2017
Het evangeliepad naar geluk
September 2017


Het evangeliepad naar geluk

Naar de toespraak ‘Living after the Manner of Happiness’, gehouden op 23 september 2014 tijdens een devotional aan de Brigham Young University–Idaho. Zie voor de volledige toespraak (in het Engels) web.byui.edu/devotionalsandspeeches.

Jezus Christus is ‘de weg, de waarheid en het leven’. Niemand vindt het ware geluk dan door Hem.

lighted path

Wellicht hebt u al vaak de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith (1805–1844) gehoord: ‘Geluk is het doel van ons bestaan, en zal uiteindelijk ons deel zijn als wij het pad volgen dat erheen leidt’.1

Over deze waardevolle zoektocht naar geluk wil ik het hebben. Merk op dat ik ‘zoektocht naar geluk’ zeg, en niet alleen ‘geluk’. Denk aan de woordkeuze van de profeet Joseph. Hij zei dat het pad dat naar geluk leidt de sleutel is om dat doel te bereiken.

Deze zoektocht is niets nieuws. Ze is al sinds mensenheugenis een fundamenteel streven van de mensheid. Een van de grootste filosofen van de westerse wereld heeft ooit gezegd dat geluk de zin en het doel van het leven is, het hoogste goed en streven van het menselijk bestaan.’2

Dat was Aristoteles, maar merk op dat zijn uitspraak bijna woordelijk met die van de profeet Joseph overeenkomt. In de eerste regels van de onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten heeft Thomas Jefferson onze persoonlijke en politieke zoektocht vereeuwigd door de drie onvervreemdbare rechten van ‘leven, vrijheid en het streven naar geluk’ (althans in Amerika) met elkaar te verbinden. Maar merk op dat in dit grote trio geluk niet als een recht wordt bestempeld (zoals leven en vrijheid), maar het streven naar geluk.

Hoe kunnen we dan geluk ‘nastreven’, vooral als we jong en onervaren en misschien zelfs wat bang zijn, en als het leven voor ons ligt als een steile berg die beklommen moet worden? Eén ding is zeker: geluk vindt u niet door er recht op af te gaan. Het is meestal te vergankelijk, te vluchtig, te subtiel. Wie van u het nog niet weet, zal in de komende jaren merken dat geluk ons meestal ten deel valt als we het niet verwachten, als we met iets anders bezig zijn. Geluk is haast altijd een bijverschijnsel van een andere inspanning.

girl with butterfly

Foto Getty Images

Henry David Thoreau, een van mijn favoriete auteurs toen ik op de universiteit zat, heeft gezegd: ‘Geluk is als een vlinder. Hoe krampachtiger je hem achternazit, hoe verder hij van je wegvliegt. Maar als je je aandacht op andere dingen richt, zal hij dichterbij komen en zachtjes op je schouder gaan zitten.’3 Dat is zo’n evangelische tegenstrijdigheid die niet vanzelfsprekend is, net als ‘de laatsten zullen de eersten zijn’ (zie Mattheüs 19:30; LV 29:30) en ‘wie zijn leven zal verliezen, die zal het vinden’ (zie Mattheüs 16:25). Het evangelie staat bol van dergelijke tegenstrijdigheden en paradoxen, en ik meen dat de zoektocht naar geluk daar ook toe behoort. Hoe kunnen we dan onze kans op geluk verbeteren zonder er zo rechtstreeks naar te streven dat we eraan voorbijgaan? Voor antwoorden verwijs ik naar een uiterst opmerkelijk boek.

‘Een leven van geluk’ leiden

De gebeurtenissen in de eerste dertig jaar van het Boek van Mormon waren niet bepaald rooskleurig. De vijandigheid in het gezin van Lehi en Sariah was zo fel dat het gezin in twee kampen werd gescheurd. De ene groep vluchtte verder de wildernis in, uit vrees om ten prooi te vallen aan de bloeddorstige andere groep. De eerste groep zocht onbekende oorden op waar ze veilig waren en een leven konden opbouwen. De profeet-leider van deze Nephitische helft van de familie zei hierover dat ze ‘een leven van geluk leidden’ (2 Nephi 5:27).

Omdat we weten wat ze de dertig voorgaande jaren hadden doorstaan en welke beproevingen de toekomst hun nog zou brengen, komt deze uitspraak haast pijnlijk over. Hoe kan iemand een dergelijk bestaan nu vergelijken met ‘geluk’? Nephi zegt echter niet dat ze gelukkig waren, hoewel dat duidelijk wel het geval was. Hij zegt dat ze een ‘leven van geluk leidden’. Ik wil u duidelijk maken dat deze zinsnede een prachtige sleutel bevat die kostbare zegeningen voor de rest van uw leven ontgrendelt.

Ik geloof niet dat God in zijn heerlijkheid of de engelen in de hemel of de profeten op aarde tot doel hebben ons de hele tijd, elke dag en overal gelukkig te maken, aangezien dit aardse bestaan een proeftijd is. President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium, zei het zo: ‘We krijgen geluk niet in een pakje dat we gewoon kunnen openmaken en consumeren. Niemand is 24 uur per dag, zeven dagen per week gelukkig.’4

Ik verzeker u echter dat wij binnen Gods plan veel kunnen doen om het betrachte geluk te vinden. We kunnen bepaalde stappen zetten, we kunnen gewoonten ontwikkelen, we kunnen bepaalde dingen doen waarvan we door God en de geschiedenis weten dat ze tot geluk leiden, in de zekerheid dat de vlinder eerder op onze schouder gaat zitten als we zo leven.

Kortom, u maakt het meest kans op geluk als u doet wat gelukkige mensen doen, leeft zoals gelukkige mensen leven, en het pad volgt dat gelukkige mensen volgen. Als u dat doet, zullen uw kansen om vreugde te vinden op onverwachte momenten, vrede op onverwachte plaatsen en de hulp van engelen van wie u niet wist dat ze van uw bestaan afwisten, exponentieel toenemen. Hieronder staan vijf manieren waarop wij ‘een leven van geluk’ kunnen leiden.

Leef het evangelie na

woman healed by Christ

Genezen vrouw, Kathleen Peterson

Bovenal zijn het ultieme geluk, ware gemoedsrust en alles wat maar enigszins op schriftuurlijke vreugde lijkt, in de eerste plaats en altijd te vinden in een leven volgens het evangelie van Jezus Christus. Talrijke andere filosofieën en geloofsovertuigingen zijn hierop onderzocht. Ik meen zelfs dat vrijwel elke andere filosofie en geloofsovertuiging in de loop der eeuwen hierop is onderzocht. Maar toen de apostel Thomas de Heer de vraag stelde die jonge mensen nu vaak bezighoudt: ‘Hoe kunnen wij de weg weten?’ — een vraag die vaak wordt geïnterpreteerd als: hoe kunnen wij de weg naar het geluk vinden?, gaf Jezus een antwoord dat van alle eeuwigheid tot alle eeuwigheid weerklinkt:

‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. […]

‘En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen. […]

‘Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen’ (Johannes 14:5–6, 13–14).

Wat een belofte! Volg mijn weg, leef volgens mijn waarheid en mijn leven. Leef op de manier die ik u toon en u leer, en alles wat u vraagt, zal u gegeven worden. Alles wat u zoekt, zult u vinden, ook het geluk. Delen van de zegening kunnen meteen komen, andere later, en nog andere komen misschien pas in de hemel, maar ze komen, allemaal. Wat een aanmoediging na een miezerige maandag, een droevige dinsdag of een weemoedige woensdag! En het is een belofte die alleen kan worden vervuld door toewijding aan de eeuwige waarheid!

Bijna een eeuw geleden zei ouderling David O. McKay (1873–1970) dat in tegenstelling tot bevrediging of plezier of opwinding, het ware ‘geluk alleen te vinden [is] op dat platgetreden [evangelie]pad, dat nauw maar recht is, dat naar het eeuwige leven leidt’.5 Heb dus God en elkaar lief en wees trouw aan het evangelie van Jezus Christus.

Kies voor geluk

Ten tweede: leer zo gauw mogelijk dat uw geluk grotendeels in uw handen ligt, en niet in gebeurtenissen of omstandigheden of het lot of het noodlot. De strijd om de keuzevrijheid in de voorsterfelijke raadsvergaderingen in de hemel ging gedeeltelijk hierover. Wij kunnen kiezen, we hebben een vrije wil, we hebben keuzevrijheid, en wellicht kunnen we niet kiezen voor geluk op zich, maar wel om een leven van geluk te leiden. Abraham Lincoln, president van de Verenigde Staten, had veel redenen om ongelukkig te zijn toen hij zijn land leidde in zeer moeilijke omstandigheden. Toch deed hij de volgende uitspraak: ‘De mens is ongeveer zo gelukkig als hij zelf beslist.’6

Geluk wordt veel eerder bepaald door uw gedachten dan door uw daden. Joseph Smith leidde ‘een leven van geluk’ in zeer ongelukkige omstandigheden toen hij vanuit de gevangenis in Liberty het volgende schreef naar hen die eveneens het slachtoffer van groot onrecht en vervolging waren:

‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden. […]

‘De Heilige Geest zal uw constante metgezel zijn en uw scepter een onveranderlijke scepter van gerechtigheid en waarheid’ (LV 121:45–46).

‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren.’ Dat is niet alleen goed advies voor wie tegen de moderne plaag van pornografie strijdt, maar het is goed advies dat tot tal van evangelische gedachten, goede gedachten, opbouwende gedachten en hoopvolle gedachten leidt. Deze gelovige gedachten zullen uw kijk op uw problemen en de manier waarop u ze oplost, veranderen. ‘De Heer verlangt het hart en een gewillige geest’ (LV 64:34) is ons geopenbaard.

Al te vaak denken we dat het hart hier het enige kernwoord is, maar dat is niet zo. God verlangt eveneens een gewillige geest in onze zoektocht naar geluk en gemoedsrust. Gebruik uw verstand. Dit alles vraagt inzet. Het is een strijd om geluk die de moeite waard is.

Enkele jaren geleden verscheen in een ondertussen populair boek de volgende uitspraak: ‘Geluk is een uitvloeisel van persoonlijke inspanning. Je vecht ervoor, spant je ervoor in, staat erop, en soms reis je zelfs de wereld rond om het te vinden. Je moet onophoudelijk blijven meewerken aan de manifestaties van je eigen zegeningen. En als je eenmaal een staat van geluk hebt bereikt, moet je nooit laks worden over het in stand houden daarvan; je moet je uiterste best doen om te blijven zwemmen, naar dat geluk, om er bovenop te blijven drijven.’7

Ik houd van de zinsnede ‘onophoudelijk blijven meewerken aan de manifestaties van je eigen zegeningen’. Wees niet passief. Blijf zwemmen. Denk, spreek en handel op een positieve manier. Gelukkige mensen doen dat zo. Het is een onderdeel van een leven van geluk leiden.

Wees vriendelijk en aangenaam

father with daughter

Hier is er nog één. Toen ik deze boodschap voorbereidde, zat ik mij in mijn werkkamer lange tijd af te vragen of ik ooit een gelukkig mens had gekend die onvriendelijk of onaangenaam in de omgang was. En weet u wat? Ik vond er geen. Geen enkele. Leer dus zo gauw mogelijk deze les: u kunt uw geluk nooit op de ellende van een ander bouwen.

Soms, wellicht als we jong en onzeker zijn en onze plaats in de wereld proberen te vinden, denken we dat we onszelf op wonderbaarlijke wijze kunnen verhogen door iemand anders wat te vernederen. Dat is pestgedrag. Dat zijn bijtende opmerkingen. Dat is arrogantie en oppervlakkigheid en anderen buitensluiten. Misschien denken we dat mensen minder van ons zullen verwachten als we maar negatief genoeg of cynisch genoeg of ronduit gemeen genoeg zijn. We richten onze schijnwerpers op de tekortkomingen van anderen, en zo vallen onze tekortkomingen minder op.

Gelukkige mensen zijn niet negatief of cynisch of gemeen. Reken er dus niet op dat u zo ‘een leven van geluk’ kunt leiden. Als ik al iets heb geleerd, is het dat vriendelijkheid en een aangename houding en gelovig optimisme eigenschappen van gelukkige mensen zijn. Moeder Teresa zei het zo: ‘Moge iedereen die je ontmoet weer verder gaan als een beter en gelukkiger mens. Wees de belichaming van Gods vriendelijkheid: vriendelijkheid in je gezicht, vriendelijkheid in je ogen, vriendelijkheid in je glimlach, vriendelijkheid in je hartelijke begroeting.’8

Een stap op het pad naar geluk die hiermee verband houdt, is het vermijden van vijandigheid, onenigheid en boosheid. Onthoud dat Lucifer, Satan, ons aller tegenstander, van boosheid houdt. Hij ‘[is] de vader van twisten, en hij hitst het hart der mensen op om in toorn te twisten, de een met de ander’ (3 Nephi 11:29).

Enkele jaren geleden citeerde ouderling Lynn G. Robbins dat vers in een algemene conferentie, waarna hij zei: ‘Het woord ophitsen klinkt als een recept voor een ramp: stook de gevoelens tot een matige temperatuur op, roer er een paar slim gekozen woorden door en breng ze aan de kook, blijf roeren tot ze gebonden zijn, laat enkele dagen afkoelen, koud serveren. U houdt veel restjes over.’9 U houdt inderdaad veel restjes over.

Boosheid beschadigt of vernietigt vrijwel alles waarmee het in aanraking komt. Iemand heeft eens gezegd dat boosheid koesteren is als vergif drinken en wachten tot de ander sterft. Het is een bijtend zuur dat zijn omhulsel vernietigt voordat het zijn schadelijk doel heeft bereikt. Net zomin als zijn zondige verwanten — geweld, razernij, wrok en haat — past het bij het naleven van het evangelie of de zoektocht naar geluk. Ik denk niet dat boosheid kan bestaan, of tenminste kan worden aangemoedigd, ontwikkeld en toegelaten, bij mensen die ‘een leven van geluk’ leiden.

Werk eraan

girl with rake

Tot slot vermeld ik nog een van vele mogelijke suggesties. Nephi heeft uitgelegd hoe ze na dertig jaar ellende naar geluk in hun nieuwe land streefden: ‘En het geschiedde dat ik, Nephi, mijn volk ertoe aanzette nijver te zijn en met hun handen te arbeiden’ (2 Nephi 5:17). Degenen die ze waren ontvlucht, werden daarentegen ‘een lui volk, vol list en streken’ (2 Nephi 5:24).

Als u op school of op zending of op uw werk of in uw huwelijk gelukkig wilt zijn — werk eraan. Leer te werken. Dien ijverig. Wees niet lui of listig. Een eenvoudige definitie van een christelijk karakter is wellicht de integriteit om op het goede moment op een goede manier het goede te doen. Wees niet lui. Wees niet spilziek. ‘Zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof’ (LV 88:118). Wees ijverig en werk. Werk ook voor anderen en dien ze. Dat is een belangrijke sleutel tot het ware geluk.

Tot slot wil ik het niet mis te verstane advies van Alma aan Corianton aanhalen. Met de aanmoediging van een liefhebbende vader zei hij dat de getrouwen in de opstanding tot een staat van ‘eindeloos geluk’ zullen worden opgewekt om ‘het koninkrijk Gods te beërven’ (Alma 41:4). Hij voegde eraan toe dat wij dan zullen worden ‘opgewekt tot geluk volgens [onze] verlangens naar geluk’ (Alma 41:5). En hij waarschuwde nadrukkelijk: ‘Denk niet […] dat gij [zonder u te bekeren] zult worden hersteld van zonde tot geluk. Zie, ik zeg u, goddeloosheid heeft nooit geluk betekend’ (Alma 41:10; cursivering toegevoegd).

Zonde is het tegenovergestelde van ‘een leven van geluk leiden’. Alma zegt dat zij die hier niet in geloven, ‘zonder God in de wereld [zijn] en zich tegen de aard van God [hebben] gekeerd; daarom bevinden zij zich in een staat die in strijd is met de aard van het geluk’ (Alma 41:11).

Bega geen overtredingen

Jesus with Mary Magdalene

Jezus en Maria Magdalena, Kathleen Peterson

Ik vraag u om geen overtredingen te begaan, zodat u kunt leven in overeenstemming met de aard van God, die de aard van het ware geluk is. Ik moedig u daartoe aan en prijs u voor uw inspanningen om ‘het pad [te] volgen dat erheen leidt’. U kunt het nergens anders vinden.

Ik getuig dat God, de eeuwige Vader in de hemel, u voortdurend met meer liefde aanmoedigt en uw zoektocht prijst dan ik. Ik getuig dat Hij wil dat u gelukkig bent en ware vreugde ervaart. Ik getuig van het zoenoffer van zijn eniggeboren Zoon, waardoor het rechte pad is geopend en wij zo nodig opnieuw kunnen beginnen, een tweede kans krijgen, onze aard kunnen veranderen.

Ik bid dat u zult weten dat Jezus Christus ‘de weg, de waarheid en het leven’ is en dat niemand het ware geluk vindt dan door Hem. Ik bid dat u ooit ergens elk rechtschapen verlangen van uw hart vervuld zult krijgen, en wel als u het evangelie van Jezus Christus naleeft en het soort leven leidt dat u naar die zegeningen brengt.

Noten

  1. Joseph Smith, History of the Church, deel 5, 134.

  2. Zie Aristoteles, Ethica Nicomachea, vert. H. Rackham (1982).

  3. Henry David Thoreau, Thoreau on Nature: Sage Words on Finding Harmony with the Natural World (2015), 72; dit citaat wordt ook wel aan Nathaniel Hawthorne toegeschreven of anoniem geciteerd.

  4. James E. Faust, ‘Onze zoektocht naar geluk’, Liahona, oktober 2000, 2.

  5. David O. McKay, Conference Report, oktober 1919, 180; cursivering toegevoegd.

  6. Dit citaat werd toegeschreven aan Abraham Lincoln door dr. Frank Crane in de Syracuse Herald, 1 januari 1914 (quoteinvestigator.com/category/frank-crane).

  7. Elizabeth Gilbert, Eten, bidden, beminnen: Een zoektocht van een vrouw in Italië, Indië en Indonesië (2007), 328–329.

  8. Moeder Teresa, in Susan Conroy, Mother Teresa’s Lessons of Love and Secrets of Sanctity (2003), 64.

  9. Zie Lynn G. Robbins, ‘Keuzevrijheid en boosheid’, De Ster juli 1998, 89.