‘Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren’ (Prediker 12:1)
In de Schriften staat de bediening van de profeten en apostelen opgetekend. Veel van deze leiders hebben God al in hun jeugd leren kennen. Hier zijn vijf schriftuurlijke verslagen met de ervaringen van enkele van deze toekomstige leiders.
-
Johannes de Doper, die was geroepen om de mensen op ‘de komst van de Heer’ voor te bereiden, werd ‘door de engel Gods op het tijdstip dat hij acht dagen oud was tot die macht geordend’ (LV 84:27–28).
-
Koning Josia werd op achtjarige leeftijd gekroond en hielp de Joden zich tijdens zijn 31 jaar als koning tot het evangelie te bekeren (zie 2 Koningen 22).
-
Mormon was ongeveer tien jaar oud toen Ammaron hem uitkoos als de volgende persoon om de verslagen (de platen van Nephi) bij te houden. Op ongeveer zestienjarige leeftijd voerde Mormon de Nephitische legers aan. (Zie Mormon 1:2–4; 2:1–2.)
-
David was nog maar een ‘jongeman’ toen hij Goliat versloeg, mogelijk van dezelfde leeftijd als de jonge soldaten in het leger van Helaman (zie 1 Samuël 17:48–56; Alma 53:22).
-
Jozef was zeventien toen hij naar Egypte werd verkocht, waar ‘de Here (…) met Jozef’ was (zie Genesis 37:2, 27–28; 39:2).