Boodschap van het Eerste Presidium
Geef niet op — houd vol
Een van de levenslessen uit de Kirtlandperiode is dat onze geest voortdurend gevoed moet worden. We dienen elke dag dicht bij de Heer te blijven om de moeilijkheden het hoofd te bieden waar we allemaal mee te maken krijgen.
De afgelopen zomer namen mijn vrouw en ik onze tweelingkleinzoons mee naar Kirtland (Ohio, VS). We vonden het heerlijk om tijd met hen door te brengen voordat ze op zending gingen.
In Kirtland zagen we met eigen ogen onder welke omstandigheden de profeet Joseph Smith en de heiligen daar hadden geleefd. Die periode in de kerkgeschiedenis staat te boek als een tijd van grote problemen, maar ook van grote zegeningen.
In Kirtland heeft de Heer misschien wel de opmerkelijkste hemelse manifestaties en geestelijke gaven uitgestort die deze wereld ooit heeft gekend. Er zijn in Kirtland en omstreken 65 afdelingen van de Leer en Verbonden ontvangen — openbaringen die nieuw licht wierpen op onderwerpen als de wederkomst, zorg voor de armen, het heilsplan, priesterschapsgezag, het woord van wijsheid, tiende, de tempel, en de wet van toewijding.1
In deze periode was er sprake van ongeëvenaarde geestelijke groei. Gods Geest brandde in het hart als vuur en als vlammen. Mozes, Elia en vele andere hemelse wezens, onder wie onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, zijn in die tijd verschenen.2
Onder de vele openbaringen die Joseph in Kirtland ontving, was een openbaring die hij het ‘olijfblad (…) geplukt van de boom in het paradijs, de vredesboodschap van de Heer aan ons’ noemde (inleiding van LV 88). Deze opmerkelijke openbaring bevatte de sublieme uitnodiging: ‘Nadert tot Mij en Ik zal tot u naderen; zoekt Mij naarstig en gij zult Mij vinden’ (LV 88:63). En toen de heiligen in Kirtland tot de Heer naderden, naderde de Heer tot hen en stortte de zegeningen des hemels uit over de hoofden van de getrouwen.
Geestelijke uitstorting
De inwijding van de Kirtlandtempel op 27 maart 1836 vormde het hoogtepunt van al deze geestelijke manifestaties. De 28-jarige William Draper was aanwezig en omschreef die dag als een ‘pinksterfeest’. Hij heeft geschreven: ‘Er was sprake van zo’n rijke uitstorting van de Geest des Heren dat mijn pen onmogelijk alles kan opschrijven of mijn tong alles verwoorden. Maar wat ik wel gezegd wil hebben is dat de Geest werd uitgestort en als een hevige, ruisende wind kwam en het huis vulde, zodat vele aanwezigen in tongen spraken en visioenen hadden, en engelen zagen en profeteerden, en een algehele vreugde ervoeren die deze generatie niet eerder had gekend.’3
Deze geestelijke manifestaties beperkten zich niet tot hen die in de tempel waren, want ‘de mensen in de buurt renden naar de tempel (ze hoorden een vreemd geluid en zagen een helder licht als een vuurkolom op de tempel rusten), en vroegen zich af wat er gaande was.’4
Lorenzo Snow (1814–1901), die later president van de kerk zou worden, woonde in deze gezegende periode in Kirtland. Hij heeft later gezegd: ‘Je zou toch denken dat niets de heiligen nog kon deren na getuige te zijn geweest van deze geweldige manifestaties.’5
Geestelijke ervaringen maken ons echter niet immuun voor beproevingen en moeilijkheden. Slechts een paar maanden na de tempelinwijding kregen de Verenigde Staten te maken met een economische crisis vanjewelste, die ook Kirtland niet onberoerd liet. Banken gingen failliet, vele mensen raakten hun geld kwijt. Daar kwam nog bij dat de heiligen die berooid in Kirtland aankwamen, niet wisten hoe ze daar hun hoofd boven water moesten houden.
Niet lang daarna brak er vervolging uit, kwaadwillenden keerden zich tegen de heiligen. Leden van de kerk — zelfs mensen dicht bij de profeet, van wie er velen bij de inwijding van de tempel aanwezig waren geweest — vielen af en verwierpen de profeet als een gevallen profeet.
Toen ik met mijn vrouw en kleinzoons voor de Kirtlandtempel stond, bedacht ik hoe tragisch het was dat sommigen niet getrouw waren gebleven, hoewel ze toch grote geestelijke manifestaties hadden gezien. Hoe triest is het dat zij hun oren lieten hangen naar de spot en de kritiek van ongelovigen. Wat verdrietig dat zij, toen zij te maken kregen met financiële moeilijkheden en andere problemen, niet de kracht konden opbrengen om getrouw te blijven. Wat naar dat zij geen oog meer hadden voor de miraculeuze geestelijke oogst bij de inwijding van de tempel.
De les
Wat kunnen we leren uit die opmerkelijke periode in de geschiedenis van de kerk?
Een van de grote levenslessen uit de Kirtlandperiode is dat onze geest voortdurend gevoed moet worden. President Harold B. Lee (1899–1973) heeft het volgende gezegd: ‘Een getuigenis is niet iets dat je vandaag hebt en dat je altijd zult behouden. Een getuigenis groeit steeds verder, tot een heldere zekerheid, of het neemt af, tot er niets van overblijft, dat hangt van onszelf af. Ik beweer dat het getuigenis waar we iedere dag aan werken datgene is wat ons behoedt voor de valkuilen van de tegenstander.’6 We dienen elke dag dicht bij de Heer te blijven om de moeilijkheden het hoofd te bieden waar we allemaal mee te maken krijgen.
In sommige opzichten lijkt onze wereld veel op het Kirtland van weleer. Ook wij hebben met financiële moeilijkheden te maken. Ook nu zijn er mensen die tegen de kerk protesteren en haar leden vervolgen. Zulke problemen, individueel en collectief, kunnen soms te veel zijn.
Juist dan moeten we, meer dan ooit tevoren, tot de Heer naderen. Dan zullen we al doende begrijpen hoe het is om de Heer te voelen naderen. Als we Hem nog ijveriger zoeken, zullen we Hem zeker vinden. We zullen duidelijk zien dat de Heer zijn kerk noch zijn getrouwe heiligen in de steek laat. Onze ogen zullen zich openen en we zullen zien hoe Hij vanuit de vensters des hemels meer licht over ons uitstort. We zullen de geestelijke kracht vinden om zelfs in de donkerste nacht staande te blijven.
Hoewel sommige heiligen in Kirtland hun geestelijke ervaringen uit het oog verloren, bleven de meesten getrouw. Het merendeel, inclusief William Draper, hield zich vast aan de geestelijke kennis die God hun had gegeven en bleef de profeet volgen. Ja, ze kregen nog meer bittere beproevingen te verduren, maar ook meer genoeglijke geestelijke groei totdat zij — na tot het einde toe te hebben volhard — uiteindelijk ‘in een staat van nimmer eindigend geluk’ (Mosiah 2:41) werden ontvangen.
U kunt volhouden
Als u er ooit toe verleid wordt om ontmoedigd te raken of uw geloof op te geven, denk dan aan de getrouwe heiligen in Kirtland die geen krimp gaven. Geef niet op — houd vol. Dat kunt u! U maakt deel uit van een bijzondere generatie. U bent voorbereid om in deze belangrijke tijd op onze prachtige planeet aarde te leven. U heeft een celestiale stamboom, waaruit volgt dat u alle noodzakelijke talenten hebt om van uw leven een succesverhaal te maken.
De Heer heeft u gezegend met een getuigenis van de waarheid. U hebt zijn invloed gevoeld en zijn macht gezien. En als u Hem blijft zoeken, zal Hij u heilige ervaringen blijven schenken. Met die en andere geestelijke gaven zult u niet alleen uw eigen leven ten goede kunnen veranderen, maar ook een positieve invloed zijn bij u thuis en in uw wijk of gemeente, dorp, stad, provincie en land.
Dat zal niet altijd evident zijn, maar geef niet op — houd vol, want ‘geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en (…) in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben en Hem verwachten.’ (1 Korintiërs 2:9; zie ook LV 76:10; 133:45.)
Ik getuig van de waarheid van het herstelde evangelie van Jezus Christus en de waarheid van deze, zijn kerk. Ik getuig met heel mijn hart en ziel dat God leeft, dat Jezus Christus zijn Zoon is en aan het hoofd van deze grote kerk staat. Er is tegenwoordig weer een profeet op aarde, namelijk president Thomas S. Monson.
Laten we de les van Kirtland nooit vergeten en niet opgeven, maar volhouden, zelfs als het er niet rooskleurig uitziet. Vergeet dit echter nooit: de Heer heeft u lief. Hij vergeet u niet. En Hij zal altijd schragen wie ‘in geloof volharden tot het einde’ (LV 20:25).