2014
Man en vrouw en priesterschapsmacht
September 2014


Man en vrouw en priesterschapsmacht

Naar een haardvuuravondtoespraak gehouden aan de Brigham Young University op woensdag 20 augustus 2013. De volledige Engelse tekst is te vinden op speeches.byu.edu.

Laten we nooit vergeten dat we zoons en dochters van God zijn, dat we in zijn ogen gelijk zijn, met verschillende taken en vaardigheden die Hij ons heeft toegewezen, en met toegang tot zijn priesterschapsmacht.

photo of weights

Foto’s kasiastock/Shutterstock.com

Mijn grootvader, ouderling Melvin J. Ballard (1873–1939), lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, was in 1939 in het ziekenhuis opgenomen omdat hij in het laatste stadium van leukemie verkeerde. Mijn vader vertelde later dat grootvader zich, bij een van de bezoeken die hij aan hem bracht, in bed oprichtte, zijn ziekenhuiskamer rondkeek alsof hij een publiek toesprak, en duidelijk zei: ‘En, broeders, laten wij bovenal helder denken.’

Denk alsjeblieft bij wat ik zeg helder na over de fundamentele leerstellingen van Christus aangaande de liefde van onze Vader in de hemel voor zijn dierbare dochters, die onmisbaar zijn voor De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik geloof dat er aspecten zijn aan de essentiële rol die vrouwen in het sterken en opbouwen van het koninkrijk van God op aarde spelen, die zowel vrouwen als mannen dienen te begrijpen.

Wij zijn geliefde geestzoons en -dochters van onze hemelse Vader. Wij woonden bij Hem in het voorsterfelijke rijk. Teneinde zijn zending — ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39) — te vervullen, werkte onze hemelse Vader een plan uit dat tot doel had zijn kinderen hun hoogste potentieel te laten bereiken.

Er zijn mensen die vraagtekens plaatsen bij de plek die vrouwen in Gods plan en in de kerk innemen. Ik ben vaak genoeg door de nationale en internationale pers geïnterviewd om te weten dat de meeste journalisten met wie ik te maken kreeg, een vooropgezette mening over dit onderwerp hadden. Door de jaren heen zijn veel journalisten met vragen gekomen die impliceerden dat vrouwen tweederangsburgers in de kerk zijn. Niets is minder waar.

Ik zal vijf kernpunten ten aanzien van dit belangrijke onderwerp opnoemen, waar jullie je gedachten over kunnen laten gaan.

1. De Vader en de Zoon willen dat wij onze verhoging ingaan.

Onze hemelse Vader heeft zowel vrouwen als mannen geschapen. Zij zijn zijn geestdochters en -zoons. Dat houdt in dat het geslacht eeuwig is. Hij heeft een plan uitgewerkt zodat allen die ervoor kiezen Hem en zijn Zoon, Jezus Christus, te volgen, hun bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven kunnen verwezenlijken.

Onze hemelse Vader en zijn Zoon zijn volmaakt. Zij zijn alwetend en begrijpen alles. En zij hopen alleen het beste voor ons. Het is hun werk en heerlijkheid om hun kinderen de verhoging te zien bereiken.

Als het zo is dat onze uiteindelijke verhoging hún belangrijkste doel en oogmerk is, en als het zo is dat Zij, zoals wij weten, alwetend en volmaakt zijn, dan is het ook zo dat Zij het beste begrijpen hoe Zij ons moeten voorbereiden, onderwijzen en leiden, zodat we de grootst mogelijke kans op de verhoging hebben. Onze Vader in de hemel weet alles, voorziet alles en begrijpt alles. Zijn begrip, wijsheid en liefde voor ons zijn volmaakt. We moeten het er toch zeker over eens zijn dat onze hemelse Vader en zijn Zoon weten welke kansen de zoons en dochters van God nodig hebben om de mensheid het beste op het eeuwige leven voor te bereiden.

Ieder van ons heeft het voorrecht om te kiezen of we geloven dat God onze Vader is, dat Jezus de Christus is, en dat Zij een plan hebben opgesteld om ons in staat te stellen terug te keren naar Hen. Dit vergt uiteraard geloof. Ons getuigenis, onze gemoedsrust en ons welzijn beginnen met de bereidwilligheid om te geloven dat onze Vader in de hemel het inderdaad het beste weet.

2. De kerk wordt met priesterschapssleutels bestuurd.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is de kerk van de Heer, en zijn kerk wordt door en met priesterschapsgezag en priesterschapssleutels bestuurd. ‘Priesterschapssleutels zijn het gezag dat God aan priesterschapsleiders geeft om het gebruik van zijn priesterschap op aarde te regelen en te besturen. De uitoefening van het priesterschapsgezag wordt geregeld door hen die in het bezit zijn van de priesterschapssleutels (zie LV 65:2; 81:2; 124:123) [en] wie priesterschapssleutels bezit, heeft het recht om de kerk in een bepaalde jurisdictie te presideren en te leiden.’1

Wie priesterschapssleutels hebben, maken het voor allen die getrouw onder hun leiding werkzaam zijn letterlijk mogelijk om priesterschapsgezag uit te oefenen en toegang tot priesterschapsmacht te hebben. Alle mannen en alle vrouwen dienen onder leiding van hen die sleutels bezitten.2

Ik herhaal wat ik tijdens de aprilconferentie van 2013 heb gezegd: ‘In het grootse, door het priesterschap geautoriseerde, plan van onze hemelse Vader, hebben mannen de unieke taak om het priesterschap te bedienen, maar zij zijn niet het priesterschap. Mannen en vrouwen hebben verschillende maar even belangrijke taken. Zoals een vrouw geen kind kan krijgen zonder een man, kan een man zonder een vrouw niet volledig de macht van het priesterschap uitvoeren voor het stichten van een eeuwig gezin. […] Met andere woorden, in het eeuwig perspectief delen man en vrouw zowel in de scheppingsmacht als in de priesterschapsmacht.’3

Waarom worden mannen tot priesterschapsambten geordend en vrouwen niet? President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft uitgelegd dat het de Heer was, niet de mens, ‘die de aanwijzing gaf dat de man in zijn kerk het priesterschap diende te dragen’ en dat het ook de Heer was die vrouwen ‘vermogens gaf om deze grote, geweldige organisatie volledig te maken — de organisatie die de kerk is, en het koninkrijk van God.’4 De Heer [heeft] niet geopenbaard waarom Hij zijn kerk georganiseerd heeft zoals Hij het gedaan heeft.

Net als bij zoveel andere kwesties komt het hierbij op geloof aan. Geloven wij dat dit de kerk van de Heer is? Geloven wij dat Hij die in zijn wijsheid overeenkomstig zijn doeleinden heeft georganiseerd? Geloven wij dat Hij veel wijzer is dan wij? Geloven wij dat Hij zijn kerk zo heeft georganiseerd dat zij al zijn kinderen, zowel zoons als dochters, zoveel mogelijk tot zegen zou zijn?

Ik getuig dat deze dingen waar zijn. Ik getuig dat dit de kerk van de Heer is. Vrouwen zijn een integraal onderdeel van het bestuur en werk van de kerk, door als leidsters te dienen in de zustershulpvereniging, jongevrouwen en het jeugdwerk; door als leerkracht, voltijdzendeling en tempelwerkster te dienen; en door thuis te onderwijzen, waar het meeste kerkonderricht wordt gegeven.

Laten we niet over het hoofd zien dat ongeveer de helft van al het onderwijs in de kerk door vrouwen wordt gedaan. Veel leidinggevende functies worden door onze zusters vervuld. Veel dienstbetoonprojecten en activiteiten worden door vrouwen gepland en geleid. Uit de adviezen en andere vormen van deelname van vrouwen in wijk- en ringraden en in de algemene raden op de hoofdzetel van de kerk blijkt hun inzicht, wijsheid en evenwicht.

Meer dan twintig jaar lang heb ik uitgelegd hoe belangrijk de raden zijn, inclusief de essentiële deelname van vrouwelijke leidinggevenden. Ik geef toe dat sommige mensen, onder wie enkele priesterschapsleiders, het licht nog niet hebben gezien en onze vrouwelijke leidinggevenden nog steeds niet helemaal als volwaardige gesprekspartners bij de wijk- en de ringraad betrekken. Ik geef ook toe dat sommige mannen vrouwen verdrukken en in zeldzame gevallen zich zelfs schuldig maken aan mishandeling van vrouwen. Dat vindt God afschuwwekkend. Ik ben er zeker van dat mannen die vrouwen vernederen zich tegenover God voor hun daden zullen moeten verantwoorden. En elke priesterschapsleider die de vrouwelijke leidinggevenden niet volledig en met zijn volle respect bij een en ander betrekt, respecteert de sleutels die hij heeft gekregen niet, en maakt ze niet groot. Zijn macht en invloed zullen verminderen totdat hij de wegen van de Heer leert.

Welnu, zusters, hoewel jullie inbreng aanzienlijk is, en die in een doeltreffend werkende raad welkom is, moet je oppassen om geen rol op je te nemen die niet gepast is. De meest geslaagde wijk- en ringraden zijn de raden waarin priesterschapsleiders vertrouwen op hun zusters en hen aanmoedigen om een bijdrage te leveren aan de discussies, en waarin vrouwelijke leidinggevenden de beslissingen van de raad die onder leiding van priesterschapsleiders met sleutels worden genomen volledig steunen.

3. Man en vrouw zijn gelijkwaardig in Gods ogen.

Man en vrouw zijn gelijkwaardig in Gods ogen en in de ogen van de kerk, maar gelijkwaardig wil niet zeggen dat ze hetzelfde zijn. De taken en goddelijke gaven van man en vrouw zijn verschillend van aard, maar niet van belang of invloed. God vindt niet een van beide seksen beter of belangrijker dan de andere. President Hinckley heeft tegen vrouwen gezegd dat ‘onze hemelse Vader […] u vanaf het begin […] als de kroon op zijn scheppingen [heeft gezien].’5

Sommige mensen raken in de war en denken niet helder na als ze de taken van mannen met die van vrouwen vergelijken, en andersom.

Ik ben mijn hele leven omringd door vrouwen geweest. Ik heb drie zussen. (Ik was de enige jongen.) Ik heb vijf dochters, vierentwintig kleindochters en negentien achterkleindochters. En natuurlijk ben ik gezegend door mijn huwelijk van 63 jaar met mijn vrouw, Barbara. Ik heb al lang geleden geleerd om naar haar te luisteren. Ik leerde dat ik maar beter kon opletten als ze zei dat ze ergens over na had gedacht en sterke indrukken had over een gezinskwestie, want ze bleek in bijna alle gevallen geïnspireerd te zijn. Ik weet uit eerste hand dat jongvolwassen zusters en jonge moeders soms twijfelen aan hun eigenwaarde en hun vermogen om een bijdrage te leveren. Maar ik ben er getuige van dat zij, als zij zich in gedachten en in gebed tot de hemel wenden, gezegend worden met een kracht en overtuiging dat de Vader en de Zoon hun gevoelens begrijpen.

Vrouwen komen op aarde met unieke geestelijke gaven en neigingen. Dat geldt vooral voor kwesties met betrekking tot kinderen, het gezin en het welzijn en behoeften van anderen.

Man en vrouw hebben verschillende gaven, verschillende kwaliteiten, en verschillende standpunten en voorkeuren. Dat is een van de belangrijkste redenen dat we elkaar nodig hebben. Er zijn een man en een vrouw voor nodig om een gezin te stichten, en er zijn mannen en vrouwen voor nodig om het werk van de Heer te doen. Een man en een vrouw werken rechtschapen samen om elkaar aan te vullen. Laten we ervoor waken dat we niet met het plan van onze hemelse Vader en de doelen van ons leven knoeien.

4. De zegeningen van het priesterschap zijn er voor al Gods kinderen.

Wanneer mannen en vrouwen naar de tempel gaan, worden ze beiden begiftigd met dezelfde macht, die per definitie priesterschapsmacht is. Hoewel het gezag van het priesterschap door priesterschapssleutels wordt gekanaliseerd, en priesterschapssleutels alleen door waardige mannen worden gedragen, staan de macht en de zegeningen van het priesterschap alle kinderen van God ter beschikking.

Zoals president Joseph Fielding Smith (1876–1972) heeft uitgelegd: ‘De zegeningen van het priesterschap zijn niet alleen voor mannen. Deze zegeningen worden ook uitgestort […] op alle getrouwe vrouwen in de kerk. […] God [biedt] zijn dochters elke geestelijke gave en zegen aan die zijn zoons kunnen verwerven.’6

Zij die de wateren van de doop in zijn gegaan en vervolgens in het huis van de Heer hun begiftiging hebben ontvangen, komen in aanmerking voor geweldige, overvloedige zegeningen. De begiftiging is letterlijk een gave van macht. Allen die naar het huis van de Heer gaan, officiëren in de priesterschapsverordeningen.

Onze Vader in de hemel is gul met zijn macht. Alle mannen en alle vrouwen hebben toegang tot zijn macht voor steun in hun leven. Allen die heilige verbonden met de Heer hebben gesloten en die deze verbonden eren, hebben het recht om persoonlijke openbaring te ontvangen, om door de bediening van engelen gezegend te worden, om met God te communiceren, om de volheid van het evangelie te ontvangen, en samen met Jezus Christus erfgenaam te worden van alles wat de Vader heeft.

5. De kerk heeft de stem en het geloof van vrouwen nodig.

We hebben in toenemende mate behoefte aan de kenmerkende, invloedrijke en gelovige stemmen van vrouwen. We willen dat ze zich de leer eigen maken en begrijpen wat we geloven, zodat ze van de waarheid van alle dingen kunnen getuigen — en het maakt niet uit of die getuigenissen nu worden gegeven rond het kampvuur op een jongevrouwenkamp, in een getuigenisdienst, in een blog of op Facebook. Alleen getrouwe mormoonse vrouwen kunnen de wereld laten zien hoe verbondsvrouwen van God er uitzien en wat ze geloven.

Niemand onder ons kan het zich veroorloven werkeloos toe te kijken als de doeleinden van God gebagatelliseerd en aan de kant geschoven worden. Ik nodig met name de zusters in de kerk uit om onder leiding van de hemel te bedenken wat zij kunnen doen om hun stem van geloof en getuigenis te laten horen. De algemene autoriteiten en de zusters onder de algemene functionarissen kunnen het niet alleen. De voltijdzendelingen kunnen het niet alleen. De leidinggevenden in priesterschap en hulporganisaties kunnen het niet alleen. We moeten allemaal onze Vader in de hemel en zijn plan verdedigen. We moeten allemaal de Heiland verdedigen en getuigen dat Hij de Christus is, dat zijn kerk op aarde hersteld is, en dat er goed en kwaad is.

Om de moed te hebben ons uit te spreken en de kerk te verdedigen, moeten we ons eerst voorbereiden door de waarheden van het evangelie te bestuderen. We moeten ons eigen getuigenis versterken door ijverige dagelijkse studie van de Schriften en door een beroep te doen op Moroni’s belofte dat we ‘de waarheid van alle dingen [kunnen] kennen’ (Moroni 10:5) als we er door ootmoedig gebed en studie naar op zoek gaan.

Besteed geen tijd aan pogingen om Gods plan te verbeteren of aan te passen. Daar hebben we geen tijd voor. Het is zinloos om te proberen vast te stellen hoe de kerk van de Heer anders georganiseerd zou moeten worden. De Heer staat aan het hoofd van zijn kerk, en wij volgen allemaal zijn leiding. Zowel mannen als vrouwen hebben een sterker geloof en getuigenis van het leven en de verzoening van de Heer Jezus Christus nodig, en meer kennis van zijn leringen. We hebben een helder verstand nodig zodat de Heilige Geest ons kan ingeven wat we moeten doen en zeggen. In deze wereld vol verwarring waarin men geen aandacht meer heeft voor de dingen Gods, moeten we helder denken.

Zusters, uw invloedssfeer is een unieke sfeer — een sfeer die niet door mannen kan worden overgenomen. Niemand kan onze Heiland met meer overtuiging of kracht verdedigen dan jullie, de dochters van God die zo’n innerlijke kracht en overtuiging hebben. De kracht van de stem van een bekeerde vrouw is onmetelijk, en de kerk heeft meer dan ooit behoefte aan jullie stem.

Ik getuig dat we in een tijd leven waarin we eensgezind moeten zijn: mannen en vrouwen, jongemannen en jongevrouwen, jongens en meisjes. We moeten pal staan voor het plan van onze hemelse Vader. We moeten Hem verdedigen. Hij wordt aan de kant geschoven. We kunnen als lid van de kerk niet lijdzaam toezien en dat laten gebeuren zonder moedig onze stem te laten horen.

Moge God ons zegenen met de moed om de eenvoudige waarheden van het evangelie te bestuderen en te begrijpen, en elke kans aan te grijpen om ze uit te dragen.

Noten

  1. Handboek 2: de kerk besturen (2010), 2.1.1.

  2. Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 104.

  3. M. Russell Ballard, ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid’, Liahona, mei 2013, p. 19.

  4. Gordon B. Hinckley, ‘Women of the Church’, Ensign, november 1996, p. 70.

  5. Gordon B. Hinckley, ‘Stand Strong against the Wiles of the World’, Ensign, november 1995, p. 98.

  6. Joseph Fielding Smith, ‘Magnifying Our Callings in the Priesthood’, Improvement Era, juni 1970, p. 66.