2009
Jeugdwerkmanieren
december 2009


Jeugdwerkmanieren

‘Wees stil, en weet dat ik God ben!’ (LV 101:16.)

Natanael hield mama’s hand stevig vast toen hij de jeugdwerkkamer binnenging. Het was vandaag Natanaels tweede week in de zonnestraaltjesklas. Hij had een raar gevoel in zijn maag en elke volgende stap die hij nam, ging langzamer.

Afgelopen week was het jeugdwerk een beetje verwarrend. Tijdens het zingen stond Mai telkens op en draaide rondjes. Natanael was het zitten beu en stond dus ook maar op. Maar de lerares vroeg hem om weer te gaan zitten. Tijdens de participatieperiode zaten enkele oudere kinderen te praten en te lachen. Soms was er te veel lawaai om te horen wat zuster Miranda, de jeugdwerkpresidente, zei. Toen zijn vriendinnetje Cara begon te huilen, wilde Natanael ook huilen.

Toen Natanael dichter bij de voorste rij kwam, wilde hij mama’s hand niet loslaten. Hij was bang dat het jeugdwerk deze week ook zo verwarrend zou zijn. Toen zag hij zijn lerares.

‘Hallo Natanael’, zei zuster Tejada. ‘Fijn om je te zien.’ Zuster Tejada tikte op de stoel naast haar.

Natanaël vond dat zijn lerares een vriendelijke glimlach had. Hij liet mama’s hand los en ging naast zuster Tejada zitten.

‘Ik kom aan het eind van de les weer terug,’ zei mama. ‘Denk eraan om eerbiedig te zijn.’

Natanael wist niet zeker of hij wel wist hoe dat moest.

Na het openingsgebed stond zuster Miranda op. ‘We hebben vandaag een bijzondere gast’, zei ze.

Plotseling verscheen er van achter een tafel naast zuster Miranda een handpop. De pop wiebelde heen en weer, zwaaide met zijn armen, en zei: ‘Is het al tijd om te gaan? Ik wil wat drinken!’

Sommige kinderen giechelden.

‘Arlo is nieuw in het jeugdwerk,’ zei zuster Miranda, ‘en hij weet niet hoe hij eerbiedig moet zijn. Maar voordat hij eerbiedig kan zijn, moet hij eerst goede jeugdwerkmanieren leren.’

Natanael was verbaasd. Bij het eten herinnerde mama hem er wel eens aan om zijn servet op zijn schoot te leggen. Dat waren goede manieren. En papa vroeg altijd of iedereen mama wilde bedanken voor het lekkere eten voordat ze de tafel afruimden. Dat waren ook goede manieren. Maar wat waren jeugdwerkmanieren?

Arlo leunde achterwaarts over de rand van de tafel. ‘Hé, wat ziet iedereen er ondersteboven raar uit!’ zei hij.

‘Goede manieren zijn regels waarmee we laten zien dat we respect hebben voor andere mensen’, legde zuster Miranda uit. ‘Arlo kent de regels voor goede jeugdwerkmanieren nog niet. Denken jullie dat we hem die kunnen leren?’ vroeg ze.

Zuster Miranda ging naar het bord en tekende een arm. ‘Wat zou Arlo met zijn armen moeten doen?’ vroeg ze.

‘Over elkaar doen!’ riep Mia.

‘Klopt’, zei zuster Miranda.

Arlo ging rechtop zitten. Hij deed zijn armen over elkaar en hield ze boven zijn hoofd. ‘Zó?’ vroeg hij.

Natanael wist dat het niet de goede manier was.

Zuster Miranda vroeg of iedereen in het jeugdwerk Arlo kon laten zien hoe zijn armen over elkaar moest doen.

Natanael deed snel zijn armen over elkaar. Arlo deed dat ook.

Naast de tekening van de arm op het bord schreef zuster Miranda: ‘Doe je armen over elkaar.’

Zuster Miranda maakte nog meer tekeningen, en de kinderen leerden Arlo de regels voor goede jeugdwerkmanieren. Natanael was blij dat hij de meeste al kende.

Arlo was nu niet meer aan het wiebelen, met zijn armen aan het zwaaien, of aan het roepen. Hij hield zijn benen stil en zijn armen over elkaar. De kinderen luisterden ook in stilte. Het jeugdwerk leek niet meer zo rumoerig en verwarrend. Natanael was rustig en blij. Het zou niet zo moeilijk worden om eerbiedig te zijn in het jeugdwerk. Hij wist nu hoe het moest.

Je armen over elkaar doen.

Rustig lopen.

Je hand opsteken als je iets wilt zeggen.

Zachtjes praten.

Luisteren naar je lerares.

Illustraties Jennifer Tolman

Foto’s ter beschikking gesteld door de ring Kahului (Hawaï)

De kinderen in de wijk Kahului, ring Kahului (Hawaï), hebben hard gewerkt om voor het huis van hun hemelse Vader te zorgen. Bij een dienstbetoonactiviteit hebben ze de stoelen schoongemaakt die ze elke week in het jeugdwerk gebruiken.

De oudere jeugdwerkkinderen schrobden de stoelen met water en schoonmaakmiddel en de jongere jeugdwerkkinderen droogden ze af. Zelfs de jongste kinderen deden enthousiast en opgewekt mee. Toen ze klaar waren, vonden ze het een fijn gevoel dat ze het huis van hun hemelse Vader schoon hadden gemaakt.

Afdrukken