2014
Ongewone jongens
September 2014


Tot we elkaar weerzien

Ongewone jongens

Uit ‘Stories from the General Authorities: An Uncommon People’, New Era, februari 1974, pp. 28–29.

‘Waarom bracht je een toost op me uit met een glas melk?’

Ik kreeg een brief van een zendeling in Californië. Hij zei dat een van de vrouwenclubs een lunch in het hotel organiseerde. De dame die de leiding had, liet een extra bord neerzetten en zei: ‘De volgende soldaat die langskomt, nodigen we uit om hier aan tafel te komen zitten.’ En laat dat nou een mormoonse jongen zijn.

Toen ze koffie rondbrachten, nam hij geen koffie. Weet u, die jongen had zo makkelijk kunnen denken: ‘Ach, moeder is er niet. Vader is er niet. Mijn bisschop is er niet. Ik ben de enige man onder al deze vrouwen. Eén kopje koffie hindert niet.’

Maar hij moest de Heer loven die hem uit het duister in het wonderbaarlijke licht had geroepen, en hij wilde er geen druppel van. Ze boden hem thee aan, maar die wilde hij niet. En toen wilden ze alles over hem weten. Dat gaf hem de kans om te vertellen hoe hij was opgevoed. En toen ze klaar waren met eten, staken ze sigaretten aan en gaven ze door. Maar natuurlijk weigerde de jonge soldaat die. Nou, een van die vrouwen besloot meteen: ‘Als de mormoonse zendelingen ooit bij mij aan de deur komen, laat ik ze binnen. Ik wil meer te weten komen over mensen die een jongen zoals deze opvoeden.’

Een andere mormoonse jongen werd naar een officiersopleiding in het oosten van het land gestuurd. Er kwam een nieuwe bevelhebber in het kamp en ze hielden een banket om hem te eren. Bij elk bord stond een cocktailglas. Toen de tijd was aangebroken, stonden al die toekomstige officieren op om met hun cocktailglas een toost op de nieuwe commandant uit te brengen. Allemaal, behalve één. Hij hief een glas melk.

De commandant zag dat. Toen ze het amusement hadden gehad, ging hij rechtstreeks op de jongen af en zei: ‘Waarom bracht je een toost op me uit met een glas melk?’

‘Nou, commandant,’ zei hij, ‘ik heb van mijn leven nog geen druppel alcohol gedronken. Ik wil niet drinken; mijn ouders zouden niet willen dat ik dronk; en ik dacht niet dat u het zou willen. Maar ik wilde wel een toost op u uitbrengen, dus ik dacht dat het u wel tevreden zou stellen als ik een toost op u uitbracht met wat ik gewend ben te drinken.’

De commandant zei: ‘Meld je morgenochtend op het hoofdkwartier’ en hij gaf hem een tijd op.

Ik denk dat die jongen een slapeloze nacht moet hebben gehad. Maar toen hij zich de volgende ochtend op het hoofdkwartier meldde, gaf de commandant hem een staffunctie, en verklaarde dat als volgt: ‘Ik wil mezelf omringen met mensen die de moed hebben om te doen wat volgens hen goed is, ongeacht wat andere mensen daar van vinden.’

Is dat niet prachtig? Het was een ongewone jongen, nietwaar? Ik hoop dat jullie allemaal ongewoon zijn. Ik hoop dat als je je ooit in zo’n situatie bevindt, je de juiste beslissing zult nemen.

Foto wijnglas Ziviani/iStock/Thinkstock; foto melk denphumi/iStock/Thinkstock