Ik heb geen belangstelling voor de kerk
Tanintoa Sexton (Marshalleilanden)
Ik wilde niets met de kerk te maken hebben toen mijn vrouw me vroeg of de zendelingen onze zoons konden onderwijzen. Maar ik zei geen nee omdat zij al lid was.
Toen de zendelingen twee keer per week bij ons kwamen, ging ik naar de buurman toe, een goede vriend van mij. Mijn vriend was overtuigd lid van een andere christelijke kerk. Hij wilde telkens met mij over de Bijbel praten. Ik zei dat ik daar geen belangstelling voor had en me niet in godsdienstige zaken wilde verdiepen. Maar hij bleef aandringen en uiteindelijk stemde ik toe. Zo kwam het dat ik een tijd lang met mijn vriend de Bijbel bestudeerde, terwijl de zendelingen mijn zoons onderwezen.
Op een dag zouden de zendelingen weer komen. Ik besloot dit keer thuis te blijven, in de kamer ernaast. Toen de zendelingen met het onderricht van mijn zoons bezig waren, werd ik nieuwsgierig. Ik schoof steeds dichter naar de deur toe om ze beter te verstaan. Ze spraken over apostelen en profeten.
Ik besefte later dat ik er meer over wilde weten. Ik sprak met de zendelingen en besloot de lessen van hen te volgen — alleen. Mijn vrouw was er wel altijd bij, maar verder had niemand er weet van.
Dus wanneer de zendelingen twee keer per week mijn jongens kwamen onderwijzen, ging ik naar mijn vriend toe. Op een andere dag kwamen ze voor mij.
Toen mijn vriend een keer iets slechts over de kerk zei, nam ik het voor de kerk op. Zoals veel mensen in de Marshalleilanden wist hij niet veel over de kerk en begreep hij sommige geloofspunten van de heiligen der laatste dagen verkeerd. Toen hij nog meer negatieve dingen naar voren bracht, nam ik het weer voor de kerk op.
Zo ging dat zeven maanden door. Op een dag besefte ik dat ik door de Heilige Geest wist dat alles waarin de zendelingen me onderwezen waar was. Ik zag in dat ik me moest laten dopen, ook al wist ik nog maar weinig over het evangelie.
Na mijn doop in 2007 was ik heel blij. We begonnen geld opzij te leggen om naar de tempel in Hawaï te gaan. Daar zijn mijn vrouw, onze drie kinderen en ik in december 2008 aan elkaar verzegeld.
Mijn lidmaatschap in de kerk heeft veel invloed op mijn leven. Ik stopte met mijn tweede baan in een restaurant omdat ik dan altijd laat thuiskwam en mijn kleren naar tabak stonken. We raakten daardoor dat extra inkomen kwijt, maar de Heer heeft goed voor ons gezorgd.
Ik weet dat de kerk waar is en dat Joseph Smith een profeet van God is omdat ik de Geest heb gevoeld en de vruchten ervan heb geplukt.