Het dienstbetoonkringetje was rond
Krisi Church Summers, Utah (VS)
Toen ik als eerstejaars naar de universiteit ging, bezocht ik vaak met mijn kamergenote haar 98-jarige overoudoom, die we oom Joe noemden. Hij woonde op zichzelf en was eenzaam, dus we probeerden zo vaak mogelijk bij hem langs te gaan. Bij die bezoekjes vertelde hij ons verhalen over de tijd dat hij in Mexico woonde, en in plaatsjes langs de grens in Arizona, onder meer in Nogales.
Toen mijn kamergenote onverwachts weer thuis ging wonen, voelde ik de aandrang om oom Joe te blijven bezoeken. Hij werd een goede vriend, en ik bleef bij hem langs gaan totdat hij anderhalf jaar later overleed. Ik vond het verdrietig om een goede vriend kwijt te raken, maar was dankbaar voor de tijd die we samen hadden doorgebracht.
Tien jaar na het overlijden van oom Joe, was ik in het dagboek van mijn overgrootmoeder aan het lezen. Ze vertelde dat haar man haar had verlaten, dat ze geen geld had, dertig dollar huur moest betalen en negen kinderen te voeden had.
En toen schreef ze: ‘In Bisbee [Arizona] waren de mensen zo goed voor ons. Zelfs toen we buiten Bisbee woonden, brachten ze ons [van de kerk] naar huis. Broeder Joseph Kleinman, die in Mexico woonde, bracht ons heel vaak thuis. En bovendien nam hij ons vaak mee om bij [zijn gezin] thuis te komen eten. Ze gaven ons gebraden konijn met alles erop en eraan, waar we erg van genoten. Toen ze werden overgeplaatst naar Nogales […] gaven ze ons hun prachtige witte konijnen, en toen hadden we zoveel eten als we op konden.’
Toen ik dit las, besefte ik dat de Joseph Kleinman die mijn overgrootmoeder had geholpen, oom Joe was! De Geest fluisterde me in dat ik geïnspireerd was om oom Joe te blijven bezoeken als bedankje voor zijn vriendelijke hulp aan mijn overgrootmoeder en haar gezin.
Ik vond het fantastisch dat ik deel uitmaakte van een verhaal van liefde waarin het dienstbetoonkringetje rond werd. Ik weet dat de Heer weet wat er omgaat in het leven van zijn kinderen. Als we gehoor geven aan de ingevingen van de Heilige Geest, kunnen we anderen tot zegen zijn en ontvangen wij op onze beurt ook zegeningen.