Het grootste geschenk
Lois N. Pope, Utah (V.S.)
Toen ik op een ochtend klaar was met lezen in het Boek van Mormon en overdenken van de teksten, besefte ik dat ik er alweer vóór het eind van het jaar klaar mee zou zijn. Dat inzicht deed me denken aan mijn broer, die ik in 2005 bij mij thuis in zijn laatste weken had verzorgd voordat hij aan kanker overleed.
Oliver was vastbesloten om te doen wat hij zichzelf had beloofd: gehoor geven aan de oproep van president Gordon B. Hinckley (1910–2008) om het Boek van Mormon voor het eind van het jaar te lezen.1 Maar tegen de herfst had Oliver nog heel veel te lezen. Uiteindelijk werd hij zo zwak dat hij niet meer zelf kon lezen.
Oliver was vastbesloten om te doen wat hij zich had voorgenomen, dus vroeg hij of ik het Boek van Mormon aan hem voor wilde lezen. Ik was zelf veel verder met lezen, maar ik vond het helemaal niet erg om verder te gaan waar hij gebleven was.
Door elke dag voor te lezen aan Oliver, kon ik hem helpen om zijn doel te bereiken door het boek voor het einde van het jaar uit te krijgen — slechts enkele dagen voordat hij overleed. Tegen die tijd kon hij nog nauwelijks hoorbaar praten, maar zijn verstand was helder en actief. Zonder al te veel moeite sprak hij vaak zijn waardering uit voor het geschenk dat ik hem had gegeven. Hij zei dat hij nu in vrede kon sterven omdat hij zijn belofte had vervuld.
Ik had het Boek van Mormon al vaak gelezen, maar ik had de geest die ervan uitging nog nooit zo sterk gevoeld en de leringen nooit zo duidelijk begrepen als toen in de laatste maanden van mijn broers leven. Oliver had mij echt een groter geschenk gegeven.