Omdat mijn lerares
‘Dient elkander door de liefde’ (Galaten 5:13).
Gebaseerd op een voorval in het gezin van de auteur
Desiree luisterde verbaasd naar haar jeugdwerklerares, zuster Ruiz. Ze kon niet geloven wat zuster Ruiz daar zei. Het leek te mooi om waar te zijn. Desiree keek naar de andere kinderen in de klas. Die leken niet zo verbaasd te zijn als zij was. Uiteindelijk stak Desiree haar vinger op. ‘Meent u dat werkelijk, zuster Ruiz? Zou u werkelijk alles voor ons willen doen?’ vroeg ze.
‘Ja, Desiree.’ De vriendelijke blik in de ogen van haar lerares, meer nog dan haar woorden, overtuigde Desiree ervan dat ze het echt meende. Maar Desiree bleef zich toch afvragen of het wel waar was. Misschien zou ze er nog wel achter komen.
Nog geen week later kon Desiree de belofte van haar jeugdwerklerares uittesten. Toen ze thuiskwam van school zag Desiree dat er een briefje op de voordeur hing. Ze haalde het ervan af en liep naar binnen. Toen ze binnen was, bleek er niemand thuis te zijn. Het huis was verlaten. Ze voelde zich omringd door een vreemde, griezelige stilte. Haar nekharen gingen ervan overeind staan.
‘Mama, waar bent u?’, fluisterde Desiree terwijl er tranen langs haar wangen rolden. Ze gooide haar rugtas op de bank en ging ernaast zitten. Toen zag ze het briefje in haar hand, ze opende het. Ze herkende het handschrift van haar moeder, maar de letters zaten aan elkaar vast. Haar moeder was vergeten dat ze geen schuinschrift kon lezen.
‘Ik wil alles voor je doen, omdat ik van je hou.’ Desiree moest denken aan de woorden van haar jeugdwerklerares. Ze las dan wel geen schuinschrift, ze kon wel gedrukte letters en cijfers lezen. Ze zou het telefoonnummer van zuster Ruiz kunnen opzoeken en haar bellen.
Toen zuster Ruiz hoorde dat Desiree met een probleem zat, zei ze dat ze er aan kwam. Voor Desiree leek het eeuwen te duren, voordat zuster Ruiz er was, maar in werkelijkheid was het maar tien minuten, wat snel was, omdat zij in een andere stad woonde.
Desiree gooide de voordeur open en rende naar de straatkant toen ze zuster Ruiz uit haar auto zag stappen. In tranen gaf ze het briefje dat haar moeder had achtergelaten aan haar jeugdwerklerares.
Zuster Ruiz las het briefje en glimlachte. ‘Hier staat dat je mama bij je oma aan een gewatteerde deken werkt.’
Desiree herinnerde zich opeens dat haar moeder haar gezegd had na school naar oma’s huis verderop in de straat te komen. Ze had haar eraan willen herinneren met het briefje, maar had vergeten het in blokletters te schrijven.
‘Wil je dat ik je naar je mama toebreng?’, vroeg zuster Ruiz.
Desiree schudde haar hoofd. Ze keek op naar zuster Ruiz. ‘U bent helemaal hier naar toe komen rijden om een briefje te lezen. Dank u.’
Zuster Ruiz glimlachte, en Desiree zag dat de tranen haar in de ogen stonden. ‘Het was niets, Desiree. Ik wil alles voor je doen.’
‘Voor mij was het heel wat’, zei Desiree.
Zuster Ruiz gaf Desiree een pakkerd. ‘Daar ben ik blij om.’
Desiree keek naar beide kanten voordat ze de straat overstak en naar het huis van oma liep. Zuster Ruiz bleef staan kijken of ze veilig aankwam. Toen reed ze weg.
‘Waar bleef je zo lang?’, vroeg Desirees moeder toen ze binnenkwam. ‘Ik begon mij zorgen te maken.’
‘Ik ben te weten gekomen dat een jeugdwerklerares helemaal naar mijn huis komt om een briefje te lezen.’
‘Waarom heb je het zelf niet gelezen?’, vroeg Desirees moeder.
‘Omdat ik geen schuinschrift kan lezen.’
De mond van moeder viel open van verbazing. ‘Ik heb er niet bij nagedacht, Desiree. Het spijt me dat je je lerares moest bellen.’
‘Geeft niet’, grinnikte Desiree. ‘Mijn lerares zei dat ze het met liefde voor me deed, omdat ze van me houdt.’
Patricia Reece Roper is lid van de wijk Leamington in de ring Delta (Utah).
‘Liefde voor God en liefde voor zijn kinderen is de meest hoogstaande reden voor het dienen van onze medemens.’
Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Evangelieonderwijs’, Liahona, januari 2000, p. 96.