Generaties
Het maakt niet uit of u net lid bent geworden of uit een familie komt die al tientallen jaren in de kerk is, de jonge heiligen der laatste dagen in Guadeloupe kunnen u vertellen dat naleving van het evangelie na verloop van tijd tot zekerheid leidt.
Coralie ‘Coco’ Gamiette (12), heeft een heleboel lievelingsplekjes en één ervan is een waterval. Die wordt la Cascade aux Écrevisses genoemd. Op die plek zijn vroeger veel leden van de kerk op het eiland Guadeloupe gedoopt.
Coco zegt dat de waterval haar herinnert aan een plek in het Boek van Mormon, de Wateren van Mormon, omschreven als ‘een bron van zuiver water’ vlak bij een ‘kreupelbos’. Daar hebben zich vierhonderdvijftig van de volgelingen van Alma laten dopen. (Zie Mosiah 18.)
Uiteraard verricht men de dopen in Guadeloupe, zoals overal in de kerk, tegenwoordig in een vont in het kerkgebouw. Maar voor Coco is la Cascade nog steeds een plezierige plek om te picknicken, door het water te waden en in de schaduw te zitten om na te denken over het kerkelijk erfgoed in haar eigen familie.
Uit Frankrijk, in liefde
Dat erfgoed stoelt op een nogal gecompliceerd verhaal dat zich over twintig jaar uitstrekt naar de stad Angoulême in Frankrijk. Daar werden de voltijdzendelingen geleid naar een man, Michel Menardin genaamd, die uit Guadeloupe kwam, een overzees departement van Frankrijk, om zijn dienstplicht te vervullen. Michel aanvaardde het evangelie en liet zich dopen en bevestigen.
Datzelfde jaar lieten de zendelingen in diezelfde stad een brochure achter in een brievenbus. Die riep interesse op bij een alleenstaande moeder, Claudine, die een 19-jarige dochter, Delphine, grootbracht. Beiden kregen een getuigenis en lieten zich eveneens dopen en bevestigen.
Michel en Claudine zagen elkaar in de kerk, besloten dat ze voor elkaar bestemd waren en trouwden. (Zij zijn Coco’s grootouders.) Toen Michels moeder, Marthé, overkwam voor de bruiloft, logeerde ze in Angoulême, raakte geïnteresseerd in de kerk en werd lid.
Later werd Delphine op zending geroepen naar Seattle (Washington, VS). Tijdens haar zending gingen haar ouders en grootmoeder terug naar Guadeloupe. Na haar zending zocht Delphine hen op in Guadeloupe en toen ze daar was, ontmoette ze Claude Gamiette, die nog niet zo lang daarvoor was teruggekeerd uit het zendingsgebied Jacksonville in Florida. Hij was raadgever van Delphine’s stiefvader in het gemeentepresidium. De twee teruggekeerde zendelingen gingen met elkaar uit en traden korte tijd later in het huwelijk. Claude en Delphine zijn Coco’s ouders. Nu, veertien jaar en vijf kinderen later, is Claude, wiens familie al vele jaren lid is van de kerk, president van het district Basse-Terre in Guadeloupe.
Daarmee is Coco dus heilige der laatste dagen van de vierde generatie. ‘Ik ben in de kerk opgegroeid’, zegt ze. ‘Ik heb van jongs af aan over de kerk gehoord, ben naar het jeugdwerk gegaan en nu zit ik in de jongevrouwen. Ik heb mijn ouders, hun ouders, en hun ouders hun getuigenis horen geven. Ik heb altijd geweten dat het evangelie waar is. Als ik in Mosiah lees over de beloften van de gelovigen, toen ze zich door Alma lieten dopen, dan is dat wat ik mijn hele leven heb gezien en gevoeld.’
Coco herinnert zich dat haar overgrootmoeder heeft gezegd dat een gezin verder gaat dan een moeder en vader en hun kinderen. ‘Zij zegt dat een familie zich uitstrekt over generaties, van eeuwigheid tot eeuwigheid’, aldus Coco. ‘Dat zie ik in mijn familie gebeuren.’
Stukje bij beetje, dag in dag uit
In een andere plaats op het eiland, in de hoofdstad Basse-Terre, kunnen Luidgia Duflo (13), en haar zus Stella (17) bogen op een kerkelijk erfgoed van twee generaties. Zij zijn twee jaar geleden, samen met hun oudere zus, jongere broer en hun ouders lid geworden. Zij zeggen dat het evangelie hun geleerd heeft om hun moeder en vader te eren. Zij genieten in het bijzonder van de gezinsavond, die zij in hun woning houden, die boven het winkeltje van hun vader is gevestigd. Hij verkoopt huishoudelijke producten, suiker, specerijen, snoep en dierenvoeding. Een van hun lievelingsplekjes om met hem te praten is in zijn kantoor achter de winkel, waar de muur is volgehangen met foto’s van verschillende tempels van de kerk.
‘Dat biedt hem de kans om een beetje zendingswerk te doen onder mensen die in de winkel komen en willen weten wat voor gebouwen dat zijn’, legt Stella uit. ‘Maar ik denk dat het hem ook elke dag herinnert aan zijn eeuwige beloften en doelen; dat geldt voor ons zeker. Wij moeten ons voorbereiden op de tempel, en hij herinnert ons daar voordurend aan.’
De familie Fudlo ziet een stralende toekomst. ‘De kerk zal blijven groeien op Guadeloupe en ze zal gedijen’, zegt Stella. ‘We hoeven alleen ons deel te doen, stukje bij beetje, dag in dag uit, in alles te vertrouwen op de Heer en wanneer we maar kunnen te spreken over het evangelie.’
Seminarie en Goliat
Eole Montredon (15) gaat elke schooldag vroeg naar het seminarie, hoewel ze nog niet eens lid is van de kerk. ‘In veel opzichten’, zegt ze, ‘is het alsof ik mijn hele leven al lid ben, omdat ik dicht bij de kerk ben opgegroeid en bekend ben met het evangelie.’
Ze zegt dat ze graag naar het seminarie gaat omdat ‘het goed is voor ons jonge mensen om het evangelie samen te bestuderen, zelfs als we er eerder dan de zon voor op moeten.’ Het seminarie begint om zes uur, ze staat op om vijf uur. ‘Een paar vrienden denken dat ik gek ben, maar als ik ze uitleg wat we er doen, vinden ze het toch wel gaaf klinken. Daar komt nog bij dat ik de Heilige Geest voel als ik daar ben. Het is een goed gevoel waar ik de hele dag op teer.’
Een van haar lievelingsverhalen uit de Bijbel is dat van David en Goliat. Ze zegt dat het haar de moed en het besef geeft dat de Heer kleine mensen zal helpen om grote problemen op te lossen, omdat ze soms op een probleem stuit dat voor haar zo groot is als Goliat. Haar ouders zijn gescheiden, en hoewel haar moeder actief lid is die graag ziet dat ze een heilige der laatste dagen wordt, staat Eole’s vader erop dat ze wacht. En dus, om haar vader te eerbiedigen, wacht ze, en leeft ze onderwijl geduldig het evangelie na, en bidt ze dat hij er op een dag anders over zal denken.
‘Als ik de jongeren in de kerk een boodschap zou kunnen geven’, zegt Eole, ‘dan is dat om elke weekdag naar het seminarie te gaan en elke zondag naar de kerk, want hoe meer je dat doet, hoe meer je zult zien dat het goed is en hoe sterk je ervan wordt.’ Hoewel Eole geen kerkelijk erfgoed van verschillende generaties heeft — nog niet althans — weet ze dat ze vandaag al kan werken aan dat erfgoed voor komende generaties. ‘Ik weet dat ik daar nu mee moet beginnen’, zegt ze, ‘en als ik trouw blijf, zullen er goede dingen gebeuren.’
Vernieuwing op de vroege ochtend
Op het ochtendseminarie in Abymes is duidelijk hetzelfde verlangen voelbaar om op termijn sterk te worden. De cursisten proberen als eerste een tekst op te zoeken. Ze komen graag naar voren om iets op het bord te tekenen. En elke keer als de docent een vraag stelt, vliegen de vingers de lucht in om het antwoord te mogen geven.
‘Dankzij het seminarie leren we God beter kennen’, zegt Travis Devarre (14). ‘Ook bereidt het ons voor om nu al zendingswerk te doen en om later op voltijdzending te gaan. Je doet kennis op door het woord Gods te bestuderen, en je arriveert klaarwakker op school met een hoofd vol goede ideeën. Het vernieuwt je.’
Onder vernieuwing zou je een geestelijke wedergeboorte, een bekering, kunnen verstaan. Het kan ook nieuwe kracht, nieuw leven betekenen. Travis zegt dat hij door het priesterschapswerk ook vernieuwd wordt. ‘Het is mij en mijn familie tot zegen, omdat ik er door in de gelegenheid word gesteld om anderen te helpen, met inbegrip van mijn familie. Dat vult mijn hart met blijdschap.’
‘Als we vertrouwen op onze hemelse Vader, worden we gezegend’, zegt Leslie Amoussouga (15). ‘We weten dat Hij altijd een weg voor ons baant. Als we niet twijfelen, als we geloof hebben en de geboden onderhouden, zal Hij zonlicht in onze ziel brengen.’ Met andere woorden, wij zullen ons met zijn hulp kunnen vernieuwen, van generatie tot generatie.