2014
Iets zei me te stoppen
September 2014


Iets zei me te stoppen

Ronald D. Colby, Utah (VS)

illustration of man's hand holding a flashlight

Illustraties Bradley Clark

We gingen op vrijdag en zaterdag kamperen en allerlei activiteiten doen en ik zag ernaar uit er met mijn zoon aan deel te nemen. Carl werkte deeltijds en ik moest vrijdag werken, dus ik stelde voor om hem vrijdagavond na het werk op te halen. We spraken af om de auto op een brug boven de kampeerplaats te parkeren en dan te voet verder te gaan.

Toen we bij de brug aankwamen, was het al donker. Alleen een klein stukje maan en een handvol sterren gaven ons licht. Het pad naar de kampeerplaats ging langs een steile rotswand die de rivier volgde. Toen we aan onze afdaling begonnen, bevonden we ons een kleine driehonderd meter boven de rivier.

We waren nog maar net op pad toen onze zaklamp begon te haperen. Het pad leek af en toe te verdwijnen door het gebrekkige licht. Plots zei iets me te stoppen. Ik stopte abrupt, maar zette vervolgens nog enkele stappen. Het gevoel of de stem herhaalde het bevel: ‘Stop!’

Ik stopte nogmaals. Carl, die me volgde, liep bijna tegen me aan.

‘Wat is er, pa?’ vroeg hij.

Ik vertelde hem over de ingeving en zei hem dat we naar huis moesten gaan en dat we ’s ochtends zouden terugkeren.

‘Pa, ik zie het kampvuur’, zei hij. ‘We zijn er nog maar anderhalve kilometer van verwijderd.’

Ik wist dat de Heilige Geest me die ingeving gegeven had en weigerde verder te gaan. De zaklamp deed het niet meer en we keerden dus erg voorzichtig op onze schreden terug. Carl was teleurgesteld en zei weinig op weg naar huis.

’s Ochtends reden we terug naar de brug en begonnen we opnieuw aan de tocht. Carl zou tenminste nog aan de activiteiten van de dag kunnen deelnemen. We haastten ons en merkten plots dat het pad ophield. En toen beseften we het. We stonden op exact dezelfde plek waar we de nacht ervoor teruggekeerd waren.

‘Pa, dat is een val van wel honderd meter in de rivier’, zei Carl. ‘Dat was onze dood geworden!’

De steile rotswand torende hoog boven de rivier uit. Het gat op het pad vóór ons was vier meter breed, het resultaat van een recente storm.

Carl en ik omhelsden elkaar terwijl de tranen over onze wangen liepen. Vervolgens zochten we een ander pad en zetten we onze tocht naar de kampeerplaats voort. We kwamen net op tijd aan voor het ontbijt.

Er had eigenlijk een waarschuwingsbord op het eerste pad moeten staan. Gelukkig gaf de Heilige Geest ons een waarschuwing.

We waren nog maar net op pad toen onze zaklamp begon te haperen. Het pad leek af en toe te verdwijnen door het gebrekkige licht.