Les 24
Alleenstaande leden van de kerk
Inleiding
Het evangelie van Jezus Christus benadrukt de eeuwige zegeningen die voortvloeien uit een huwelijk en familiebanden. Maar veel leden van de kerk hebben door omstandigheden momenteel niet de kans om te trouwen en een gezin te stichten. Deze les beklemtoont dat alleenstaande leden belangrijke bijdragen aan het koninkrijk van de Heer leveren. Hoewel de zegeningen van een huwelijk en gezin soms op zich laten wachten, zullen zij die hun verbonden met God nakomen ze ooit ontvangen.
Achtergrondinformatie
-
Gordon B. Hinckley, ‘A Conversation with Single Adults’, Ensign, maart 1997, 58–63.
-
Spencer J. Condie, ‘Eis de kostbare en zeer grote beloften op’, Liahona, november 2007, 16–18.
Lessuggesties
1 Korinthe 12:12–20, 25–27
Alleenstaande leden in een gezinsgerichte kerk
Vraag de cursisten met welke moeilijkheden alleenstaande leden van de kerk worstelen als ze van een wijk of gemeente deel uitmaken waarin veel leden getrouwd zijn en kinderen hebben. (Alleenstaande leden kunnen zich ontmoedigd of geïsoleerd voelen en in bijeenkomsten of lessen over het huwelijk en het gezin denken dat ze er niet bij horen.)
-
Hoe kunnen andere leden tijdens kerkbijeenkomsten en -activiteiten ervoor zorgen dat alleenstaanden zich betrokken en gewaardeerd voelen?
Laat het volgende citaat van president Howard W. Hunter (1907–1995) zien en door een cursist voorlezen:
‘De kerk is voor alle leden. […] Ieder van ons, alleenstaand of getrouwd, heeft een individuele persoonlijkheid en behoeften, waaronder het verlangen om als een waardevol individueel kind van God beschouwd te worden. […]
‘Dit is de kerk van Jezus Christus, niet die van gehuwden, alleenstaanden of welke andere groep of persoon dan ook.’ (‘The Church Is for All People’, Ensign, juni 1989, 76.)
Leg uit dat de apostel Paulus de kerk met het menselijk lichaam en de leden met lichaamsdelen vergeleek. Laat enkele cursisten om de beurt een vers uit 1 Korinthe 12:12–20 voorlezen en laat de anderen letten op hoe Paulus lichaamsdelen met leden van de kerk vergeleek.
-
Wat voor problemen zouden we hebben als een of meerdere lichaamsdelen ontbraken?
-
Welk beginsel leren we uit de gelijkenis van Paulus over de kerk en haar leden? (De cursisten kunnen verschillende belangrijke beginselen noemen. Zorg ervoor dat dit beginsel benadrukt wordt: ieder lid van de kerk is waardevol en kan een belangrijke bijdrage aan de kerk leveren.)
-
Wat voor bijdragen hebben alleenstaande leden van de kerk in jouw wijk of gemeente aan de kerk geleverd?
Laat een cursist 1 Korinthe 12:25–27 voorlezen. Laat de cursisten letten op wat kerkleden kunnen doen om één te worden.
-
Wat kunnen alle leden van de kerk, getrouwd of alleenstaand, doen om elkaar met de andere leden van de wijk of gemeente verenigd te laten voelen?
Toon het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen en lees het voor:
‘We maken allemaal deel uit van een gemeenschap van heiligen, we hebben elkaar allemaal nodig, en we werken allemaal aan hetzelfde doel. Ieder van ons kan zich op basis van verschillen van [onze wijk- of gemeentefamilie] afzonderen. Maar we mogen onszelf niet van mogelijkheden afsluiten of afscheiden vanwege de verschillen die we in onszelf opmerken. Laten we in plaats daarvan elkaar in onze gaven en talenten laten delen, waardoor we elkaar hoop en vreugde brengen en zo onszelf opbeuren.’ (‘Belonging to a Ward Family’, Ensign, maart 1996, 16.)
-
In welke opzichten voel je je door je roeping en deelname in de wijk of gemeente meer eensgezind met de andere leden?
Hebreeën 11:1, 6, 8–13, 16
Op beloofde zegeningen wachten
Laat het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Wie alleenstaand zijn, dienen naar een tempelhuwelijk te verlangen en er met prioriteit naar te streven. Jongeren en jonge alleenstaanden dienen de maatschappelijk aanvaarde, maar in eeuwig opzicht valse opvatting te weerstreven die het belang van een huwelijk en het krijgen van kinderen in twijfel trekt. (‘Verlangen’, Liahona, mei 2011, 45.)
-
Waarom voelen sommige alleenstaande leden zich ontmoedigd als ze nadenken over de leerstelling dat ‘het huwelijk tussen man en vrouw van Godswege is geboden en dat het gezin centraal staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen’? (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.)
Leg uit dat hoewel trouwen en kinderen krijgen het ideaal is, veel alleenstaande leden van de kerk niet zeker zijn of ze ooit zullen trouwen. Wie gescheiden, weduwe of weduwnaar zijn, vragen zich misschien af of ze ooit zullen hertrouwen.
Lees het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor en laat de cursisten letten op wat de Heiland gedaan heeft om eeuwige zegeningen mogelijk te maken voor wie de zegeningen van een huwelijk en gezin niet hebben:
‘Met de verkondiging van de fundamentele waarheden aangaande het huwelijk en het gezin wil ik geenszins voorbijgaan of afbreuk doen aan de offers en het succes van degenen voor wie het huwelijksideaal momenteel buiten bereik ligt. Sommigen van u lijkt de zegening van een huwelijk niet beschoren wegens een gebrek aan geschikte potentiële partners, aantrekking tot hetzelfde geslacht, lichamelijke of psychische beperkingen, of eenvoudigweg de angst om te falen die, zoals het er nu in elk geval voor staat, uw geloof overschaduwt. Of misschien bent u getrouwd geweest maar is dat huwelijk gestrand en moet u het alleen zien te rooien, wat voor twee mensen samen al een hele klus is. Sommigen van u die getrouwd zijn, kunnen geen kinderen krijgen, hoewel u er wel erg naar verlangt en de Heer erom smeekt.
‘[…] Met vertrouwen getuigen wij dat de verzoening van Jezus Christus alle ontberingen en verliezen heeft voorzien en uiteindelijk alles zal rechtzetten voor wie zich tot Hem wenden. Niemand is voorbestemd om minder te ontvangen dan alles wat de Vader voor zijn kinderen heeft.’ (‘Waarom een huwelijk, waarom een gezin’, Liahona, mei 2015, 52.)
-
Wie ontvangen volgens ouderling Christofferson Gods grootste zegeningen? (Zet de volgende leer op het bord: de verzoening van Jezus Christus maakt het voor ons allemaal mogelijk om uiteindelijk alle beloofde zegeningen van de Vader te ontvangen.)
-
Wat moet iemand doen om de hoop van die leerstelling te ontvangen?
Toon de volgende geruststelling van president Spencer W. Kimball (1895–1985) en vraag een cursist die voor te lezen:
‘We beloven u dat in de eeuwigheid niemand rijke, grote en eeuwige zegeningen onthouden zullen worden voor zover die persoon er niets aan kan doen, dat de Heer zijn beloften altijd nakomt, en dat ieder rechtschapen mens uiteindelijk alles ontvangt waar hij recht op heeft en wat hij door eigen toedoen niet verspeeld heeft.’ (‘The Importance of Celestial Marriage’, Ensign, oktober 1979, 5.)
Getuig dat hoewel Gods zegeningen soms op zich laten wachten, ze ons in de eeuwigheid niet onthouden worden als we rechtschapen proberen te leven.
Laat de cursisten over Abraham en Sara nadenken die van de Heer beloften over hun gezin kregen die lang op zich lieten wachten of tijdens hun aardse leven niet vervuld werden (zie Genesis 13:14–17; 15:4–7; 17:1–8, 15–16). Herinner de cursisten eraan dat ons geloof net zoals dat van Abraham en Sara soms op de proef wordt gesteld door beloften die lang op zich laten wachten of tijdens ons leven niet vervuld worden.
Laat een cursist Hebreeën 11:1, 6 voorlezen terwijl de anderen op een definitie van geloof letten.
-
Wat staat er in deze verzen over geloof? (Herinner de cursisten eraan dat een vaste grond ook verzekering, basis of fundament kan betekenen. Herinner de cursisten eraan zich de Schriftstudievaardigheid eigen te maken door geregeld naar de studiewijzers te verwijzen.)
-
Wat betekent de zinsnede ‘een bewijs van de zaken die men niet ziet’? (Geloof is een verzekering of getuigenis van dingen die men niet kan zien, maar die waar zijn. Die verzekering van dingen waarop men hoopt en die men niet kan zien, krijgen we alleen als we de beginselen van het evangelie gehoorzamen en ernaar handelen — vooral wanneer dat moeilijk is. Geloof is de gehoorzame handeling die tot de geestelijke gave van getuigenis leidt. Dat houdt in dat we genoeg op de Heer vertrouwen en in Hem geloven om Hem te gehoorzamen, zonder eerst het resultaat te zien.)
Laat een paar cursisten om de beurt een vers uit Hebreeën 11:8–13, 16 voorlezen en vraag de anderen te letten op hoe Abraham en Sara in moeilijke omstandigheden geloof oefenden. Geef de cursisten in overweging de woorden en zinsneden te onderstrepen waaruit blijkt dat Abraham en Sara geloof oefenden.
-
In vers 13 staat dat hoewel Abraham, Sara en vele anderen vóór de ‘vervulling van de beloften’ stierven, ze die beloften toch ‘vanuit de verte’ zagen en geloofden dat God zijn beloften kon nakomen. Hoe kan het voorbeeld van die heiligen uit het verleden de hedendaagse heiligen steunen die met hun geloof worstelen omdat ze de beloofde zegeningen niet in dit leven ontvangen? (We moeten allemaal geloof leren oefenen en Gods geboden onderhouden, zelfs als de zegeningen waarop we hopen niet komen wanneer we ze willen.)
-
Wat betekent het dat deze heiligen ‘vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren’? (Ze wisten dat het sterfelijke leven tijdelijk was en dat deze aarde niet hun permanente verblijfplaats was.)
Toon het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen:
‘Sommige zegeningen komen vroeg, andere komen laat, andere komen pas in de hemel, maar voor hen die het evangelie van Jezus Christus omarmen, komen ze. Daarvan getuig ik persoonlijk.’ (‘An High Priest of Good Things to Come’, Ensign, november 1999, 38.)
-
Hoe kan de kennis dat de getrouwen geen enkele zegening onthouden zal worden, de leden van de kerk helpen die droevig of wanhopig zijn omdat ze niet getrouwd zijn of geen kinderen hebben?
-
Kun je je een situatie herinneren waarin je ontmoedigd was, maar er toch voor koos om in geloof te handelen en voorwaarts te gaan?
Lees als de tijd het toelaat de volgende raad van ouderling Dallin H. Oaks voor:
‘Als je je tijd verdoet met wachten op een huwelijksaanzoek, houd daar dan mee op. Misschien krijg je niet de kans om in dit leven een goed huwelijk te sluiten. Houd op met wachten en ga aan de slag. Bereid jezelf voor op het leven — ook al is het een ongehuwd leven — door studie, ervaring en planning. Ga niet zitten wachten tot het geluk in je schoot valt. Ga ernaar op zoek door dienstbaarheid en scholing. Leid je eigen leven. En vertrouw op de Heer.’ (‘Dating versus Hanging Out’, Ensign, juni 2006, 14.)
Laat de cursisten zich afvragen wat ze kunnen doen om hun geloof in Jezus Christus te versterken en te vertrouwen op zijn bekwaamheid om de beloofde zegeningen te bewerkstelligen.
Leesstof voor de cursisten
-
Gordon B. Hinckley, ‘A Conversation with Single Adults’, Ensign, maart 1997, 58–63.