Zuster Jean B. Bingham

Eerste raadgeefster in het algemeen jeugdwerkpresidium

Zuster Jean Barrus Bingham is bijna zes jaar lid van het algemeen jeugdwerkbestuur geweest. Ze hield ervan. Ze heeft leden thuis bezocht en jeugdwerkklasjes bijgewoond, waardoor ze getuige is geweest van het sterke geloof van de heiligen der laatste dagen — vooral de jeugdwerkkinderen — over de hele wereld.

Zuster Bingham, onlangs als eerste raadgeefster in het algemeen jeugdwerkpresidium gesteund, heeft een groot deel van haar leven kinderen onderwezen, opgevoed en liefgehad. Ze is een pleitbezorgster en bron van kracht voor velen geweest: haar jongere broers en zussen toen ze opgroeide, haar twee dochters, haar pleegdochters, kleinkinderen, bezoekers en de mensen die ze als lid van het algemeen jeugdwerkbestuur ontmoet heeft.

‘Ieder kind heeft een geweldig potentieel. Als we ze door de ogen van onze hemelse Vader bekijken, kunnen we ze helpen om dat potentieel te bereiken’, zegt ze.

Zuster Bingham is op 10 juni 1952 in Provo (Utah, VS) als derde van negen kinderen in het gezin van Edith Joy Clark en Robert Rowland Barrus geboren. Toen ze drie maanden oud was, verhuisde het gezin naar Indiana (VS), waar haar vader zijn opleiding voortzette. In de eerste zes jaar van haar leven woonden de Binghams in vier verschillende staten.

Toen zuster Bingham in New Jersey (VS) de middelbare school had doorlopen, verhuisde ze naar Provo (Utah) om aan de Brigham Young University te studeren. In haar tweede jaar ontmoette ze haar toekomstige man, Bruce Bryan Bingham, een boerenjongen uit Illinois (VS) die zich als tiener met zijn ouders had laten dopen. Ze trouwden op 22 december 1972 in de Provotempel.

Ze heeft haar hele leven verschillende roepingen gehad, waaronder jeugdwerkpresidente en jongevrouwenpresidente van de wijk, raadgeefster in een ZHV-presidium, jongevrouwenpresidente van de ring, tempelwerkster, en ochtendseminarieleerkracht.

‘Gedurende ons 43-jarig huwelijk heb ik gezien dat ze voortdurend naar de ingevingen van de Geest luistert’, zegt broeder Bingham over zijn vrouw. ‘Ze doet keer op keer wat de Heer wil dat ze doet.’