2017
Jane’s keuze
September 2017


Jane’s keuze

De auteur woont in Texas (VS).

Connecticut, 1842

Janes choice

‘De Heer is mijn Herder […]’ Jane Elizabeth Manning werd door muziek omgeven, maar kon zich niet op de woorden concentreren. Ze keek naar haar handen en was diep in gedachten verzonken.

Ze was een jaar geleden lid van de Presbyteriaanse kerk geworden. Maar ze had het gevoel dat er iets ontbrak. Ik ben naar iets meer op zoek, dacht ze. Maar wat zou dat zijn?

Na de kerkdienst liep Jane met de rest van de aanwezigen naar buiten. De bladeren aan de bomen begonnen al rood en goudkleurig te worden. Het zonlicht weerkaatste op de nabijgelegen rivier, de Norwalk.

‘Er is een zendeling in de stad gekomen’, zei een man. ‘Hij is mormoon en hij beweert dat God weer tot profeten spreekt.’

Jane stond stil om te luisteren. Was ze hiernaar op zoek geweest?

‘Profeten?’ zei een andere man ongelovig. ‘Net als in de Bijbel? Wie wil daar naar luisteren?’

‘Ik!’ riep Jane uit. Enkele mensen keken naar haar, waaronder de pastoor. Jane voelde dat haar wangen warm werden.

De pastoor fronste. ‘Je kunt maar beter niet naar hem luisteren. Het is toch allemaal onzin. Begrijp je wat ik bedoel?’ Toen ze niets zei, knikte hij met zijn hoofd en ging met iemand anders praten. Jane zag hem weglopen en ging toen snel naar huis.

Ze woonde niet bij haar moeder, broers en zussen. Ze woonde op de boerderij van de familie Fitch. Ze werkte daar al vanaf haar zesde jaar als dienstmeisje. Ze werkte hard. Ze hielp mevrouw Fitch met de was, met strijken en koken. Ze stond meestal vóór zonsopgang op. Ze stookte het vuur op, kneedde het brood en karnde de boter. En ze bezocht haar familie zo vaak mogelijk.

Enkele dagen later, toen ze de overhemden van meneer Fitch aan de waslijn hing, dacht Jane nog steeds aan de zendeling. De kleren klapperden in de frisse wind.

De pastoor had gezegd dat ze beter niet naar hem kon luisteren, maar […] ze wilde toch gaan. Ze moest erachter zien te komen of deze mormoon haar kon helpen om de waarheid te vinden. Toen ze de was had opgehangen, had ze een beslissing genomen. Ze zou naar de bijeenkomst gaan, wat iedereen daar ook van zei.

Op zondag stond Jane vroeg op, deed haar mooiste jurk aan en liep alleen naar de vergaderzaal. Ze ging achterin de zaal op een houten bank zitten. Jane glimlachte toen ze zag hoeveel mensen er gekomen waren. Ze was dus niet de enige die op zoek was naar de waarheid!

Iedereen werd stil toen ouderling Wandell opstond. Het uur vloog voorbij toen hij over het Boek van Mormon en de profeet Joseph vertelde. Hij zei dat mensen, net als Christus, door onderdompeling gedoopt konden worden. En hij sprak over de heiligen die zich ver weg in de stad Nauvoo hadden gevestigd. Tegen het einde van de bijeenkomst klopte Jane’s hart zo hard dat ze moeite met ademen had.

Die avond ging Jane bij haar familie op bezoek.

‘En wat vond je van de boodschap van de zendeling?’ vroeg haar moeder, toen Jane had uitgelegd wat ze die dag had gedaan.

‘Ik weet zeker dat hij het ware evangelie verkondigde’, zei Jane. ‘Ik moet het aanvaarden. Ik ga me volgende week zondag laten dopen.’

‘Dopen? Je wordt lid van een andere kerk?’ vroeg haar broer Isaac, die er een stoel bij pakte.

‘Ja! Hier was ik naar op zoek. Het is waar.’

Isaac merkte dat ze het echt meende. ‘En wat gebeurt er dan?’ vroeg hij zachtjes. ‘Wat doe je als je gedoopt bent?’

‘Dan sluit ik me bij de andere heiligen aan’, zei Jane. ‘Dan ga ik naar Nauvoo.’

Wordt vervolgd …