2005
Ik ben een kind van God
Februari 2005


PARTICIPATIEPERIODE

Ik ben een kind van God

‘Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn’ (Romeinen 8:16).

Heb je ooit een baby’tje vastgehouden? Heb je je ooit afgevraagd waar baby’s waren, voordat ze werden geboren? Heb je je ooit afgevraagd waar jij woonde, voordat je werd geboren? Het Eerste Presidium legt op bladzijde één van het boekje Geloof in God uit: ‘Jij bent een kind van God. Hij is je hemelse Vader. Hij heeft je lief en heeft het beste met je voor.’

Hoe kun je weten dat onze hemelse Vader van je houdt? Onze aardse ouders tonen hun liefde door ons van eten en onderdak te voorzien. Ook leren zij ons hoe we het goede kunnen kiezen. Onze hemelse Vader heeft ons veel gegeven, dat ons er elke dag aan herinnert dat Hij van ons houdt: de prachtige aarde, de Schriften, de levende profeten, en een thuis. En het beste van alles is dat Hij Jezus Christus heeft gestuurd. Dankzij Jezus Christus kunnen we, als we het goede kiezen, terugkeren bij onze hemelse Vader.

President Gordon B. Hinckley heeft ons gezegd dat we onze liefde voor onze hemelse Vader kunnen tonen door met Hem te praten in gebed en zijn geboden te onderhouden. Als we dat doen, belooft president Hinckley ons het volgende: ‘Hij zal over je waken, zal je leiden en beschermen. Hij zal je zegenen in je werk op school en in het jeugdwerk. Hij zal je thuis zegenen en dan word je een betere jongen of een beter meisje. (…) Vergeet nooit, lieve jonge vrienden, dat je echt een kind van God bent, dat iets van zijn goddelijke aard heeft geërfd, een kind waar Hij van houdt, en dat Hij wil helpen en zegenen’ (‘Jij bent een kind van God’, Liahona, mei 2003, p. 119).

Lijst met kroon voor een kind van God

Maak een lijst met een kroon om je eraan te herinneren dat je een kind van God bent. Haal pagina K15 uit de Liahona en plak hem op stevig papier. Plak een spiegeltje of een foto van jezelf in de lijst. Knip de lijst en de kronen uit en snijd de sleuven op de lijst in. Vul de regel op de kronen in. Bevestig elke maand een nieuwe kroon op de lijst door de tabs aan de kroon in de sleuven van de lijst te schuiven.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. 1. Laat de kinderen de volgende zinnetjes uit het boekje Geloof in God (binnenzijde vooromslag) uit het hoofd leren: ‘Ik weet dat mijn hemelse Vader van mij houdt. Ik kan altijd en overal tot mijn hemelse Vader bidden. Ik probeer altijd aan Jezus Christus te denken en Hem te volgen.’ Kies een verhaal uit de Schriften over gebed uit, bijvoorbeeld, Nephi met zijn broers op het schip (zie 1 Nephi 18) of Daniël in de leeuwenkuil (zie Daniël 6). Laat de kinderen het verhaal eerst naspelen met gebruik van eenvoudige kostuums of naamplaatjes op en bespreek daarna het beginsel gebed. Laat de kinderen de zinnetjes nogmaals uit het hoofd opzeggen. Laat elke klas zachtjes hun lievelingsverhaal uit de Schriften over gebed bespreken. Laat elke klas een kind uitkiezen dat een verhaal over gebed aan het hele jeugdwerk vertelt.

  2. 2. Leg uit dat keuzes maken een belangrijk onderdeel van dit leven is. Ons recht om te kiezen wordt keuzevrijheid genoemd. Wanneer we onze keuzevrijheid gebruiken om het goede te kiezen, volgen we Jezus Christus en kunnen we bij Hem en onze hemelse Vader terugkeren. De Schriften leren ons hoe we het goede kunnen kiezen. Hang een plaat van Jezus met een tienstappenpad dat naar Hem leidt op, met een papieren kind aan het eind van het pad. Geef elke klas een stuk papier in de vorm van een verkeersbord met een van de volgende verwijzingen erop: Exodus 20:8; Matteüs 19:18; 2 Nephi 32:9; Mosiah 13:20; 3 Nephi 12:34; LV 42:21; LV 42:27; LV 51:9; LV 89:7–8; LV 119:4. (Sommige klassen kunnen meerdere borden krijgen.) Laat de klassen de verwijzingen opzoeken en op het bord noteren aan welk beginsel we ons moeten houden. Hang de ‘verkeersborden’ op. Zorg voor een paar praktijkgevallen, waarin de kinderen een beslissing moeten nemen om een van de ‘verkeersborden’ te gehoorzamen. Bijvoorbeeld: ‘Je hoort iemand iets lelijks over een vriend zeggen. Wat doe je?’ Laat de kinderen reageren en beweeg daarna het papieren kind langs het pad naar de plaat van Christus toe.

Afdrukken