Ik ben een kind van God
‘Allen [kinderen] des Allerhoogsten’ (Psalmen 82:6).
Net als jullie zijn er over de hele wereld geweldige kinderen. Ze dragen misschien andere kleding, eten ander voedsel, spreken een andere taal en wonen in ander soort huizen, maar jullie zijn allemaal kinderen van God, en Hij houdt van jullie.
Haal deze poster uit het tijdschrift. Knip voorzichtig langs de stippellijnen. Met de kant van de Schriften naar voren, hang je de twaalf vierkantjes op nummervolgorde op de muur of op een poster.
Iedere maand zoek je de tekst op of lees je het citaat uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ (Liahona, oktober 2004, p. 49) in het vierkantje. Leer de tekst of het citaat eventueel uit je hoofd. Als je klaar bent, draai je het vierkantje om en hang je het terug.
Aan het eind van het jaar is je kaart helemaal klaar. Dan zie je vriendjes uit de hele wereld en heb je over belangrijke zegeningen en mogelijkheden geleerd die je als kind van God ontvangt.
Dit jaar zit er in iedere uitgave een kleurplaat met een thema en een tekst. Je kunt de plaat kleuren en naast de poster ophangen.