2009
‘Wij, drie koningen’
december 2009


‘Wij, drie koningen

De wijzen maken een belangrijk deel uit van de traditionele kerststal, maar wat weten we eigenlijk van hen?

Hebt u wel eens goed naar een kerststal gekeken en u afgevraagd wie die drie rijk uitgedoste mannen waren die het kindje Jezus geschenken brachten? Wij weten uiteraard dat die figuren de drie wijzen voorstellen, maar wie waren dat nu eigenlijk? Waarom bezochten zij Jezus en waarom brachten ze zulke ongebruikelijke geschenken mee?

Het schriftuurlijk verslag van de geboorte van de Heiland onthult in feite weinig over de wijzen (zie Matteüs 2). Maar omdat hun bezoek zo opmerkelijk was, hebben geleerden door de eeuwen heen geprobeerd meer te weten te komen over hun achtergrond en het doel van hun bezoek aan het kindje Jezus. Hoewel er door wetenschappelijk onderzoek enkele details naar voren zijn gekomen, is veel van wat de christelijke wereld traditioneel geloofd heeft aangaande de wijzen meer op overlevering en speculatie gebaseerd dan op historische feiten.

Maar wat we wel weten, is:

Hoeveel wijzen?

Volgens de overlevering bezochten drie wijzen het kindje Jezus, een overtuiging die voortvloeit uit het feit dat er drie geschenken werden gegeven: goud, wierook en mirre. Men gaat ervan uit dat ieder één geschenk meenam. Maar sommige geleerden menen dat er meer wijzen kunnen zijn geweest, misschien wel twaalf.1 Volgens de Bible Dictionary moeten er minstens twee of drie wijzen zijn geweest, daar ze in feite getuigen van de geboorte van de Heiland waren (zie Deuteronomium 19:15; 2 Korintiërs 13:1; LV 6:28).2

Het denkbeeld dat de wijzen koningen waren, komt uit passages in het Oude Testament die het bezoek van koningen aan de Heer voorzeggen. In Jesaja 49:7 staat: ‘Koningen zullen dit zien en opstaan’ en in hoofdstuk 60 vers 10 schrijft Jesaja: ‘hun koningen staan [U] ter beschikking’ (zie ook Psalmen 72:10–11.)

Geleerden hebben ook andere kronieken gevonden die de wijzen koningen noemen. In de dertiende-eeuwse geschriften van Marco Polo staat een verslag uit de stad Saba in Perzië over drie koningen die met goud, wierook en mirre op reis gingen om een pasgeboren profeet te bezoeken. Volgens Marco Polo’s geschriften heetten deze mannen Caspar, Melchior en Balthasar, de namen die we tegenwoordig met de wijzen associëren.3

Oorsprong van de term wijzen

De term wijzen wordt in diverse Nederlandse bijbelvertalingen gebezigd, terwijl andere met ‘magiërs’ dichter bij het Griekse woord blijven: magoi. Het woord magoi,ook wel magi, is in feite van Perzische oorsprong en slaat in de oude Perzische godsdienst op priesters. Gezien het gebruik van dit woord magi menen sommige geleerden dat de wijzen waarschijnlijk priesters van een Perzische godsdienstige sekte waren. Maar ouderling Bruce R. McConkie (1915–85) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft in zijn Doctrinal New Testament Commentary gezegd: ‘Aannemen dat het leden waren van de afvallige magiërscultus uit het oude Medië en Perzië is waarschijnlijk niet juist. Het lijkt er meer op dat zij ware profeten waren, rechtschapen mensen zoals Simeon, Anna en de herders, aan wie de Godheid openbaarde dat de beloofde Messias onder de mensen geboren was.’4

Uit het oosten?

Waren de wijzen inderdaad uit het oosten? In een Engelstalig kerstliedje wordt een ander woord gebruikt: ‘We Three Kings of Orient Are’5. De auteur van het liedje verving het woord oosten dat Matteüs gebruikt door de term Oriënt. Alles ten oosten van Palestina werd vroeger gewoon ‘de Oriënt’ genoemd. Dat Matteüs heel globaal ‘het oosten’ als richting aanduidde, zou eenvoudigweg kunnen betekenen dat niemand zeker wist waar de wijzen vandaan kwamen.6

Sommige geleerden halen Psalmen 72:10 aan als bewijs dat de mannen uit het huidige Spanje, Ethiopië en Saudi-Arabië kwamen: ‘de koningen van Tarsis en de kustlanden [zullen] Hem geschenken brengen, de koningen van Saba en Seba [zullen] Hem schatting offeren.’ Anderen zijn van mening dat de wijzen uit Perzië (het hedendaagse Iran) kwamen en misschien wel Joden waren, daar er in die tijd veel mensen van Joodse afkomst in die regio woonden.7

Wanneer bezochten de wijzen Jezus?

In kunst worden de wijzen over het algemeen afgebeeld bij het aanbidden van een pasgeborene, alsof hun bezoek vlak na de geboorte van de Heiland plaatsvond. Maar de Schriften onthullen dat de wijzen Jezus helemaal niet als pasgeborene in de stal bezochten, en ook niet in zijn babytijd. In feite bezochten de wijzen het iets oudere kindje Jezus bij zijn moeder, Maria. ‘En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neder en bewezen hem hulde. En zij (…) boden hem geschenken aan: goud en wierook en mirre’ (Matteüs 2:11).

De geschenken van de wijzen

Waarom brachten de wijzen Jezus zulke zeldzame geschenken? De meeste geleerden zijn het erover eens dat de geschenken symbolisch waren. Het goud stond voor Jezus’ koningschap, wierook voor zijn goddelijke afkomst en mirre voor zijn lijden en dood, daar mirre werd gebruikt om een dood lichaam voor de begrafenis te parfumeren.8

Gewaarschuwd door God

Toen Herodes de wijzen Betlehem wees, zei hij: ‘Doet nauwkeurig onderzoek naar dat kind; en zodra gij het vindt, bericht het mij, opdat ook ik hem hulde ga bewijzen’ (Matteüs 2:8). Maar volgens het evangelie van Matteüs werden de wijzen ‘van Godswege in de droom gewaarschuwd om niet tot Herodes terug te keren’, dus vermeden zij op de terugweg van hun bezoek aan het kindje Jezus Herodes en ‘trokken zij langs een andere weg naar hun land terug’ (Matteüs 2:12). Herodes was woedend, niet alleen omdat de wijzen zijn bevel hadden genegeerd, maar ook omdat er nu blijkbaar een kind in Betlehem woonde dat eens het land zou regeren.

Op pad voor de Heer

In de Bible Dictionary staat een korte samenvatting van wat wij geloven aangaande de wijzen: ‘Het waren rechtschapen mannen die op pad waren gestuurd om te getuigen van de aanwezigheid van Gods Zoon op aarde. (…) Het lijkt waarschijnlijk dat zij vertegenwoordigers waren van een tak van het volk van de Heer ergens ten oosten van Palestina, die onder leiding van de Geest waren gekomen om de Zoon van God te aanschouwen, en die terugkeerden naar hun volk om te getuigen dat de koning Immanuël in het vlees was geboren.’9

Noten

  1. Zie John A. Tvedtnes, ‘What Do We Know about the Wise Men?’ Insights: An Ancient Window (nieuwsbrief Foundation for Ancient Research and Mormon Studies [FARMS]), december 1998.

  2. Zie Bible Dictionary, ‘Magi’, p. 728.

  3. Zie John A. Tvedtnes, ‘I Have a Question’, Ensign, oktober 1981, pp. 25–26.

  4. Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen (1966–73), deel 1, p. 103.

  5. John Henry Hopkins jr., ‘We Three Kings of Orient Are’ (1857).

  6. Zie Raymond E. Brown, De geboorte van de Messias (1977), p. 168.

  7. Zie John A. Tvedtnes, Ensign, oktober 1981, p. 25.

  8. Zie John A. Tvedtnes, Ensign, oktober 1981, p. 25.

  9. Bible Dictionary, ‘Magi’, pp. 727–728.

Illustraties Paul Mann

Afdrukken