Verhalen uit de Schriften
David en Goliath
Uit 1 Samuel 17
David was een jongen die voor schapen zorgde. Zijn oudere broers waren soldaat en beschermden het volk. Op een dag vroeg Davids vader hem om voedsel naar zijn broers te brengen.
Toen David daar kwam, zag hij een reusachtige soldaat, Goliath. Goliath zei dat als er iemand was die hem kon verslaan, de oorlog voorbij zou zijn. Maar niemand was moedig genoeg om met hem te vechten.
David zei dat hij wel met Goliath wilde vechten. De koning zei nee. David was maar een jongen, en Goliath was groot en sterk! Maar David wist dat God hem zou helpen. Uiteindelijk zei de koning: ‘Ga heen, de Heere zij met je!’
David had geen wapenrusting aan zoals Goliath. Hij raapte een steen op en deed die in zijn slinger. Hij gooide de steen naar Goliaths voorhoofd. Goliath viel neer! David had gewonnen! Hij had zijn volk gered.
Soms heb ik moeilijke, enge problemen. Als ik God om hulp vraag, geeft Hij mij kracht.