Het evangelie in mijn leven
Door de Geest geholpen
De bouwvakker lag waar hij gevallen was, op een plank van 23 centimeter breed en dertig meter boven de grond. Hij was door een gevallen stalen balk geraakt, die zijn linkerarm en –been gedeeltelijk had geamputeerd.
Als paramedicus bij de Yorkshire Air Ambulance, die het grootste gedeelte van het noorden van Engeland beslaat, weet ik nooit wat de volgende noodsituatie inhoudt of wat voor situatie we ter plekke zullen tegenkomen.
In dit geval kon het slachtoffer niet veilig worden vervoerd totdat de ernst van zijn verwondingen was vastgesteld. Ik werd door een kraan op een metalen platform naar boven gehesen. Toen ik het slachtoffer bereikte, hield een bouwvakker mij stevig aan de achterkant van mijn reflecterende jas vast. Hij fungeerde als het ware als menselijke ‘kraan’ zodat ik me vrij kon bewegen om het slachtoffer te onderzoeken.
In dergelijke situaties neemt de jarenlange training over, en ik begon de verwondingen van de man te onderzoeken. Op zijn knie zat een noodverband, dat door de medewerker eerste hulp van de bouwvakkers was aangebracht. Normaal gesproken zou ik die wond onderzoeken, want dat is de werkwijze die we hanteren.
Maar toen ik mijn hand uitstak, fluisterde de Geest me in: ‘Verwijder dat verband niet.’ Dus raakte ik het niet aan. Drie keer werd ik door anderen — de medewerker eerste hulp, mijn collega op de grond en een arts — aangemoedigd om die wond op de knie te onderzoeken. Maar drie keer fluisterde de Geest me weer in dat ik het noodverband niet mocht aanraken. Toen we de patiënt gestabiliseerd hadden, tilden we de man op het platform, werden we naar beneden gelaten en brachten we hem naar het ziekenhuis.
In het ziekenhuis stond het traumateam op ons te wachten. Een arts haalde snel het noodverband van de knie af. Onmiddellijk scheurde er een slagader, en de patiënt begon verschrikkelijk te bloeden. In het ziekenhuis was die levensbedreigende situatie snel opgelost. Als dat dertig meter hoog op die plank was gebeurd, had het slachtoffer het wellicht niet overleefd.
Iedere ochtend ga ik in gebed en vraag ik mijn hemelse Vader om hulp, om me te zegenen met de inspiratie om te weten hoe ik mijn broeders en zusters die dag het best kan helpen. In de loop der jaren heb ik geleerd dat als de Geest me iets influistert, ik moet luisteren. Door die gehoorzaamheid ben ik ook meermaals beschermd geweest.
Ik treed bijvoorbeeld ook op als navigator, om de helikopterpiloot naar plaatsen van onheil te leiden. Noodhelikopters kunnen bijna overal naartoe vliegen. Daardoor zijn ze van onschatbare waarde om snel de plaats van het ongeluk te bereiken. Maar ze zijn ook kwetsbaar. Als we met een snelheid van ruim 225 kilometer per uur vliegen, zijn hoogspanningskabels en telefoonkabels bijna onzichtbaar. En die kunnen een helikopter in tweeën snijden.
We moesten een keer op een zeer gevaarlijke plek landen. Plotseling zei de Geest: ‘Leg je klembord neer!’ Bijna meteen voelde ik opnieuw: ‘Leg het neer!’ Dus leunde ik naar voren om het klembord op het koffertje bij mijn voeten te leggen. Toen ik dat deed, veranderde mijn gezichtsveld en zag ik vlak onder ons een hoogspanningskabel. ‘Kabels! Kabels! Kabels onder ons!’ was alles wat ik kon zeggen. En hoewel we de kabel daadwerkelijk aanraakten, waardoor die helemaal boog, reageerde de piloot onmiddellijk, konden we optrekken en waren we gered. Zo dicht was ik zelf nog nooit bij een ramp geweest. Zonder de influistering van de Geest had dat voorval heel anders afgelopen.
Ik ben zo dankbaar voor de liefdevolle manier waarop onze hemelse Vader voor ons zorgt. De Heer waakt altijd over ons. Hij wil dat wij allemaal geestelijk veilig zijn en bij Hem terugkeren. Daarom spreekt Hij vaak tot ons door de stille, zachte stem van de Geest. Wij hoeven alleen maar te luisteren en te gehoorzamen.