2009
Willen jullie meerijden?
Februari 2009


Willen jullie meerijden?

Na de hele dag achter het stuur te hebben gezeten van mijn bus in Victoria (Australië), maakte ik mijn laatste ritje van de avond, op weg naar huis. Onderweg zag ik twee keurig geklede jonge mannen lopen. Ik besloot de bus te stoppen en vroeg of ze mee wilden rijden.

Ik vroeg ze waarom ze een naamplaatje, een wit overhemd en een stropdas droegen. Een van hen legde uit dat ze zendelingen waren van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Toen ik naar hun werkzaamheden vroeg, vulde de bus zich met een gevoel dat later, zo besefte ik, de Heilige Geest bleek te zijn. Ik vroeg hun mij meer over Jezus Christus te vertellen, en toen ze dat deden voelde dat, ik kon er niets aan doen, heel goed aan.

Helaas was het al laat. Daarom zette ik de zendelingen af in Dandenong. Naderhand betreurde ik het dat ik niet om hun telefoonnummer had gevraagd. Wekenlang bad ik dat ik ze weer tegen het lijf zou lopen. Ik bleef naar hen uitkijken op de bus. Maanden gingen voorbij, en toen, op mijn verjaardag, 19 augustus 2002, gebeurde het ongelooflijke.

Toen ik met mijn vrouw, Camelia, aan de lunch zat, werd er op de deur geklopt. Toen ze opendeed, hoorde ik stemmen die mij bekend voorkwamen. Het waren de zendelingen die ik een lift had gegeven! Zij waren net zo verrast mij te zien als ik hen. Ze waren in onze straat langs de deur gegaan en naar ons huis geleid. Mijn gebeden waren verhoord.

De zendelingen, Jason Frandsen en James Thieler, begonnen ons meteen les te geven. Het Boek van Mormon en de profeet Joseph Smith waren nieuw voor ons, maar we begrepen het evangelie gemakkelijk, omdat we een christelijke achtergrond hadden. De zendelingen vroegen ons te bidden en na te denken over wat zij ons leerden. Toen we dat deden, voelden we de Geest, kregen we het verlangen om naar de kerk te gaan, en ons daarna te laten dopen. Daardoor zijn we zeer gezegend.

Nu, een paar jaar later, ben ik nog steeds buschauffeur en heb ik soms nog de zendelingen op de bus. Maar nu help ik hen bij het zendingswerk door mensen aan ze voor te stellen en mijn passagiers te vertellen over het Boek van Mormon en ander kerkmateriaal.

De passagiers op mijn bus zien gewoon dat ik een gelukkig mens ben. Als ze mij vragen hoe dat komt, zeg ik: ‘Dat heeft de Heer voor mij gedaan. Hij kan uw leven ook veranderen.’

Afdrukken