gedurende de productieve levensduur ervan minder wordt. De verminderingen komen in grote lijnen overeen met de verwachte achteruitgang van het activum als gevolg van veroudering of slijtage.

balansoverzichtEen financieel overzicht van de activa en passiva van een bedrijf, evenals het eigen vermogen, over een bepaalde periode. Op het balansoverzicht moet de waarde van de activa van het bedrijf gelijk zijn aan het totaal van de passiva plus het eigen vermogen.

banksaldoHet bedrag dat momenteel beschikbaar is op een rekening.

bedrijfsstructuurEen erkende rechtspersoon die als bedrijfsvorm wordt gekozen, zoals een eenmanszaak of vennootschap.

beste werkwijzeEen manier om iets te doen dat als de effectiefste aanpak voor een bepaald bedrijf of een bepaalde sector wordt beschouwd.

betalingsvoorwaardenTussen klanten en verkopers overeengekomen voorwaarden om een verkoop af te ronden.

brutowinstDe omzet min de variabele kosten. De brutowinst is belangrijk omdat het de winstpotentie van een bedrijf aangeeft. De brutowinst wordt in een resultatenrekening weergegeven.

brutowinstmargeHet percentage aan geld dat een bedrijf overhoudt nadat de variabele kosten van de omzet zijn afgetrokken (en voordat de vaste kosten worden afgetrokken). De brutowinstmarge is belangrijk omdat een bedrijf zich zo met andere soortgelijke bedrijven kan vergelijken.

buddyEen groepslid dat een ander groepslid bij het nakomen van zijn of haar wekelijkse toezeggingen steunt en rekenschap vraagt.

cashflowEen waarde voor de hoeveelheid geld die gedurende een bepaalde periode een bedrijf in en uit gaat.

cashflowoverzichtEen financieel overzicht van de in- en uitstroom van geld op basis van de operationele, investerings- en financieringsactiviteiten van een bedrijf.

cashflowprognoseEen prognose van te ontvangen en te betalen geldmiddelen over een bepaalde periode.

concurrentievoordeelEen voorwaarde of omstandigheid waardoor een bedrijf efficiënter kan werken, een hogere kwaliteit kan bieden of meer voordelen kan opleveren dan andere bedrijven. Een concurrentievoordeel stelt een bedrijf in staat om meer klanten te werven of te behouden.

contact leggenIemand of een groep actief betrekken of tot deelname aanmoedigen.

crediteuren (CR)Geld dat een bedrijf leveranciers verschuldigd is voor diensten of producten die het bedrijf op krediet heeft gekocht.

crowdfundingEen financieringsmethode waarbij grote aantallen mensen een bedrijf ondersteunen door individueel kleine bedragen via het internet bij te dragen.

debiteuren (DB)Geld dat klanten aan een bedrijf verschuldigd zijn voor diensten of producten die de klanten op krediet hebben gekocht.

detailhandelEen bedrijf dat rechtstreeks aan consumenten verkoopt.

distributeurEen bedrijf dat gerelateerde producten aan andere bedrijven levert.

doorlopend kredietEen leenovereenkomst die een bedrijf in staat stelt naar behoefte geld te lenen tot een bepaald bedrag, doorgaans voor kortetermijndoeleinden.

durfkapitaalEen grote hoeveelheid geld die een financiële firma in een bedrijf investeert met de verwachting dat het bedrijf aanzienlijk zal groeien en uiteindelijk met veel winst zal worden verkocht.

efficiëntieEen gewenst resultaat zonder verspilling van tijd, energie, materialen of geld bereiken.

eigen vermogenDe waarde die overblijft nadat de totale passiva van de totale activa van een bedrijf zijn afgetrokken. De waarde van het eigen vermogen wordt in een balansoverzicht vermeld.

factuurEen gespecificeerde nota van een bedrijf waarop de geleverde diensten of producten staan vermeld.

feedbackNuttige informatie die uitgewisseld wordt om perspectief te bieden en verbeteringen aan te moedigen.

franchiseEen recht dat een bedrijf in staat stelt om bepaalde diensten of producten op een bepaalde locatie te exploiteren en te verkopen.

groothandelEen bedrijf dat grote hoeveelheden producten aan de detailhandel verkoopt.

handleidingEen document met stapsgewijze instructies waarin wordt beschreven hoe specifieke bedrijfsactiviteiten moeten worden uitgevoerd.

hulpbronAlles wat gebruikt wordt om een bedrijf mee te runnen.

indirecte personeelskostenDoor de werkgever betaalde uitgaven in verband met een werknemer, zoals belastingen, verzekeringsdekking en andere niet-loongebonden voordelen.

informele durfkapitaalverstrekkerEen vermogende investeerder die geld en mentorschap aan een nieuw bedrijf ter beschikking stelt in ruil voor een aandeel in het bedrijf.

inkom(st)en (voor een persoon of gezin)Het geld dat de persoon of het gezin ontvangt of verdient.

inkomstenGeld dat een bedrijf voor de verkoop van diensten of producten van klanten ontvangt.

inkomsten (voor een bedrijf)Het geld dat na aftrek van de uitgaven van de omzet overblijft. Inkomsten worden ook wel de nettowinst of het bedrijfsresultaat genoemd.

intellectueel eigendomIdeeën of innovatie waarvan het eigendom wettelijk beschermd is.

kapitaalZakelijke activa, zoals geld, apparatuur of onroerend goed, om diensten of producten mee te produceren.

kernactiviteitDe hoofdactiviteit waarvoor een bedrijf is opgericht. Een bedrijf moet zich voortdurend verder in deze activiteit bekwamen.

klantEen persoon of organisatie die diensten of producten van een bedrijf koopt.

kostenDe hoeveelheid geld die een bedrijf uitgeeft om iets te produceren of een dienst te verlenen.

kredietEen overeenkomst tussen een kredietverstrekker en een kredietnemer die een kredietnemer in staat stelt nu diensten of producten te kopen en de kredietverstrekker op een toekomstige datum terug te betalen.

kwitantieDocumentatie waarin wordt erkend dat een bedrijf in ruil voor diensten of producten geld heeft ontvangen.

leverancierEen bedrijf dat diensten of producten aan een ander bedrijf verkoopt.

licentieOfficiële of wettelijke toestemming of vergunning om iets te doen of te gebruiken.

marktMensen of organisaties die mogelijk diensten of producten zullen kopen.

mentorEen betrouwbare en ervaren adviseur die een persoon met minder ervaring begeleidt en aanmoedigt.

microkredietEen relatief kleine hoeveelheid geld die door een organisatie wordt geleend aan een bedrijf dat geen toegang heeft tot traditionele bankdiensten.

mijlpaalEen gebeurtenis die de voortgang van een bedrijf markeert en meet.

nettowinstDe omzet minus alle kosten (zowel de variabele kosten als de vaste kosten). Wordt ook wel netto-inkomsten of het nettoresultaat genoemd. De nettowinst wordt in een resultatenrekening weergegeven.

nettowinstmargeHet percentage aan geld dat een bedrijf overhoudt nadat de variabele kosten en de vaste kosten van de omzet zijn afgetrokken. De nettowinstmarge is belangrijk omdat een bedrijf zich zo met andere soortgelijke bedrijven kan vergelijken.

netwerkEen groep onderling verbonden mensen of organisaties.

nutsvoorzieningenOpenbare diensten zoals elektriciteit, gas of water.

oninbare vorderingHet verschuldigde bedrag dat een klant die van een bedrijf krediet heeft ontvangen, niet betaalt, waardoor het bedrijf een schuld oploopt. Het bedrijf schrijft het verschuldigde resterende bedrag als oninbare vordering af.

partnerEen organisatie of persoon die met een bedrijf samenwerkt om zakelijke transacties te ondersteunen.

passivaDe schulden of verplichtingen van een bedrijf. De kosten van de totale passiva van een bedrijf worden in een balansoverzicht vermeld.

patentEen recht dat door een bedrijf bij de overheid is geregistreerd en dat andere partijen belet om de uitvinding van het bedrijf te maken, te gebruiken of te verkopen.

peer-to-peerleningEen leenmethode waarbij personen via een online dienst geld aan een niet-verwante ondernemer lenen.

persoonlijke bedrijfsplannerEen sjabloon om van een bedrijfskans voortdurend de details te organiseren en de levensvatbaarheid te evalueren.

regelgevingEen door een overheidsorganisatie ingestelde bepaling of wet.

renteGeld dat wordt betaald (of ontvangen) op geleende financiële middelen.

rente-inkomstenGeld dat wordt verdiend door het uitlenen van geld over een bepaalde periode.

rentelastenDe kosten voor het lenen van geld.

resultatenrekeningEen financieel overzicht van de inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode, met de vermelding of een bedrijf winst of verlies heeft gedraaid. Wordt ook wel een winst- en verliesrekening genoemd.

salarisEen regelmatige betaling door een bedrijf aan een werknemer, gewoonlijk op het aantal gewerkte uren gebaseerd.

schuldenGeleend geld dat aan een andere persoon of organisatie verschuldigd is.

seizoensgebondenheidEen regelmatig en voorspelbaar patroon waarbij de bedrijfsactiviteit afhankelijk van het seizoen of het tijdstip van het jaar fluctueert.

sociale mediaOnline hulpmiddelen om met klanten te communiceren, contact met ze te leggen en naar ze te luisteren.

staat van inkomsten en uitgavenEen financieel formulier dat wordt gebruikt om transacties van inkomsten en uitgaven te registreren.

subsidieFinanciële middelen die voor een specifiek doel worden gegeven en die doorgaans niet hoeven te worden terugbetaald.

uitgavenGeld dat een bedrijf uitgeeft om diensten of producten te verkrijgen.

variabele kostenUitgaven van een bedrijf die variëren op basis van de hoeveelheid die een bedrijf verkoopt of produceert. Variabele kosten zijn bijvoorbeeld de hoeveelheid geld die wordt besteed aan grondstoffen of arbeid voor een product.

vaste kostenTerugkerende uitgaven van een bedrijf, ongeacht de geproduceerde of verkochte hoeveelheid. Voorbeelden van vaste kosten zijn bijvoorbeeld huur, verzekeringspremies en administratieve salarissen.

verkoopkanaalEen middel of manier waardoor een bedrijf diensten of producten aan klanten verkoopt.

verliesEen financiële afname waarbij de inkomsten min de uitgaven een negatief bedrag zijn.

vermogenDe eigendomswaarde. In veel gevallen is het vermogen de monetaire eigendomswaarde nadat alle passiva op alle beschikbare activa in mindering zijn gebracht.

visieEen beeld van een gewenste toekomstige toestand.

voorraadEen overzicht van alle producten of materialen in het bedrijf die verkocht of gebruikt kunnen worden.

vraagDe hoeveelheid van een dienst of product die klanten tegen een bepaalde prijs willen en kunnen kopen.

werk zonder externe hulp zelf ter hand nemenHier is sprake van als iemand een bedrijf opbouwt door het werk zelf te doen.

winstEen financiële toename waarbij de inkomsten minus de uitgaven een positief bedrag zijn.

winst- en verliesrekeningEen financieel overzicht van de inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode, met de vermelding of een bedrijf winst of verlies heeft gedraaid. Wordt ook wel een resultatenrekening genoemd.

workflowEen opeenvolgende reeks herhaalbare stappen of taken die consequent worden uitgevoerd om een gewenst resultaat te bereiken. Wordt ook wel een bedrijfsproces genoemd.

zelfredzaamheidIemands vermogen, vaste voornemen en streven om in de geestelijke en materiële levensbehoeften van zichzelf en zijn of haar gezin te voorzien.

zoekmachine-optimalisatieHet proces waarbij de positionering van een website in een online zoekresultaat wordt verbeterd om meer potentiële klanten naar die website toe te trekken.

Afdrukken