Boodschap van het Eerste Presidium
De verrukkelijke vruchten van het eerste visioen
Toen ik in Duitsland opgroeide, ging ik door de jaren heen op verschillende locaties naar de kerk — in eenvoudige achterkamers, in indrukwekkende villa’s en in moderne, functionele kerkgebouwen. Al die gebouwen hadden één belangrijk gegeven gemeen: de Geest van God vertoefde er. De liefde van de Heiland was er te voelen als we bijeenkwamen als gemeente- of wijkfamilie.
Het kerkgebouw in Zwickau had een oud orgel dat op perslucht werkte. Iedere zondag moest een jongeman de blaasbalg bedienen om lucht door het orgel te blazen. Zelfs voordat ik het Aäronisch priesterschap kreeg, had ik soms het grote voorrecht om bij die belangrijke taak te helpen.
Terwijl de aanwezigen onze geliefde lofzangen over de herstelling zongen, pompte ik met al mijn kracht zodat het orgel niet zonder lucht kwam te zitten. De ogen van de organist gaven duidelijk aan of ik het goed deed of dat ik beter mijn best moest doen. Ik voelde me altijd vereerd door het belang van die taak en het vertrouwen van de organist in mij. Het was een fijn gevoel om iets te betekenen en deel uit te maken van dit grote werk.
De taak bracht nog een ander voordeel met zich mee: wie de blaasbalg bediende, zat op een stoel die uitzicht bood op een gebrandschilderd raam dat het voorste gedeelte van de kapel sierde. Het was een afbeelding van het eerste visioen, met Joseph Smith geknield in het heilige bos, opkijkend naar de lichtkolom.
Tijdens de lofzangen en zelfs tijdens toespraken en getuigenissen van onze leden, keek ik vaak naar deze afbeelding van een van de heiligste momenten in de wereldgeschiedenis. In mijn gedachten zag ik dat Joseph kennis, een getuigenis en goddelijke aanwijzingen kreeg, en dat hij een gezegend werktuig in de handen van onze hemelse Vader werd.
Ik voelde een speciale geest als ik naar het prachtige tafereel op het raam keek, van de gelovige jongeman in het heilige bos die de moedige beslissing nam om oprecht tot onze hemelse Vader te bidden — een Vader die luisterde en liefdevol antwoord gaf.
De Geest getuigde
Daar zat ik, een jongeman in het naoorlogse Duitsland, in een tot ruïne vervallen stad, duizenden kilometers verwijderd van Palmyra (New York), in Noord-Amerika, en ruim honderd jaar na de feitelijke gebeurtenis. Door de alomvattende macht van de Heilige Geest voelde ik in mijn hart en mijn verstand dat het waar was, dat Joseph Smith God en Jezus Christus had gezien en gehoord. De Geest van God verkwikte mijn ziel op jonge leeftijd en getuigde van de waarheid van dat heilige moment dat het begin van deze wereldwijde organisatie inluidde, die zal ‘voortrollen totdat [zij] de gehele aarde heeft vervuld’ (LV 65:2). Ik geloofde Joseph Smiths getuigenis van die prachtige gebeurtenis in het heilige bos toen, en ik weet nu dat het waar is. God heeft opnieuw tot de mens gesproken!
Als ik terugkijk, ben ik dankbaar voor de vele mensen die mij in mijn jeugd hebben geholpen om een getuigenis van de herstelde kerk van Jezus Christus te krijgen. Eerst had ik een eenvoudig geloof in hun getuigenis, en vervolgens kreeg ik het goddelijke getuigenis van de Geest in mijn hart en mijn verstand. Ik beschouw Joseph Smith als een van de mensen die mij door hun getuigenis van Christus hebben geholpen om mijn eigen getuigenis van de Heiland te ontwikkelen. Voordat ik het getuigenis van de Geest ontving dat Joseph Smith een profeet van God was, voelde ik in mijn hart dat hij een vriend van God was en daardoor vrij natuurlijk ook een vriend van mij zou worden. Ik wist dat ik Joseph Smith kon vertrouwen.
In de Schriften staat dat wij gaven van de Geest ontvangen als wij God daarom vragen, Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden. (Zie LV 46:9.)
‘Want allen krijgen niet iedere gave geschonken; want er zijn vele gaven, en ieder mens wordt een gave geschonken door de Geest van God.
‘Aan sommigen wordt de ene gegeven en aan sommigen een andere, opdat allen erdoor gebaat zullen worden’ (LV 46:11–12).
Nu weet ik dat mijn jonge getuigenis veel profijt had van het getuigenis van de profeet Joseph Smith en dat van veel vrienden in de kerk die ‘door de Heilige Geest’ wisten ‘dat Jezus Christus de Zoon van God is, en dat Hij gekruisigd is voor de zonden der wereld’ (LV 46:13). Toen ik naar meer licht en waarheid op zoek was, werd ik door hun goede voorbeeld, zorgzame liefde en hulp gezegend met een andere gave van de Geest die in de Schriften staat beschreven: ‘Aan anderen wordt het gegeven in hun woorden te geloven, opdat ook zij het eeuwige leven zullen hebben als zij getrouw blijven’ (LV 46:14). Wat een geweldige, waardevolle gave!
De gave van geloof
Als wij nederig zijn, worden we gezegend met de gave van geloof, en hopen we op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn. (Zie Alma 32:21.) Als wij de woorden in de Schriften en van de hedendaagse profeten beproeven — ook als we alleen maar een verlangen hebben om te geloven — en ons niet tegen de Geest van de Heer verzetten, wordt onze ziel verruimd en ons verstand verlicht. (Zie Alma 32:26–28.)
De Heiland heeft dit genadige beginsel tijdens zijn hogepriesterlijk gebed duidelijk aan de hele wereld uitgelegd — niet alleen voor zijn apostelen maar voor alle heiligen, zelfs voor ons, waar wij ons ook bevinden. Hij zei:
‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven,
‘Opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt’ (Johannes 17:20–21; cursivering toegevoegd).
Dat is de manier waarop het eerste visioen van Joseph Smith ons, ons gezin en uiteindelijk de hele mensheid tot zegen is — we gaan door het getuigenis van de profeet Joseph Smith in Jezus Christus geloven. Profeten en apostelen in de geschiedenis van de mensheid hebben net als Joseph Smith goddelijke manifestaties ontvangen. Mozes zag God van aangezicht tot aangezicht en vernam dat hij een zoon van God was, ‘naar de gelijkenis van [zijn] Eniggeborene.’ (Mozes 1:6.) De apostel Paulus getuigde dat de herrezen Jezus Christus op de weg naar Damascus aan hem was verschenen (zie Handelingen 26:9–23), waardoor Paulus een groot zendeling werd. Toen de machtige koning Agrippa het getuigenis van Paulus over zijn hemelse visioen tijdens de rechtszaak in Caesarea hoorde, zei hij: ‘Gij wilt mij wel spoedig als christen laten optreden!’ (Handelingen 26:28.)
En er zijn veel andere vroege profeten die een krachtig getuigenis van Christus hebben gegeven. Al deze manifestaties, oude en hedendaagse, leiden de gelovigen naar de goddelijke bron van alle rechtschapenheid en hoop — naar God, onze hemelse Vader, en naar zijn Zoon, Jezus Christus.
God heeft tot Joseph Smith gesproken om al zijn kinderen met zijn genade en liefde te zegenen, omdat we in een onzekere en onveilige wereld leven, met oorlogen en geruchten van oorlogen, met natuurrampen en mensenleed. De Heiland heeft gezegd: ‘Zie, de arm van mijn barmhartigheid is naar u uitgestrekt, en wie ook komt, hem zal ik aannemen’ (3 Nephi 9:14). En iedereen die deze uitnodiging aanvaardt, zal ‘worden omringd door de weergaloze overvloed van zijn liefde’ (Alma 26:15).
Door ons geloof in het getuigenis van de profeet Joseph Smith en in de feiten van het eerste visioen, zullen we door studie en gebed, diep en oprecht, gezegend worden met een standvastig geloof in de Heiland, die tot Joseph sprak ‘op de morgen van een mooie, heldere dag, vroeg in het voorjaar van achttienhonderdtwintig’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:14).
Geloof in Jezus Christus en een getuigenis van Hem en zijn alomvattende verzoening is niet slechts een leerstelling van grote theologische waarde. Zo’n geloof is een algemene gave, glorierijk voor alle culturele gebieden op aarde, ongeacht ras, huidskleur, taal, nationaliteit of sociaal-economische omstandigheden. De rede kan gebruikt worden om deze gave te begrijpen, maar wie de gevolgen ervan het meest voelen, zijn zij die bereid zijn om de zegeningen ervan te accepteren, die voortkomen uit een rein en zuiver leven op het pad van ware bekering en gehoorzaamheid aan de geboden van God.
Dank voor de profeet
Nu we de profeet Joseph Smith gedenken en eren, gaat mijn dank uit naar hem. Hij was een goede, eerlijke, nederige, intelligente en moedige jongeman met een hart van goud en een onwrikbaar geloof in God. Hij was integer. In antwoord op zijn nederige gebed zijn de hemelen weer geopend. Joseph Smith had een hemels visioen gezien. Hij wist het en hij wist dat God het wist, en hij kon het niet loochenen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:25.)
Door zijn werk en offer heb ik nu een duidelijk begrip van onze hemelse Vader en zijn Zoon, onze Heiland en Verlosser, Jezus Christus. En ik voel de macht van de Heilige Geest en ken het plan van onze hemelse Vader voor ons, zijn kinderen. Voor mij zijn dat de verrukkelijke vruchten van het eerste visioen.
Ik ben dankbaar dat ik al op jonge leeftijd gezegend was met een eenvoudig geloof dat Joseph Smith een profeet van God was, dat hij God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus in een visioen had gezien. Joseph Smith heeft het Boek van Mormon met de gave en de macht van God vertaald. Dat getuigenis is keer op keer bevestigd.
Ik weet dat Jezus de Christus is, en dat Hij de Messias is. Ik heb een getuigenis dat Hij de Heiland en Verlosser van de hele mensheid is. Die kennis heb ik ontvangen door de onuitsprekelijke vrede en macht van de Geest van God, en het verlangen van mijn hart en mijn verstand is om Hem nu en eeuwig zuiver en trouw te dienen.