Zuster Joy D. Jones
Algemeen jeugdwerkpresidente
De liefdevolle ouders van Joy D. Jones waren haar helden.
‘Ik dacht dat mijn vader alles kon’, zegt zuster Jones over haar vader, een elektricien. Over haar moeder zegt ze: ‘Mijn moeder was een fantastische vrouw’. Ze maakte alles zelf: van het eten dat ze aten tot de kleding die ze droegen. ‘Ze was voor mij een heilige en ik wilde net zoals zij worden.’
Zuster Jones koestert de herinneringen aan haar ouders, Aldo Harmon en Eleanor Ellsworth Harmon, maar ook een jeugdherinnering aan een districtsconferentie in Oregon (VS), waarin ouderling Robert L. Backman sprak. Ouderling Backman, nu emeritus algemene zeventiger, was toen zendingspresident.
‘Ik kreeg een heel sterk gevoel terwijl hij sprak’, zegt zuster Jones. ‘Ik had nog nooit zoiets gevoeld. […] Ik ben zo dankbaar dat ik van de Geest een bevestiging kreeg dat hetgeen hij zei waar was.’
Joy Diane Harmon is op 20 juli 1954 in The Dalles (Oregon) geboren. Zowel zij als haar toekomstige man, Robert Bruce Jones, is in Oregon opgegroeid, maar ze leerden elkaar aan de Brigham Young University in Provo (Utah, VS) kennen. Ze trouwden op 14 augustus 1974 in de Mantitempel (Utah). Ze hebben vijf kinderen en zeventien kleinkinderen.
Kort nadat ze een diploma huishoudkunde behaald had, verhuisden ze naar Portland (Oregon) en daarna naar Santa Rosa (Californië, VS), waar broeder Jones als chiropractor aan de slag ging. Broeder en zuster Jones kregen 22 jaar geleden het gevoel dat ze naar Draper (Utah) moesten verhuizen. Zuster Jones vindt het geweldig dat ze sindsdien zo dicht bij een tempel woont.
‘De Jordan Rivertempel (Utah) werd mijn heilige plek’, zegt ze. ‘Ik heb een getuigenis van de kracht van de tempel en van de vrede en leiding die ik dankzij de tempel ontvang.’
Zuster Jones is ZHV-presidente en jeugdwerkpresidente van de wijk geweest en ook raadgeefster in het ZHV-, jongevrouwen- en jeugdwerkpresidium van wijk en ring. Vóór haar huidige roeping was ze als lid van het algemeen jeugdwerkbestuur werkzaam.