2005
De weg terug: stoppen met porno
Februari 2005


De weg terug: stoppen met porno

De Heer zal u te hulp komen als u met uw pornoverslaving wilt breken.

Pornografie wordt steeds populairder en toegankelijker. Velen denken dat het geen kwaad kan. De leiders van de kerk blijven ons echter waarschuwen voor het vernietigende karakter van pornografie. President Gordon B. Hinckley heeft gewaarschuwd: ‘Laat u niet in met de grote, schrikwekkende stortvloed aan pornografie die over de aarde spoelt. Een paar mensen verrijken zich ermee, vele anderen raken eraan verslaafd en vernietigen zichzelf. Blijf er bij weg.’1

Jammer genoeg heeft niet iedereen de raad van onze profeet ter harte genomen, waardoor ze verstrikt zijn geraakt in dit obscene materiaal. Ze ondervinden dat pornoverslaving, zoals veel andere verslavingen, heel moeilijk te breken is.

Maar het is wel mogelijk. In mijn praktijk als psychotherapeut heb ik een groot aantal cliënten met een pornoverslaving onder behandeling. Daardoor heb ik een aantal overeenkomsten ontdekt bij hen die hun verslaving wisten te breken. De volgende suggesties, zeker niet allesomvattend, zijn bedoeld om enige richting en mogelijk een beginpunt te bieden voor ieder die wil stoppen met pornografie.

Het probleem toegeven

Veel mensen stellen hun probleem als onbeduidend voor, omdat zij zich ervoor schamen. De Heer verwacht echter dat we onze overtredingen aan Hem bekennen. (Zie Psalmen 32:5; Alma 38:14; 39:13; LV 5:28.) Zo’n bekentenis is eigenlijk een oefening in eerlijkheid, daar we datgene aan onszelf toegeven wat God allang duidelijk was. Verwikkeling in pornografie dient ook te worden besproken met de partner (en voor jongeren met de ouders) en de bisschop en gemeentepresident.

Veel mensen die porno bekijken, verzwijgen dat voor hun partner, omdat ze bang zijn dat hun huwelijk op de klippen zal lopen. Toch blijkt uit onderzoek dat de meeste huwelijken standhouden als beide partners bereid zijn samen aan de problemen te werken. Soms ziet iemand af van een bekentenis, omdat hij bang is dat zijn partner dat niet aankan. Meestal is dat niet meer dan een excuus om de reactie van de partner en de andere gevolgen van zijn gedrag te ontlopen. Daardoor blijven zij zich stiekem bezondigen aan pornografie. Maar oneerlijkheid in een relatie kan net zo schadelijk zijn als pornografie, en veel partners komen er na verloop van tijd toch achter. Iemand die door porno in de problemen is geraakt, zal eerder op steun van de partner kunnen rekenen als hij zijn probleem bekent en om hulp bij het genezingsproces vraagt.

Zelfs als iemand zijn of haar daden geheim weet te houden, zijn onze geheimen bekend aan God. Jakob heeft gezegd: ‘Want Hij weet alle dingen, en er is niets of Hij weet het’ (2 Nephi 9:20).

Iemand die het probleem eerlijk toegeeft, ervaart dat de vrijgekomen energie waarmee eerder een geheim in stand werd gehouden nu een gevoel van bevrijding teweegbrengt. Ook zijn er veel partners die aangaven dat zij, hoe pijnlijk de bekentenis van de ander ook voor hen was, in zekere zin opgelucht waren, omdat ze inzagen dat hun achterdocht niet ingegeven werd door hun eigen onzekerheid. Als iemand in alle eerlijkheid aan het bekeringsproces begint, kan de verzoening de zondelast wegnemen. En door de verzoening kan de een de kracht opbrengen om de ander vergiffenis te schenken voor het geschonden vertrouwen.

Verzoening aannemen

In het Hebreeuws is het basiswoord voor verzoenen kafar , een woord dat ‘bedekken’ betekent.2 Daarom geeft het woord verzoening aan dat Christus zonden kan bedekken, kan ‘uitdelgen’ door zijn barmhartigheid, op voorwaarde van bekering. (Zie Handelingen 3:19.) Dankzij dit proces kunnen zonden ‘wit worden als sneeuw’ (Jesaja 1:18).

De tegenstander probeert daarentegen pornoverslaafden ertoe te brengen hun zonden te verbergen, te bedekken, en zo het bekeringsproces te hinderen en de ware genezingsbron onbereikbaar te maken. Daarmee voegen zij de zonde van oneerlijkheid toe aan de zonde van pornografie, ‘en zo bedriegt de duivel hun ziel en voert hij hen bedachtzaam ter helle’ (2 Nephi 28:21).

Het verhaal van Adam en Eva illustreert hoe Satan ons tot slaaf probeert te maken. Adam en Eva overtraden een van Gods geboden, waarna Satan inwerkte op hun schuldgevoel en hen zei dat ze zich moesten bedekken en verbergen. Evenzo probeert Satan ons, wanneer we vergissingen begaan, af te keren van God. Maar een engel zei Adam dat hij zich moest ‘bekeren en God voor eeuwig aanroepen in de naam van de Zoon’ (Mozes 5:8). Adam en Eva leerden hun angst en schaamte te veranderen in geloof en vertrouwen. Evenzo moet iemand met een pornoprobleem zijn vrees en schaamte veranderen in geloof en vertrouwen in de Heer en zijn verzoening.

Als we de verzoening aannemen, belijden we onze zonden en onderwerpen we ons aan de gevolgen van onze keuzes. Als we zelf proberen ons zondig gedrag te bestraffen door onszelf schuld of schaamte op te leggen, proberen we onszelf onrechtmatig het gezag van de Heiland toe te eigenen. De Heiland heeft het recht van genade en het recht van oordeel. Ons recht is het om ons hart aan God te onderwerpen en zijn genade en gerechtigheid, gebaseerd op goddelijke wetten, te accepteren. Hoewel we geen recht hebben op barmhartigheid, kunnen we er wel voor in aanmerking komen dankzij de genade van God en ons gebroken hart en onze verslagen geest. De grote hartsverandering, die een zoon of dochter van God reinigt van ongerechtigheid, is een gave die voortvloeit uit geloof en vertrouwen in Hem en uit de kracht van zijn verzoening. Verlossing van zonde is een proces dat naar alle waarschijnlijkheid tijd vergt, maar uiteindelijk zullen we weten, doordat de Geest die zekerheid overbrengt op onze ziel, dat we vergiffenis voor onze zonden hebben gekregen.

Bewustwording

Koning Benjamin heeft deze wijze raad gegeven: ‘[Let op uzelf], en op uw gedachten en op uw woorden en op uw daden’ (Mosiah 4:30). Iemand die wil breken met pornoverslaving, dient zich bewust te worden van de patronen en zwaktes in zijn of haar leven en in welke situaties hij of zij op pornografie terugvalt.

Een man besefte dat hij, telkens als hij te maken kreeg met negatieve emoties, aan zijn psychische nood probeerde te ontsnappen door in pornografie te vluchten. Dit nieuwe inzicht leidde ertoe dat hij in stilte om hulp bad als hij een negatieve emotie voelde opkomen, om de situatie aan te kunnen en zich te verzetten tegen zijn vluchtneigingen.

Uit een verhaal uit het Boek van Mormon leerde deze man hoe de Heer hem bij zijn probleem kon helpen. Het viel hem op dat de volgelingen van Alma, toen zij in slavernij waren, van de Heer de belofte kregen dat Hij hun lasten zou verlichten (zie Mosiah 24:14); Hij beloofde hun niet dat Hij al hun lasten zou wegnemen. Evenzo verwachtte deze man niet van de Heer dat Hij een eind maakte aan al zijn negatieve emoties, maar wel dat hij hulp kreeg om daar op een gezonde manier mee om te gaan.

Door diep na te denken over onze manier van leven, worden we ons bewust van onszelf, vooral als we daar in een oprecht gebed om vragen.

Aanpassingen

Wil iemand breken met pornoverslaving, dan moet hij bereid zijn om verregaande aanpassingen in zijn gedrag of mentaliteit aan te brengen. Vaak zijn pornoverslaafden ‘gevoelloos geworden’ (1 Nephi 17:45; Moroni 9:20). Ze moeten weer leren contact maken met hun gevoelens en met God, nederig zijn, en vertrouwen. De rol van de Heilige Geest is van het grootste belang in deze onderneming. Hij kan iemand ‘een grote verandering’ van hart helpen krijgen, waardoor hij geneigd is ‘om voortdurend goed te doen’ (Mosiah 5:2; Alma 5:12, 14; zie ook Alma 5:26).

Hulp kan ook komen van mensen om ons heen. Volgens president Spencer W. Kimball (1895–1985) werkt de Heer vaak door anderen om zijn rechtvaardige doelen te verwezenlijken.3 Met de hulp van een bisschop of gemeentepresident, familieleden, en een bekwame therapeut kan iemand met succes een pornoverslaving overwinnen. De oude spreuk gaat nog steeds op: God helpt wie zichzelf helpt. En er wordt van ons verwacht dat we de hulpmiddelen die ons ter beschikking staan, gebruiken.

Een andere noodzakelijke aanpassing is hernieuwde toewijding aan dagelijkse schriftstudie. Iemand die zich regelmatig vergast aan de woorden van Christus kan daar grote kracht uit putten. In het boek Alma staat dat het woord ‘krachtiger uitwerking op het gemoed van het volk had dan het zwaard of iets anders’ (Alma 31:5). En Nephi zei tegen zijn broers: ‘Wie ook naar het woord Gods luisterden en zich eraan vasthielden, zouden nimmer verloren gaan; evenmin konden de verzoekingen en brandende pijlen van de tegenstander hen overweldigen en verblinden om hen weg te voeren naar de ondergang’ (1 Nephi 15:24).

De kracht van het woord komt in ons leven tot uiting als we de beginselen naleven die we door onze schriftstudie leren. Als we ons uiterste best doen, zal de Heer ons de kracht schenken die we nodig hebben om onze rechtschapen verlangens te verwezenlijken. Hij sluit ons in zijn hart zoals wij zijn woord in ons hart sluiten.

Ook zullen we ervoor moeten kiezen onze ervaringen anders te interpreteren. Onze manier van denken veranderen is wellicht het moeilijkste wat we moeten doen. Iemand zeggen niet meer aan pornografie te denken is in wezen paradoxaal. Om niet aan iets te willen denken, moet je weten waaraan je niet wil denken, en dus moet je denken aan datgene waaraan je niet wil denken.

Veel mensen die hun verslaving hebben overwonnen, zeggen dat het makkelijker voor ze was om zich te concentreren op positieve bezigheden die niet samengaan met het bekijken van pornografie, dan krampachtig te proberen pornografie uit hun denken te bannen. Als iemand zich bijvoorbeeld voorneemt om eerlijker te zijn, dan zal die persoon vaak moeten nadenken over eerlijkheid. Wat we dus willen vermijden met deze strategie is dat men zo gefixeerd raakt op het niet willen denken aan pornografie, dat men juist aan pornografie gaat denken — waardoor men zich mogelijk weer overgeeft aan pornografie.

Ik geef mensen vaak de suggestie om eerlijk na te denken over hun verleidingen. Iemand die dat deed, besefte dat de vrouwen die in pornografisch materiaal staan afgebeeld, zich zo in het echt nooit zouden gedragen. Hij ontdekte dat de beelden die hij zag, met computereffecten mooier waren gemaakt dan ze in werkelijkheid waren. Ook kwam hij erachter dat sommige acteurs eerst hun gevoelens verdoven met sterkedrank of drugs, voordat ze doen waarvoor ze betaald worden. Doordat deze man eerlijk was in zijn benadering en porno tot haar ware proporties terugbracht, verloor zij haar aantrekkingskracht aanzienlijk. Het lukte hem om beter onderscheid te maken tussen goed en kwaad. (Zie Genesis 3:5; Mozes 4:11.)

Verantwoordelijkheid aanvaarden

Veel mensen vergoelijken hun gedrag met uitspraken als ‘Mijn oog viel erop’, ‘Ik dacht er niet bij na’, ‘Het ging per ongeluk’. Volwassen zijn wil zeggen dat we verantwoordelijk zijn voor ons gedrag. We zijn bereid om veranderingen in onze omstandigheden aan te brengen die de kans dat we de fout in gaan, verkleinen. Iemand die bijvoorbeeld moeilijk weerstand kan bieden aan pornografie op internet, zal er geen bezwaar tegen hebben dat zijn of haar computer van een filter wordt voorzien, dat de deur open blijft als hij of zij de computer gebruikt, of dat het beeldscherm zo wordt geplaatst dat iedereen die langsloopt er zicht op heeft.4 Hij of zij vermijdt situaties die te veel verleiding met zich meebrengen.

Overweeg het verhaal van koning David, die ‘ten tijde, dat de koningen plegen ten strijde te trekken (…) in Jeruzalem [bleef]’ (2 Samuel 11:1). Hij had bij zijn leger moeten zijn, maar in plaats daarvan ‘wandelde [hij] op het dak’ en zag dat Batseba zich aan het baden was. (Zie 2 Samuel 11:2.) Hij beging de fout om toe te geven aan zijn lusten. Evenzo behoort iemand die gevoelig is voor pornografie, elke situatie die hem mogelijk in de problemen brengt, uit de weg te gaan.

Met de verslaving breken

Pornoverslaafden dienen één aspect van hun zonden te begrijpen dat niet vaak ter sprake komt: zonde en lust geven wel degelijk tijdelijk genot. Als dat niet zo was, konden ze ons ook niet verleiden. President Hinckley erkende dat iemand die pornografisch materiaal bekijkt, daar genot in kan vinden. Hij voegde eraan toe: ‘Maar het zal u vernietigen.’5 Vernietiging kan maanden, zelfs jaren, duren, maar vernietigen doet het. Toen Mormon de goddeloosheid van zijn volk overdacht, zei hij dat ‘de Heer hun niet altijd zou toestaan behagen te scheppen in zonde’ (Mormon 2:13).

Genoeg vertrouwen in God stellen om pornografie op te geven, is wellicht een van de belangrijkste stappen die men neemt op het pad van bekering. Maar daar draait het om bij bekering — een verandering in hart en hoofd, en de bereidheid om gedrag op te geven dat in tegenspraak is met Gods wil. Met een dergelijke opgave wordt de tijdelijke bevrediging vervangen door de permanente voldoening die men vindt in een gezonde, betekenisvolle huwelijksrelatie, door een nauwe band met God, en door het zelfrespect dat voortvloeit uit een rechtschapen levenswijze.

Er is hoop

Er is hoop voor iemand met een pornoverslaving! Hij kan ermee stoppen, maar hij moet het dan wel echt willen, en wilskracht en doorzettingsvermogen tonen. Hij wint de strijd niet door God te bevechten, maar door zich aan God over te geven, zodat zijn wil ‘geheel opgaat in de wil van de Vader’ (Mosiah 15:7). Sommige veldslagen levert u in de stille binnenkamers van uw ziel, waar alleen u zich bewust bent van de kleine overwinningen op de weg naar genezing.6 Uw verlangen om te stoppen met pornografie is rechtvaardig, en de Heer steunt u daarin, op voorwaarde dat u uw deel doet.

Rory C. Reid is lid van de wijk Pilgrims Landing 3 in de ring Lehi-Jordan River (Utah).

Aanvullend leesmateriaal: ‘Gevaar! De valstrik van pornografie mijden’, Liahona, oktober 2002, pp. 12–17; Thomas S. Monson, ‘Pornografie — de dodelijke bacillendrager’, Liahona, november 2001, pp. 2–6.

WAT IS PORNOGRAFIE?

De wettelijke, academische en andere definities van pornografie verschillen nogal, maar in praktische zin is pornografie alle visuele of schriftelijke media die opzettelijk de seksualiteit willen prikkelen. Als een medium niet bedoeld is te prikkelen, maar niettemin bij iemand seksuele gevoelens oproept, dan is dat voor die persoon pornografie.

Als u zich afvraagt of iets pornografie is, dan wijst die vraag erop dat het u niet lekker zit. Dat is al genoeg reden om het materiaal te mijden.

BEKERING: EEN REINIGINGSPROCES

‘Satan probeert ons ervan te overtuigen dat zonden voor anderen verborgen kunnen blijven. Toch zorgt hij dat ze in de beschamendste omstandigheden aan het daglicht komen. Zijn doel is Gods kinderen in gevangenschap te brengen. Aan al zijn verleidelijke, betoverende verlokkingen ligt de vernietiging van het individu ten grondslag. (…)

‘Ga naar uw bisschop. Hij zal u uitleggen hoe u zich kunt bekeren en u erbij helpen. Als u bidt en daarnaar handelt, zult u naar anderen worden geleid die u zullen steunen. Bekering is een reinigingsproces. Het is moeilijk maar er komt een eind aan; een heerlijk einde met vrede en verkwikkende vergeving en het wonder van een nieuw begin.’

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Vrij zijn van zware lasten’, Liahona, november 2002, p. 87.

Noten

  1. ‘Selections from Addresses of President Gordon B. Hinckley’, Ensign, maart 2001, p. 65.

  2. Zie Russell M. Nelson, ‘De verzoening’, De Ster, januari 1997, p. 34.

  3. Zie The Teachings of Spencer W. Kimball, Edward L. Kimball (red.), 1982, p. 252.

  4. Zie M. Russell Ballard, ‘Laat uw stem horen’, Liahona, november 2003, pp. 16–19.

  5. ‘Advies en een gebed van een profeet voor de jongeren’, Liahona, april 2001, 37.

  6. Zie David O. McKay, Conference Report, oktober 1954, p. 83; zie ook Ezra Taft Benson, ‘In zijn voetspoor’, De Ster, februari 1989, p. 3.

Afdrukken