Informatiebronnen Verkocht, niet verkocht! Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit. MARIA: Hallo, Silvia. Hoe gaat het met je? SILVIA: Goed, dankjewel. Wie helpt je vandaag? MARIA: Dit is mijn nichtje, Sophia. SILVIA: Wat een lieve meid! Nou, mijn broer heeft werk gevonden. Hij woont nog steeds bij mij, maar hij betaalt nu mee aan de boodschappen. MARIA: Wanneer is hij begonnen? SILVIA: Vandaag! MARIA: Wat een opluchting voor hem — en voor jou! Waar kan ik je mee van dienst zijn? SILVIA: Ik heb wat meer eieren nodig. Iedereen vond ze heerlijk, en ze hebben ons veel geld bespaard. Ik wil graag acht eieren en twee flessen melk. MARIA: Goed. Bedankt dat je vandaag weer iets bij me hebt gekocht, Silvia. Fijne dag! SOPHIA: Ze had haar handen vol. Waarom vroeg je mij niet om de eieren en melk voor haar te dragen? MARIA: O, Sophia. Je hebt gelijk. Daar had ik aan moeten denken. Ik had de kans om onze bezorgdienst aan haar te upsellen. Ik had tien euro meer kunnen verdienen. Terug naar pagina 168 Upsellen Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit. SILVIA: Ik heb nog meer eieren nodig! En vandaag heb ik er tien nodig omdat ik de komende dagen niet langs kan komen. MARIA: Goed. Ik heb aan je gedacht. Wij hebben ongeveer evenveel mensen thuis en wij eten minimaal twaalf eieren. Ze zijn echt goed voor je. SILVIA: Het is moeilijk om ze allemaal mee naar huis te nemen. Vorige keer zijn er twee gebroken. MARIA: Daar was ik al bang voor. Sophia kan met je meegaan om de eieren voor je te dragen. We rekenen maar tien euro voor bezorgkosten. Het is een beetje duurder, maar je hoeft ze niet zelf te dragen. En als er onderweg eieren breken, vervangen we die gratis. SILVIA: Nou, dat zou wel handig zijn. Laten we dat maar doen. Dankjewel. MARIA: Goed. Sophia, bedankt dat je Silvia wilt helpen. Kom maar snel terug! Terug naar pagina 168 Hoge omloopsnelheid Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit. MARIA: Hallo, Naomi. Waar kan ik je vandaag mee helpen? NAOMI: Ik heb wat melk nodig. MARIA: Goed. We hebben genoeg melk. NAOMI: Maria, deze melk ruikt zuur. Hoe oud is die melk? MARIA: O, nee! Het spijt me. Ik weet het niet. Ik heb veel ingekocht zodat ik genoeg zou hebben. NAOMI: Het is belangrijk om genoeg voor je klanten te hebben, maar je hebt ook een hoge omloopsnelheid nodig. MARIA: Omloopsnelheid? Wat betekent dat? NAOMI: Je moet alle voorraad verkopen die je hebt ingekocht. MARIA: Dat probeer ik te doen. Maar soms duurt het te lang, en dan moet ik melk weggooien. NAOMI: Daarom moet je je voorraad snel verkopen. Het is zonde als je melk weg moet gooien omdat je het niet snel genoeg kan verkopen. Maar dat is niet de enige reden dat je je voorraad snel wilt verkopen. MARIA: O nee? NAOMI: Maria, waar komt het geld vandaan om de melkleverancier mee te betalen? MARIA: Ik leg van elke verkoop een deel apart. Als ik genoeg heb, koop ik meer melk in. NAOMI: Maria, hoe langer het duurt voordat je je voorraad verkoopt, hoe langer je moet wachten om meer melk in te kopen. Vergeet niet dat je alleen geld verdient als je iets verkoopt. Dus hoe sneller je je voorraad verkoopt, hoe meer geld je verdient. Hoe zou het zijn als je al je melk binnen drie dagen kon verkopen? Of twee dagen? Of dezelfde dag? MARIA: Dan zou er geen melk zuur worden en dan zou ik sneller verse melk van mijn leverancier kunnen inkopen. Dan kan ik meer melk verkopen en meer geld verdienen. Ik ga mijn omloopsnelheid verhogen! Terug naar pagina 172 Noten Een notitie aanmaken