Huisbezoekboodschap
De eigenschappen van Jezus Christus: gehoorzame Zoon
Bestudeer dit materiaal onder gebed om te weten te komen wat u met de zusters moet bespreken. Hoe vergroot begrip van het leven en de zending van de Heiland ons geloof in Hem en is het een zegen voor hen over wie u waakt door huisbezoek? Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.
Geloof, gezin, hulp
Door het gehoorzame voorbeeld van Jezus Christus te volgen, vergroten we ons geloof in Hem. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het is niet verrassend dat Christus er eerst en vooral voor kiest om zijn band met zijn Vader te tonen — dat Hij Hem liefheeft, gehoorzaamt en Zich als trouwe zoon aan Hem onderwerpt. […] Gehoorzaamheid is de eerste wet van de hemel.’1
In de Schriften staat: ‘Wanneer wij enige zegening van God ontvangen, is het door gehoorzaamheid aan die wet waarop zij is gegrond’ (D&C 130:21). We maken geestelijke groei door als we door gehoorzaamheid dichter tot God komen en de kracht van de verzoening van de Heiland in ons leven uitnodigen.
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Bij gehoorzaamheid aan de beginselen en geboden van het evangelie van Jezus Christus [ontvangen wij] een voortdurende stroom aan zegeningen die God in zijn verbond aan ons heeft beloofd. Die zegeningen zijn de krachtbron die we nodig hebben om zelf te kunnen handelen in plaats van in het leven met ons te laten handelen. […] Gehoorzaamheid geeft ons meer beheersing over ons leven en een groter vermogen om te gaan en komen en te werken en scheppen.’2
Aanvullende teksten
Uit de Schriften
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gevraagd: ‘Kan de geestelijke kracht die voortvloeit uit voortdurende gehoorzaamheid aan de geboden aan een ander worden gegeven? Het duidelijke antwoord […] is nee.’3
De gelijkenis van de tien maagden illustreert dit beginsel. Alle maagden gingen met hun lampen ‘de bruidegom tegemoet’, maar slechts vijf van hen waren wijs en namen olie mee. De andere vijf waren dwaas omdat ze ‘geen olie met zich [meenamen]’.
‘En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet!’ Alle maagden maakten hun lampen in orde, maar de dwaze maagden hadden geen olie. En ze zeiden tot de wijze maagden: ‘Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit.’
Maar de wijze maagden antwoordden: ‘In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever […] en koop olie voor uzelf.’ En terwijl de dwaze maagden weg waren, kwam de bruidegom. De wijze maagden gingen met hem naar binnen en ‘de deur werd gesloten’