2009
Niemand zal het ooit te weten komen
Februari 2009


Niemand zal het ooit te weten komen

Afbeelding
Elder Stanley G. Ellis

Ik ben geboren en getogen in Burley (Idaho, VS). Mijn vader had een grote boerderij daar, vandaar dat ik veelal in de buitenlucht werkte. Mijn familie was al generaties lang lid van de kerk en ik was in een getrouw gezin grootgebracht. Maar toen ik op de middelbare school zat, werd mijn getuigenis door eigen toedoen op de proef gesteld.

Ik kende iemand op school die uitwisselingsstudent was geweest. Dat klonk allemaal erg interessant, dus won ik informatie in over de aanmeldingsprocedure en schreef mij in. Ik werd toegelaten. Ik was toen 16 jaar. Ik had een jaar Duits gevolgd, dus nam ik aan, evenals mijn studieadviseur, dat ik naar Duitsland zou gaan. In dit uitwisselingsprogramma vergeleek men alle ingediende informatie met die van de gezinnen die als gastgezin wilden optreden, waarna er een land werd toegewezen.

Toen bleek dat ik was toegewezen aan Brazilië, waar ik geen problemen mee had. Ik kwam terecht bij een fantastisch gezin in São Paulo. Ze hadden zes jongens en een meisje, net als bij ons thuis. Gelukkig spraken ze Engels. Het werd een geweldige ervaring voor mij, al bracht ik er alleen maar de zomer door.

Toen ik in Brazilië was, kreeg ik een paar vrienden die op een leeftijd waren dat ze hun grenzen wilden verleggen. Ze vroegen mij of ik zin had in wat pret met een paar meisjes die ze hadden leren kennen.

Ik was duizenden kilometers van huis, in een land waar niemand mij kende uitgezonderd mijn gastgezin. De vrienden die mij meevroegen, gebruikten de zin: ‘Niemand zal het ooit te weten komen.’ Dat was in grote lijnen waar. Thuis in Amerika zou niemand het ooit te weten komen. Ik was een tiener, ver van huis, met de mogelijkheid om iets slechts te doen, en niemand zou het ooit te weten komen.

Maar ik zou het weten. En de Heer zou het weten, dus zei ik nee tegen hun aanbod en bleef nee zeggen. Ze bleven maar aanhouden, want ze wisten zeker dat ze mij konden overhalen. Ze bleven me uitdagen, maar elke keer als ik weigerde, kwam ik sterker in mijn schoenen te staan.

Satans drogreden

‘Niemand zal het ooit te weten komen’, is een drogreden die Satan tegen ons gebruikt. Het is een leugen. Daar ben ik die zomer in Brazilië achter gekomen. Veel mensen trappen helaas in die leugen en zwichten bijvoorbeeld voor de pornografie op het internet. Ze denken dat niemand dat ooit te weten zal komen. Maar hoe dan ook, zij weten het en God weet het.

Je moet gewoon niet in die leugen trappen, waar het ook om gaat. Ik ben dankbaar dat ik inzag dat het een drogreden was en dat ik er niet voor gezwicht ben. De Geest liet mij de waarheid voelen. Ook hielp het dat ik kon terugvallen op de waarheden die mij thuis waren geleerd. Mijn ouders hadden mij in de waarheid onderwezen. Ik had de waarheid geleerd op het jeugdwerk, in de zondagsschool, in de Aäronische priesterschap en in het seminarie. Dat fundament van het evangelie was thuis gelegd, door mijn opvoeding en de lessen in de kerk.

De verleiding waaraan ik in Brazilië werd blootgesteld, kwam van buitenaf, van vasthoudende vrienden. Het was een externe aanval op mijn geloof, maar ik wist stand te houden. Later zag ik in dat verleidingen van alle kanten kunnen komen. De moeilijkste verleidingen vinden intern plaats, ze borrelen op in ons hart en verstand.

De Heer beproeven

Een van die verleidingen kwam toen ik van huis was, en ervoor koos om een eerlijke tiende te betalen. Elk jaar nam mijn vader ons mee naar de tiendevereffening. Hij hielp ons om onze tiende uit te rekenen, waarna wij die betaalden. Ik groeide dus op met de gewoonte om tiende te betalen. Als je het mij toen had gevraagd, had ik je gezegd dat ik een getuigenis van tiende had.

Toen ik van de middelbare school kwam, werd ik tot Harvard University toegelaten. Ik werkte die hele zomer om het geld te verdienen dat ik nodig had om de onkosten te betalen die niet onder mijn studiebeurs vielen. Aan het eind van het eerste semester had ik dom genoeg al het geld dat ik had verdiend al uitgegeven.

Aan het begin van het tweede semester vond ik een baan. Ik kon niet veel werken omdat ik een voltijdstudent was, maar ik werkte een paar uur per week en ontving mijn eerste loon. Uiteraard was het niet veel, maar ik moest er wel van leven tot ik mijn volgende loonzakje in handen kreeg.

Toen kwam er een vraag bij mij op: ‘Ga je tiende betalen?’ Ik was gewoon tiende te betalen, maar ik had altijd voldoende geld gehad om tiende te betalen?’ Nu werd ik voor het blok gezet: Betaal ik tiende nu ik niet weet of ik de komende twee weken wel rondkom?

Toen ik daarover nadacht, herinnerde ik mij een tekst, Maleachi 3:10, waarin de Heer belooft: ‘Beproeft Mij toch daarmede, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.’

Ik besefte dat dit mijn antwoord was. Ik zou het in de handen van de Heer leggen. Ik betaalde mijn tiende, hoewel ik niet wist of ik genoeg geld had om rond te komen. En er gebeurde een wonder. Ik kwam die twee weken door.

Ik wist toen zonder twijfel dat de Heer Zich aan zijn woord houdt. De Heer hield Zich aan zijn belofte. Als we onze tiende betalen, zegent Hij ons, dat staat in de Schriften. Datzelfde wonder gebeurde elke twee weken voor de rest van het semester. Daarvóór dacht ik dat ik een getuigenis van tiende had, maar nu, door mijn juiste keuze, had ik een onvervalst getuigenis van tiende gekregen. De Heer doet altijd wat Hij zegt, vandaar dat mijn getuigenis stap voor stap bleef groeien.

De Heer geloven

Ik wil je aanmoedigen om, nu je nog in je tienerjaren bent en je getuigenis aan het ontwikkelen bent, de Heer op zijn woord te geloven. Als de Heer iets belooft, kunnen we daar op rekenen. In de Schriften staat namelijk dat God niet kan liegen. De Heer houdt Zich aan zijn woord. Wanneer de Heer iets belooft, hetzij bij monde van zijn profeet, hetzij in de Schriften, dan kunnen we er op rekenen.

In de Schriften krijgen we de raad om ons tot de Heer te keren. ‘Bidt, en gij zult ontvangen; klopt, en u zal worden opengedaan; want hij die bidt, ontvangt; en voor hem die klopt, zal worden opengedaan’ (3 Nephi 27:29).

Ik leerde door die en andere ervaringen dat deze tekst waar is. Onze hemelse Vader zal ons nooit in de steek laten. Of de verleiding nu extern of intern van aard is, zijn plan, zijn Schriften, zijn liefde en zijn gave van de Heilige Geest bieden uitkomst.

Ik heb geleerd dat verleidingen van alle kanten komen. De moeilijkste verleidingen vinden intern plaats, ze borrelen op in ons hart en verstand.

Ik betaalde mijn tiende, hoewel ik niet wist of ik genoeg geld had om rond te komen. En er gebeurde een wonder. Ik kwam die twee weken door.

Illustraties Dan Burr

Afdrukken