TIJDLOZE VERHALEN
Het voorbeeld van een zuster
I k had een moedertje (…) in Nieuw-Zeeland. Ik kende haar van mijn eerste zending toen ik [nog jong] was. In die tijd noemde ze mij haar zoon. Toen ik terugging om te presideren, noemde ze mij haar vader. (…)
Op een keer ging ik bij dit grote kleine vrouwtje langs, zoals ik gewoon was te doen als ik in de buurt was. Ze was toen in de tachtig en blind. Ze hoorde niet bij een gemeente en had alleen contact met de priesterschap als de zendelingen bij haar langskwamen. Maar die waren er toen niet. Die vochten in de oorlog.
(…) Ze was in haar achtertuin en stond bij een vuurtje. Ik stak mijn hand uit en wilde haar neus wrijven [begroeting onder de Maori’s]. En toen zei ze: ‘Ik kan u geen hand geven, vader.’
Ik zei: ‘O, dat beetje vuil aan uw handen is niet erg. Ik wil u graag een hand geven. Heel graag zelfs. Gelooft u mij.’
Ze antwoordde: ‘Nog niet.’ Toen liet ze zich op haar handen en voeten vallen en kroop naar haar huisje toe. Tegen de muur van het huis stond een schop. Ze pakte die schop vast en kroop een andere kant op, waarbij ze zorgvuldig de maat opnam. Eindelijk bereikte ze een plek en begon met die schop een gat te graven. Ze stuitte op een hard voorwerp. Ze veegde de aarde weg en haalde een glazen pot te voorschijn. Ze opende de pot, stak haar hand erin, nam er iets uit en gaf dat aan mij. Het bleek een [heleboel] Nieuw-Zeelands geld te zijn. (…)
Ze zei: ‘Dat is mijn tiende. Nu kan ik de priesterschap van God een hand geven.’
Ik zei: ‘Zoveel tiende bent u niet verschuldigd.’
Zij zei: ‘Dat weet ik. Nu niet, maar ik betaal een beetje vooruit, want ik weet niet hoe lang het duurt, voordat de priesterschap van God weer langskomt.’
En toen boog ik mij naar voren en drukte mijn neus en voorhoofd tegen die van haar aan, en mijn tranen rolden over haar wangen naar beneden.
Conference Report, oktober 1948, pp. 159–160.
Matthew Cowley is in 1945 tot apostel geordend. Als jongeman heeft hij in Nieuw-Zeeland een zending vervuld. Later is hij, tijdens de Tweede Wereldoorlog, teruggegaan als zendingspresident.