2015
Shelly’s wedstrijd
Augustus 2015


Shelly’s wedstrijd

Het leek de laatste tijd wel alsof niemand Shelly de hulp kon geven die ze nodig had.

‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u’ (Jesaja 41:10).

‘Hé, Shelly!’ Shelly keek op terwijl ze de veters van haar oude sportschoenen aan het strikken was en zag Rosa bij de start naar haar wuiven. ‘Kom!’ riep Rosa. ‘Vandaag gaan we onze beste tijd verbeteren!’

Shelly grijnsde. Dat zei Rosa altijd als ze oefenden.

Er waren twee dingen die Shelly aan haar nieuwe middelbare school leuk vond. Het eerste was deel uitmaken van de atletiekploeg. Als ze aan het rennen was, voelde ze zich licht vanbinnen, alsof ze zich nergens zorgen om hoefde te maken.

Het tweede was dat niemand hier wist dat haar ouders net gescheiden waren.

Shelly trok nog een laatste keer aan haar veters en liep naar de andere meisjes van de estafetteploeg. Au! Ze kromp ineen omdat haar tenen tegen de rand van haar sportschoenen stootten. Hoe moest ze pa vertellen dat ze alweer nieuwe schoenen nodig had?

Na de wedstrijd vierden Shelly, Rosa, Becca en Tiana hun nieuwe beste estafettetijd. ‘Had ik niet gezegd dat we het vandaag zouden doen?’ zei Rosa.

Shelly lachte. Ze gaf het estafettestokje aan de atletiekleerkracht en boog voorover om haar schoenveters los te maken.

‘Knap werk, meisjes’, zei mevrouw Goldmann. ‘Jullie werken goed samen. Vergeet morgen niet je inschrijvingsgeld voor de atletiekploeg te betalen.’

De glimlach verdween van Shelly’s gezicht. Dat was ze helemaal vergeten!

Tijdens de busrit naar huis kon Shelly alleen maar aan de schoenen en het inschrijvingsgeld denken. Ze wilde mama niet nog meer kopzorgen geven. En de vorige keer dat ze papa om extra geld gevraagd had, klonk hij geïrriteerd. Het leek de laatste tijd wel alsof niemand haar de hulp kon geven die ze nodig had.

Toen ze thuiskwam, ging Shelly meteen naar haar kamer. Tijdens het eten praatten en lachten haar broers en zussen, maar zelf speelde ze alleen maar wat met haar eten.

Na het eten hielp mama Shelly de tafel afruimen. ‘Ik heb vanavond een gesprek met bisschop Parker’, zei mama. ‘Wil je meegaan en een priesterschapszegen krijgen?’

Shelly knikte. Ze miste de zegens die papa haar gaf als ze zich zorgen maakte of ziek was.

Toen bisschop Parker haar later een zegen gaf, voelde Shelly zich diep vanbinnen tot rust komen. ‘Shelly, je vader kan je thuis niet helpen’, zei hij in de zegen. ‘Maar je hemelse Vader is er altijd voor je. Ik zegen je dat je altijd met Hem zult kunnen praten zoals met je vader, en je hemelse Vader zal je altijd helpen.’

Shelly voelde zich voor het eerst in lange tijd weer opgelucht. Ze had een warm gevoel vanbinnen dat haar zei dat de woorden van haar bisschop waar waren. Haar hemelse Vader hield van haar en zou naar haar luisteren. Met zijn hulp had ze misschien zelfs de moed om met haar ouders te praten.

Op weg naar huis vertelde ze mama over de schoenen en het inschrijvingsgeld. Die avond knielde ze neer en vroeg ze haar hemelse Vader haar de moed te geven om met haar vader te praten. De volgende ochtend bad ze er op de bus naar school opnieuw om. Toen ze van school thuiskwam, voelde ze zich moedig genoeg om haar vader op te bellen. Deze keer leek hij niet ongeduldig of geïrriteerd toen ze hem vertelde wat ze nodig had. Haar gebeden waren verhoord.

Een paar weken later deed Shelly haar nieuwe sportschoenen aan en liep ze op Rosa en de andere meisjes af. Het deed haar goed om te weten dat ze een geweldig team had dat achter haar stond. Ze liep de wedstrijd niet alleen.

Illustratie Apryl Stott