Jack koopt schildersbenodigdheden met zijn werknemer, Eric. Laat twee groepsleden het volgende script voorlezen.
Eric: Tjonge, deze kwasten zijn best duur. Ik vraag me af of je wel genoeg geld vraagt voor het schilderen.
Jack: Dat zijn goede kwasten, daar komt het door. Je hebt goed materiaal nodig om goed werk te leveren.
Eric: Ik zag er achterin het busje een paar rondslingeren.
Jack: Tja, ik moet de boel daar achterin echt eens opruimen.
Eric: Trouwens, ik heb sms’jes van Tim gekregen. Ben jij je mobiele telefoon kwijt? Of betaal je je contractwerkers tegenwoordig gewoon niet meer?
Jack: O ja, ik zou nog contact met hem opnemen. Hij zegt dat ik hem nooit betaald heb, maar ik weet zeker van wel.
Eric: Kijk gewoon op je bankrekening.
Jack: O, ik heb hem contant betaald. En volgens mij hebben we ook meer grondverf nodig.
Eric: Grondverf? Voor welke klus? En, wacht, hou je niet bij wanneer je iemand betaalt?
Jack: Ik betaal jou toch altijd, nietwaar?
Eric: Eh, zeker, en dat noteer ik dan naast mijn uren in mijn notitieboekje.
Jack: Goed idee! Waarom laat je Tim dat ook niet doen? Hij is een beetje laks.
Eric: Mijn telefoon gaat alweer af. Hoe komt het dat iedereen mijn nummer heeft?
Jack: Omdat je mijn nummer één werknemer bent!
Eric: Het is een berichtje van mevrouw Anderson. Ze zegt dat je te veel hebt gerekend op de eindnota.
Jack: Wat? De helft vooraf, de helft achteraf. Dat snapt ze toch wel?
Eric: Ze zegt dat de rekening twee keer zo hoog was als de raming. Heb je 50 procent vooraf van haar gekregen?
Jack: Eh, dat moet ik even opzoeken.
Eric: Dus je houdt wel iets bij?
Jack: Ja, mijn verzameling oude grammofoonplaten. Ze frissen mijn geheugen op. Ik luister graag naar deuntjes uit de jaren tachtig!