2015
Leesuitdaging Nieuwe Testament
Januari 2015


Leesuitdaging Nieuwe Testament

Wekelijkse leessuggesties voor de leesuitdaging Nieuwe Testament (zie pp. 66-67).

New Testament Scripture Challenge

Jezus heeft een verhaal verteld over een herder die van zijn schapen hield en op zoek ging naar een schaap dat verdwaald was. Dit jaar kun meer te weten komen over de leringen van Jezus in het Nieuwe Testament. Kleur telkens als je een van de teksten op pagina 68 hebt gelezen het volgende getal in. Als je elke week leest, ben je voor het eind van het jaar klaar!

Laat een volwassene je helpen om dit schema eruit te halen of het af te drukken op liahona.lds.org.

Week

Lezen

1

Johannes de Doper bereidt de weg voor Jezus Christus

Mattheüs 3:1–6; Lukas 1:5–25, 57–80

2

De geboorte van Jezus Christus

Mattheüs 1:18–25; Lukas 1:26–38; 2:1–20

3

De jeugd van Jezus Christus

Mattheüs 2; Lukas 2:21–52

4

De doop van Jezus Christus

Mattheüs 3:13–17; Johannes 3:5

5

Jezus Christus wordt verzocht door Satan

Mattheüs 4:1–11; Marcus 1:12–13; Lukas 4:1–13

6

Jezus Christus reinigt de tempel

Mattheüs 21:12–14; Lukas 19:45–48; Johannes 2:13–16

7

Jezus Christus verschijnt aan zijn apostelen

Mattheüs 4:18–22; 16:13–19; Markus 3:13–19; 16:15; Lukas 5:1–11; 6:12–16

8

De Bergrede

Mattheüs 5:1–6:4; 7:12; Lukas 6:17–36

9

Jezus Christus leert ons hoe we moeten bidden

Mattheüs 6:5–13; 7:7–11; 26:36–46; Lukas 9:28–29; 11:2–4, 9–13; Jakobus 1:5–6

10

Jezus Christus geneest de zieken

Mattheüs 8:5–10, 13; 25:34–40; Markus 1:40–45; Lukas 4:38–40; 7:11–17; Johannes 4:46–54; 13:34–35

11

Jezus Christus en de sabbatdag

Mattheüs 12:1–13; Markus 2:23–28; 3:1–6; Lukas 13:11–17; 14:1–6; Johannes 5:2–16

12

Jezus Christus gebruikt zijn priesterschapsmacht om anderen tot zegen te zijn

Mattheüs 14:23–33; Markus 4:35–41; 6:33–44; Lukas 9:37–43; Handelingen 10:38

13

Jezus Christus verricht wonderen

Markus 2:1–12; 5:21–43

14

De zaaier, de tarwe en het onkruid

Mattheüs 13:1–9, 18–30, 37–43; Markus 4:14–20; Lukas 8:11–15

15

Het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon

Matteüs 18:12–14; Lukas 15

16

De barmhartige Samaritaan en het huis dat op een rots gebouwd is

Mattheüs 7:24–27; 22:34–40; Lukas 6:47–49; 10:25–37

17

Jezus geneest tien melaatsen en een blinde man

Lukas 17:12–19; Johannes 9

18

De goede herder

Mattheüs 19:13–15; Markus 10:13–16; Johannes 10:1–18

19

De onbarmhartige knecht

Mattheüs 6:12, 14–15; 18:21–35

20

De tien maagden, de talenten en de gift van de weduwe

Mattheüs 25:1–13, 14–46; Markus 12:41–44; Lukas 21:1–4

21

Jezus wekt Lazarus op uit de dood

Johannes 11:1–46

22

Jezus Christus’ triomfale intocht en het laatste avondmaal

Mattheüs 21:1–11; Markus 14:12–26; Lukas 19:29–38; 22:15–20

23

Jezus Christus in Gethsémané

Mattheüs 26:36–46; Lukas 22:40–46; Johannes 3:16; 15:12–13

24

Jezus Christus wordt verraden, gearresteerd en berecht

Mattheüs 26:14–16, 47–27:31, ; Lukas 22:47–23:25

25

De kruisiging en begrafenis van Jezus Christus

Mattheüs 27:32–66; Lukas 23:26–56; Johannes 10:17–18; 15:13; 19:13–42

26

De opstanding van Jezus Christus

Mattheüs 27:52–53; 28:1–20; Lukas 24; Johannes 20; Handelingen 1:3, 9–11; 1 Korinthe 15:5–6, 22

27

Weid mijn schapen

Markus 16:15; Johannes 21:1–17

28

Pinksterdag

Johannes 14:25–27; Handelingen 2:1–24, 32–33, 36–47

29

De apostel Petrus

Mattheüs 4:18–19; 14:22–33; 16:13–17; 17:1–9; Lukas 22:31–34, 54–62; Handelingen 3:1–9, 19–21; 4:6–20; 5:12–42

30

Barnabas, Ananias en Saffira; de martelaar Stefanus

Handelingen 4:32–5:10; 6; 7:54–60

31

Petrus en Cornelius

Handelingen 10:1–11:18

32

De bekering van Saulus

Handelingen 7:57–60; 8:1–3; 9:1–30; 26:9–23

33

De eerste zending van Paulus

Handelingen 13:4–11, 14–43; 14:5–10

34

De tweede zending van Paulus

Handelingen 15:36–41; 16:16–34

35

De derde zending van Paulus

Handelingen 18:23; 19:1–7, 11–12, 20

36

Jezus Christus zal terugkomen

Handelingen 1:9–11; Matteüs naar Joseph Smith 1:1–4, 21–55

37

Paulus’ brief aan de Romeinen

Romeinen 1:16; 8:13–18, 31–39; 12:3–21

38

Paulus’ brief aan de Korinthiërs

1 Korinthe 6:19–20; 12:4–27; 13; 15:20–22, 40–42

39

Paulus’ tweede brief aan de Korinthiërs

2 Korinthe 4:5–18; 9:6–8; 12:6–10

40

Paulus’ brief aan de Galaten

Galaten 2:16–21; 5:22–23; 6:7–10

41

Paulus’ brief aan de Efeziërs

Efeze 1:3–12; 4:11–16; 6:10–18

42

Paulus’ brief aan de Filippenzen

Filippenzen 1:2–11; 2:12–13; 4:4–13

43

Paulus’ brief aan de Kolossenzen

Kolossenzen 1:9–20; 3:1–16

44

Paulus’ brieven aan de Thessalonicenzen

1 Thessalonicenzen 2:1–12; 4:1–7; 2 Thessalonicenzen 2:1–4; 3:10–13

45

Paulus’ brieven aan Timotheüs

1 Timotheüs 1:12–17; 5:1–3; 2 Timotheüs 3:1–5, 14–17

46

Paulus’ brieven aan Titus en Filemon

Titus 1:1–4; 2; Filemon 1:3–9

47

Paulus’ brief aan de Hebreeën

Hebreeën 1:1–6; 5:1–4; 11:1–11; 12:1–2

48

Leringen van Jakobus

Jakobus 1:5–6; 2:17–18; 3:2–13; 5:12

49

Leringen van Petrus

1 Petrus 1:3–11; 3:18–20; 4:6; 2 Petrus 1:2–8

50

Leringen van Johannes en Judas

1 Johannes 2:1–6; 3:10–18, 23; 4:7–10; 5:1–3; 2 Johannes 1:4; 3 Johannes 1:4; Judas 1:20–22

51

De openbaring van Johannes

Openbaring 1:1–3; 2:7; 4; 12:7–9; 20:12

52

Kom tot Jezus Christus — Hij is het Licht en het Leven van de wereld

Mattheüs 11:28–30; Johannes 4:3–14; 6:35–51; 8:12; 14:6, 15