Informatiebronnen Fiets of kippen? Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit. NAOMI: Hallo Maria. Hoe gaat het met je bedrijf? Zit er groei in? MARIA: Het gaat wel, maar ik ben erg moe. Ik werk heel hard, maar ik verdien niet genoeg geld. NAOMI: Het klinkt alsof je meer productieve activa nodig hebt. MARIA: Wat zijn productieve activa? NAOMI: Dingen waarmee je bedrijf meer omzet kan genereren. MARIA: O, dat klinkt goed. Ik zou wel wat meer productieve activa kunnen gebruiken…, maar ik heb er geen. NAOMI: Natuurlijk wel. Je kippen zijn productieve activa. Zou je meer geld verdienen als je meer kippen had? MARIA: Jazeker. Maar dan moet ik meer kippen kopen. NAOMI: Wat zou je nog meer kunnen doen om het voor jezelf wat gemakkelijker te maken? MARIA: Het zou heel fijn zijn als ik een fiets had om de eieren te bezorgen en het kippenvoer te halen. Mijn voeten doen pijn van het lopen. NAOMI: Nou, dan moet je misschien een fiets kopen. Zou je meer geld verdienen als je een fiets had? MARIA: Ja, als ik een fiets had, zou ik de eieren sneller kunnen bezorgen. Dan zou ik meer tijd hebben voor de verkoop. Maar zou ik een fiets moeten kopen, of meer kippen? NAOMI: Wat is momenteel het belangrijkste voor je? Een fiets of meer kippen? MARIA: Dat weet ik niet. Hoe kan ik dat bepalen? Terug naar pagina 94 Goed omgaan met vaste kosten Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit: MARIA: Naomi, volgens mij leveren meer productieve activa meer geld op. Maar ik maak me zorgen over de kosten. NAOMI: Dat is goed, Maria. Je moet altijd proberen je kosten te verlagen. MARIA: Hoe kan ik te weten komen wat mijn kosten zijn? Ze veranderen zo vaak! NAOMI: Ten eerste moet je de vaste en variabele kosten scheiden. MARIA: O, ik weet niet wat je daarmee bedoelt. NAOMI: Ik zal het uitleggen. Ken je Daniel? MARIA: De man die meubels verkoopt? NAOMI: Ja. Als Daniel een stoel maakt, zou hij een leverancier betalen voor het hout dat hij gebruikt? MARIA: Dat denk ik wel. NAOMI: Inderdaad. Daniel wacht graag tot hij een bestelling heeft. Dan bestelt hij het hout. Als Daniel deze maand één stoel verkoopt, betaalt hij voor het hout voor één stoel. Als hij de volgende maand tien stoelen verkoopt, betaalt hij tien keer zoveel voor het hout. MARIA: Maar dat is niet erg omdat hij ook tien keer zoveel stoelen verkoopt! NAOMI: Precies. De kosten voor het hout zijn variabele kosten. Ze gaan op en neer, afhankelijk van zijn verkopen. Daniel betaalt huur voor zijn werkplaats. Stel dat zijn huur 1.000 euro per maand is. Hoeveel huur betaalt hij als hij tien stoelen verkoopt? MARIA: 1.000 euro natuurlijk. NAOMI: Hoeveel huur betaalt hij als hij slechts één stoel verkoopt? MARIA: Nog steeds 1.000 euro. Dat verandert niet. NAOMI: Inderdaad. De huur is een van zijn vaste kosten. Het maakt niet uit hoeveel of hoe weinig hij verkoopt. Hij moet de huur betalen. MARIA: Nou, dan heb ik liever geen vaste kosten. NAOMI: We moeten gewoon voorzichtig zijn met onze vaste kosten. Ze kunnen nuttig zijn als we ze voor productieve activa gebruiken. MARIA: En als we genoeg verkopen om ze te kunnen betalen! NAOMI: Dat klopt! MARIA: Naomi, kun jij me helpen vaststellen wat mijn vaste en variabele kosten zijn? Terug naar pagina 98 Notities Een notitie aanmaken