Uit het leven van de profeet Joseph Smith

Een dag van Gods macht

Uit Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (cursus Melchizedekse priesterschap en ZHV, 2007), pp. 409–412.

Toen de heiligen der laatste dagen verhuisden naar de plek waar Nauvoo zou verrijzen, was het een moeras met heel veel muggen. Veel leden werden ziek en stierven. Joseph en Emma namen zieken in huis en stonden hun bed af. Zij sliepen buiten in een tent.

Er was een dag die Wilford Woodruff later ‘een dag van Gods macht’ noemde. Na een ochtendgebed zegende Joseph de zieken.

Brigham, heb je genoeg geloof om te worden genezen?

Ja, Joseph.

Joseph en Brigham gingen toen naar Elijah Fordham, die op sterven lag. Elke minuut kon zijn laatste zijn.

Joseph nam Elijah bij de hand. Elijah reageerde eerst niet; maar iedereen in de kamer zag dat de Geest Gods op hem rustte.

Broeder Fordham, herkent u mij?

Elijah, herkent u mij?

Ja!

Hebt u het geloof om genezen te worden?

Ik ben bang dat het te laat is. Als u eerder gekomen was (…)

Gelooft u dat Jezus de Christus is?

Jazeker, broeder Joseph.

Elijah, ik gebied u in de naam van Jezus van Nazaret om op te staan en te genezen!

De stem van Joseph klonk als de stem van God. Hij leek het huis te laten schudden op zijn grondvesten. Elijah sprong van zijn bed.

Hij kreeg weer kleur op zijn gezicht en er kwam weer leven in hem. Hij vroeg om zijn kleren, at een kom met brood en melk, en zette daarna zijn hoed op. Toen ging hij met Joseph mee om andere zieken te zegenen.

Illustraties Sal Velluto en Eugenio Mattozzi