Informatiebronnen
Dood de kippen niet: deel i
Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit.
CONTEXT: Maria heeft verscheidene kippen en voorziet in het onderhoud van haar gezin door eieren aan plaatselijke winkels en restaurants te verkopen. Mateo, Maria’s broer, komt op bezoek.
MATEO: Maria!
MARIA: Hallo Mateo. Hoe gaat het?
MATEO: Alles gaat goed. Allemachtig! Wat een hoop eieren. Je bedrijfje loopt goed!
MARIA: Ja, en daar ben ik heel dankbaar voor. Ik gebruik de beginselen die ik in mijn groep voor zelfstandige ondernemers heb geleerd. Ik hou me aan al mijn toezeggingen en het gaat goed! De Heer zegent ons echt. Al het harde werk werpt zijn vruchten af.
MATEO: Dat is geweldig. Misschien moet ik ook lid van zo’n groep worden. Maar ik heb ook goed nieuws! Ik heb een flat voor ons gezin gevonden! Dan hebben we eindelijk stromend water — en een raam! Maat ik heb momenteel niet genoeg geld. Ik heb 1.000 euro nodig om daarnaartoe te verhuizen. En ik wil die kans niet voorbij laten gaan, Maria. Het is een ideale woning voor ons. Kun jij me helpen?
MARIA: Mateo, ik wil je best helpen, en ik zou je de 1.000 euro kunnen geven, maar dan moet ik mijn kippen verkopen.
Terug naar pagina 66
Dood de kippen niet: deel ii
Lees om de beurt een van de volgende alinea’s.
Stel u voor dat u voor een hotel werkt. Zou u op elk willekeurig moment geld van het hotel kunnen gebruiken? Zou uw broer dat kunnen doen? Ze zouden hem in de gevangenis gooien!
Denk nu eens even aan uw bedrijf. Uw bedrijf moet groeien en bloeien zodat u het gebod kunt naleven om zelfredzaam te zijn. Uw bedrijf is een hulpmiddel dat de Heer kan gebruiken om u tot zegen te zijn. Als u succes hebt, kunt u veel anderen tot zegen zijn. Dus hoe beschermt u uw bedrijf zodat u succes kunt hebben? Zou u op elk willekeurig moment geld uit uw bedrijf kunnen halen voor persoonlijke behoeften? En uw broer of uw buren?
Hier gaat het om: u en uw bedrijf zijn verschillend! Er is een plek voor geld van de zaak en een plek voor uw eigen geld. U kunt afzonderlijke dozen of bankrekeningen gebruiken. U moet ook een afzonderlijke boekhouding voor uw bedrijf en u persoonlijk bijhouden: afzonderlijke locaties en een afzonderlijke administratie.
Maar hoe kunt u dan geld uit uw bedrijf halen voor uw familie?
Nou, hoe zou dat gaan als u voor iemand anders werkte? Die persoon of dat bedrijf zou u een salaris betalen. Of als u verkoper was, zou dat bedrijf u provisie betalen. Uw salaris of provisie is dan uw inkomen — en daar zou u tiende over betalen. Dan gebruikt u de rest voor persoonlijke behoeften. zoals voedsel of kleding — of om uw broer te helpen.
Als zelfstandig ondernemer moet u zichzelf ook een salaris betalen — elke week een vast bedrag bijvoorbeeld. Als er niet voldoende geld in uw bedrijf is om u een vast bedrag te betalen, kunt u uzelf provisie betalen — een percentage van de verkopen. Hoe dan ook, het salaris of de provisie is uw persoonlijke inkomen. U betaalt tiende over dat inkomen. De rest kunt u gebruiken voor voedsel, huur, medicijnen en om te sparen.
Met deze eenvoudige stap — het geld van uw bedrijf en van u persoonlijk gescheiden houden — beschermt u uzelf en uw bedrijf. Uw bedrijf kan groeien en bloeien. Dan weet u ook hoeveel geld u van uw persoonlijke rekening kunt gebruiken of weggeven.
Terug naar pagina 67
Dood de kippen niet: deel iii
Kies welke rol u wilt spelen en beeld het volgende uit.
MARIA: Mateo, als ik al mijn kippen verkoop, dan weet je wel wat er met mijn bedrijf gebeurt. Dan zou ik helemaal geen eieren meer kunnen verkopen. En dan gaat mijn bedrijf failliet. Hoe kan ik dan in het onderhoud van mijn gezin voorzien? Het spijt me. Maar ik hoop dat je begrijpt dat ik niet zomaar geld uit het bedrijf kan halen als ik dat nodig heb. Ik betaal mezelf een gewoon salaris. De rest is bestemd om het bedrijf gaande te houden en uit te breiden, zodat we volledig zelfredzaam kunnen zijn. We worden zelfredzaam zodat we ook anderen tot zegen kunnen zijn.
MATEO: Dat begrijp ik.
MARIA: Maar ik heb wel 200 euro op mijn spaarrekening staan die ik je kan geven, als je daar wat aan hebt.
MATEO: Dat zou geweldig zijn. Dank je wel, Maria.
MARIA: Graag gedaan. Ik ben blij dat ik je een beetje kan helpen.
Terug naar pagina 67
Uw waterbedrijf: antwoorden
Terug naar pagina 70