Een onverwachte ontmoeting
Het was een grijze, regenachtige dag — heel ongebruikelijk voor het zuiden van Californië. Mijn man en ik hadden met onze ring net een drukbezochte begiftigingsdienst bijgewoond. Hij had de regen getrotseerd en was de auto gaan halen, terwijl ik in het voorportaal van de tempel bleef schuilen.
Toen ik daar zachtjes met een lid uit mijn wijk stond te praten, werd ik benaderd door een zuster die ik niet kende. Ze was kletsnat en je kon zien dat ze gehuild had. Ze legde uit dat ze per ongeluk haar autolichten aan had gelaten en dat ze nu met een lege accu stond. Ze herkende ons van de tempeldienst — zij was de enige in de dienst die niet uit onze ring kwam — en vroeg zich af of we misschien een startkabel hadden die ze kon lenen.
Terwijl we zo met elkaar stonden te praten, bleef ze me indringend aankijken en zei opeens: ‘Ben jij niet Cathy West?’ (Namen zijn gewijzigd.)
Verrast riep ik uit: ‘Dat is mijn meisjesnaam!’
Daarop zei ze: ‘Ik ben Diane Cody Hart, het kleine zusje van Anne Cody.’
Anne Cody — de naam sloeg in als een bom. Ik had Anne jaren geleden voor het laatst gezien. Dertig jaar eerder en duizenden kilometers van hier, was Anne mijn jeugdvriendin geweest — en mijn schakel met de kerk. Mijn moeder, zusters en ik waren lid van de kerk, maar mijn vader niet. Niemand in het gezin was actief. Anne nam me altijd mee naar de kerk en de jongevrouwen en betrok me bij de kerkactiviteiten. In die beslissende jaren bleef ik alleen actief, omdat Anne mijn vriendin was en niet zozeer omdat ik een getuigenis van de kerk had.
Die ragfijne draad met de kerk hield me op de been toen mijn ouders besloten te gaan scheiden. Die draad zorgde ervoor dat ik mijn vader zover kreeg dat hij naar de kerk ging en de zendelingenlessen ging volgen. Mijn band met de kerk werd beter toen mijn vader lid werd en mijn ouders hertrouwden. Zij was het anker in mijn roerige tienerjaren.
En altijd was daar het voorbeeld en de vriendschap van Anne. Toen zij besloot naar de Brigham Young University te gaan, wilde ik niet achterblijven, dus ging ik ook. In die tijd kreeg ik dankzij goede vrienden en deelname aan de kerkactiviteiten een stevig getuigenis.
Toen kregen we in het tweede jaar van mijn studie, thuis onverwachts met een tragische gebeurtenis te maken. Mijn oudste zus, die al jaren met neerslachtigheid kampte, benam zichzelf van het leven. In die moeilijke tijd putten wij veel troost uit onze pas hervonden getuigenis.
Later ontmoette ik een teruggekeerde zendeling en we besloten in de tempel te trouwen. De dag vóór mijn huwelijk, ontvingen mijn ouders hun begiftiging en werden wij — inclusief mijn overleden zuster, plaatsvervangend — als gezin verzegeld. Anne’s rustige invloed had niet alleen mij maar ook mijn familie de zegeningen van de kerk gebracht.
Ik omhelsde Diane en sprak mijn waardering uit voor de vriendschap en het voorbeeld van haar zus. Toen mijn man voorreed, bleken we geen startkabel te hebben, maar hij stond erop om met Diane naar een nabijgelegen winkelcentrum te gaan om er een te kopen.
Diane en ik wachtten in de auto terwijl mijn man naar binnen ging om een startkabel te kopen. Ik vroeg Diane naar haar familie. Ze vertelde dat ze die avond allemaal tegelijk een tempeldienst hadden bijgewoond — Anne in Chicago, Diane in San Diego en hun ouders in Reno — omdat er plaatsvervangend gewerkt werd voor haar jongere broer, die een jaar eerder overleden was. Diane was alleen naar de tempel gekomen om deze voor haar speciale dienst bij te wonen, terwijl haar man op hun drie kinderen paste.
Ik kneep even in haar hand en vroeg waaraan haar broer gestorven was. Ze begon te huilen en fluisterde dat haar broer — met wie ze een heel nauwe band had gehad — een eind aan zijn leven had gemaakt. In tranen vertelde Diane hoe eenzaam ze zich had gevoeld, zelfs in een drukke begiftigingsdienst, toen ze aan de dood van haar broer dacht.
Ik vond het bijzonder dat we wij elkaar juist vanavond hadden ontmoet en zag de hand van de Heer daarin. Begeleid door het ritmische getik van de regen op het autodak, vertelde ik haar over de zelfmoord van mijn zus jaren daarvoor en hoe wij als gezin daar mee om waren gegaan. Ik hield haar hand vast en zei dat ik begreep waar ze doorheen ging, totdat mijn man korte tijd later met een startkabel terugkwam.
We gingen terug naar de tempel en mijn man wist Diane’s auto aan de praat te krijgen. Voordat ze wegreed, omhelsden Diane en ik elkaar terwijl de regen zachtjes op ons neerviel. ‘Ik voel me niet eenzaam meer’, fluisterde ze.
Terwijl Diane uit het zicht verdween, verbaasde ik mij over de goedheid van onze hemelse Vader. Hij had mij in contact gebracht met een van zijn dochters die de troost nodig had die ik haar kon geven. En Hij had me de unieke kans geboden om iets terug te doen aan een lieve vriendin die mij dertig jaar eerder zo goed had geholpen.