Mijn fundament: één worden en samen dienen

Maximale tijd: 20 minuten

Overwegen:

Hoe komt het dat ik zelf gered word als ik me inzet om anderen te helpen?

Bekijken:

‘In the Lord’s Way’, beschikbaar op srs.lds.org/videos. (Geen video? Lees het script aan het eind van dit gedeelte.)

Bespreken:

Hoe kunnen door dienstbetoon aan anderen de ‘vensters van de hemel’ voor u opengaan?

Lezen:

Sommigen vinden dat ze verdienen wat anderen hebben. Dat kan tot afgunst leiden. Anderen vinden dat ze recht hebben op iets wat ze niet zelf verdiend hebben. Die twee valkuilen maken mensen blind voor het essentiële feit dat alle dingen aan God toebehoren. We overwinnen afgunst en het idee dat we ergens recht op hebben als we ons op de behoeften van anderen richten. Lees Mosiah 2:17, Mosiah 4:26 en het citaat van president Gordon B. Hinckley.

Mosiah 2:17

‘Wanneer u in dienst van uw medemensen bent, [bent] u louter in dienst van uw God.’

Mosiah 4:26

‘En nu, […] omwille van het van dag tot dag behouden van de vergeving van uw zonden […] zou ik willen dat u van uw bezit aan de armen geeft, ieder naar hetgeen hij heeft, en wel door de hongerigen te voeden, de naakten te kleden, de zieken te bezoeken en in hun behoeften te voorzien, zowel de geestelijke als de stoffelijke, naar hun noden.’

President Gordon B. Hinckley

‘Bent u eensgezind, dan is uw kracht onbeperkt. U kunt alles bereiken wat u wilt.’

‘Uw grootste opgave: moeder’, Liahona, januari 2001, 113

Activiteit (10 minuten)

Mijn familie (boekomslag)

Het doel van deze activiteit is een dienstbetoonproject plannen dat u deze week als groep gaat uitvoeren.

Stap 1: stel als groep vast wie hulp nodig heeft.

Stap 2: bespreek de talenten, contacten en middelen die u kunt bieden.

Stap 3: stel een plan op om die persoon te helpen. Hier zijn enkele voorbeelden:

• Voer in uw gemeenschap een dienstbetoonproject uit.

• Stel uw familiegeschiedenis op met behulp van het boekje Mijn familie: herinneringen die ons dichter tot elkaar brengen. Ga daarna naar de tempel en verricht heilige verordeningen voor overleden familieleden.

• Help iemand op zijn of haar pad naar zelfredzaamheid.

Lezen:

Lees de citaten van ouderling Robert D. Hales en president Thomas S. Monson.

Ouderling Robert D. Hales

‘Het doel van zowel materiële als geestelijke zelfredzaamheid is hoger te komen zodat we anderen uit de nood kunnen optrekken.’

‘Tot onszelf komen: het avondmaal, de tempel en offervaardig dienen’, Liahona, mei 2012, 36

President Thomas S. Monson

‘Als we samenwerken […] kunnen we alles bereiken. Op die manier elimineren we de zwakte van iemand die alleen staat en brengen we de kracht in van veel mensen die samen dienen.’

‘Church Leaders Speak Out on Gospel Values’, Ensign, mei 1999, 118

Toezeggen:

Zeg toe om gedurende de week het volgende te doen.

• Voer het groepsplan uit om iemand van dienst te zijn.

• Vertel aan familieleden of vrienden wat u vandaag over dienstbetoon hebt geleerd.

Op de wijze van de Heer

Als u de video niet kunt bekijken, laat twee groepsleden dan het volgende script voorlezen.

Op de wijze van de Heer

President Henry B. Eyring: De beginselen die aan het welzijnsprogramma van de kerk ten grondslag liggen, zijn niet beperkt tot één periode of plaats. Zij zijn altijd en overal van toepassing. […]

Het is duidelijk wat we moeten doen. Wie meer middelen hebben vergaard, dienen zich te verootmoedigen om de behoeftigen te helpen. Zij die een overvloed hebben, dienen vrijwillig iets van hun gemak, tijd, vaardigheden en middelen op te offeren om het lijden van mensen in nood te verlichten. En die hulp moet op zo’n manier worden verstrekt dat het de mogelijkheden van de ontvangers vergroot om voor zichzelf en vervolgens voor anderen te zorgen. Als dat op de wijze van de Heer gedaan wordt, kan er iets opmerkelijks gebeuren. Dan wordt zowel de gever als de ontvanger gezegend.

(Aangepast overgenomen uit een toespraak die president Eyring in juni 2011 bij de inwijding van het Sugarhouse Utah Welfare Services Center heeft gehouden, LDS.org)

President Dieter F. Uchtdorf: Broeders en zusters, wij zijn allen volgens ons verbond verplicht om de behoeften van anderen op te merken en anderen te helpen zoals de Heiland dat deed, en de mensen om ons heen tot zegen te zijn.

Het antwoord op ons gebed komt vaak niet terwijl we bidden, maar terwijl we de Heer en onze naasten helpen. Onzelfzuchtig dienstbetoon en toewijding verfijnen onze geest, verwijderen de schellen van onze geestelijke ogen en openen de vensters van de hemel. Wanneer we het antwoord op iemands gebed zijn, vinden we vaak het antwoord op dat van onszelf.

(‘Stilstaan op de weg naar Damascus’, Liahona, mei 2011, 75–76)